Vandaag de dag mogen de straten van Dali wemelen van de toeristen, eeuwen geleden werd het stadje bezocht door hordes vreemde indringers, die er een begerig oog op hadden laten vallen vanwege zijn gunstige ligging bij de Zijderoute. De legende wil dat Piluoge, een vorst van Yunnan in de 8e eeuw, zijn rivalen voor een feestmaal uitnodigde, hen levend verbrandde en toen begon met zes kleine Dai-rijken tot het machtige Nanzhao-rijk samen te smeden. Dali, destijds Taihe genoemd, werd de hoofdstad van dit machtige koninkrijk, dat zich uitstrekte over het noorden van Yunnan en Opper-Myanmar. Van hier beheerste de koning van Nanzhao de handelsroute naar India totdat het koninkrijk in de 13e eeuw onder de aanvallen van de Mongoolse legers van Koeblai Khan bezweek.

Het luie Dali van tegenwoordig, gelegen in het noordwesten van Yunnan met de magnifieke Cang Shan als achtergrond, bevat erg weinig meer wat de bezoeker aan zijn roerige verleden herinnert. In het opnieuw tot leven gewekte Oud Dali (dàli guchéng) wisselt een backpackersparadijs van koffiebars en pizzatentjes af met traditionele winkels die thee, geneeskrachtige kruiden en handwerk verkopen. De met keien geplaveide straten weerklinken van het geschuifel van voeten als zowel toeristen als bewoners op hun gemak een ommetje door het stadje maken. Denk erom dat de nabijgelegen stad Xiaguan ook Dali City (Dali Shi) wordt genoemd. Zorg dat u niet midden in Xiaguan verzeild raakt terwijl u zich afvraagt hoe het mooie kleine stadje plotseling een grauwe middelgrote stad is geworden.

Hoewel de moderne tijd Dali niet ongemoeid heeft gelaten, heeft dit schilderachtige stadje op 1900 m hoogte boven de zeespiegel nog altijd veel van zijn charme behouden. De bouwkunst is vaak door de Bai geïnspireerd. De Bai, een etnische minderheid, vormen in Dali de meerderheid tegenover de Han-Chinezen, de Hui, de Yi en de Tibetanen. De inheemse Bai-gemeenschap is hier diep geworteld. Hun aantal bedraagt tegenwoordig meer dan een miljoen.

De culturele invloeden van de Bai zijn niet alleen in Dali merkbaar, maar ook in de omringende dorpen, speciaal in het gebied rondom het Erhai-meer, even ten oosten van Dali. Hun huizen zijn vaak woonhuizen van twee verdiepingen in steen en hout, met dubbele daken, houten klapdeuren en versierde kozijnen. De Bai zijn een artistiek volk en versieren hun muren graag met elegante waterverfschilderingen. Binnenplaatsen zijn erg populair en goedverzorgd. Bai-vrouwen zijn dol op bloemen en veel huizen staan vol camelia’s en bougainvilles. Het geeft de Bai-vrouwen, in hun kleurige etnische kleding, ook hun bijnaam “Gouden Bloemen”.

Om de bouwkunst, kookkunst, de geurige thee en de aparte cultuur van de Bai volledig te kunnen appreciëren moet u naar Xizhou (xizhou) en Zhoucheng. De Yan-, Hou en Zhou-complexen in Xizhou, een fotogeniek dorp 20 km ten noorden van Dali, zijn goede voorbeelden van het talent van de Bai voor architectuur en een elegant leven. Zhoucheng Village, ca. 30 km ten noorden van Dali, heeft batikken tot een specialiteit gemaakt. Bai-vrouwen zijn hier zeer bedreven in. Met een speciale verf, banlangen genaamd, verven de vrouwen patronen van dieren en bloemen op stof die met draden bijeen wordt gebonden. De draden worden afgeknipt, en deze kleurige zakdoeken, blouses en sjaals wapperen als vlammende wimpels op de binnenhoven waar ze te drogen hangen.

Rondom Dali

Buiten de stadsmuren en -poorten van het “oude” Dali bevinden zich diverse mooie natuurlijke en culturele bezienswaardigheden. Een fietsritje van 10 minuten vanaf Dali brengt u naar de oevers van het adembenemende Erhai-meer (erhai hú). Op de oostelijke oever hiervan ligt Wase Village (wïsè cùn), waar souvenirjagers op iedere vijfde dag van de maand (de 5e, de 10e enz.) hun slag slaan. U kunt om het meer heen rijden en door de dorpen Xizhou, Zhoucheng en Shaping fietsen. Het eiland in het midden van het meer is het rotsachtige Putuo-eiland (putuó dao), dat een boeddhistische bevolking en diverse ruïnes herbergt, waaronder de Kleine Putuo-tempel (xiaoputuó sì). Voor een kort uitstapje naar het eiland moet u op de kade in Caicun, 5 km ten oosten van Dali, de boot nemen. Kijk hoe getrainde aalscholvers met een lus om hun nek de vangst van die dag oppikken. (Om de 12 vissen mag de aalscholver zijn vangst zelf inslikken.)

Stap om 9 uur ‘s ochtends op de Erhaimeer-kade (erhaihú matóu) in Xiaguan aan boord van de passagiersveerboot. Vaar langs de oostkant van het Erhai-meer en vang een glimp op van het Gouden -Spindel-eiland (jînsuo dao), Putuo-eiland, Guanyin Ge (guïnyîn gé) en Nanzhao Fengqing-eiland (nánzhïo fêngqíngdao). Het veer legt uiteindelijk aan aan de westelijke oever van het Erhai-meer, bij de Vlinderbron (húdié quán), waar zich in de lente duizenden vlinders verzamelen. Stap hier op een bus voor een tocht langs de Vlinderbron, de oude stad van Dali en de Tempel van de Drie Pagodes (sïnta sì), en keer dan om 16:30 uur terug naar Xiaguan. Diverse reisbureaus in Xiaguan bieden deze tour aan, die ca. ¥ 180 kost. In die prijs zijn inbegrepen het kaartje voor de boot, de toegangsprijzen, het kaartje voor de bus, de lunch, een Bai “drie-gangen-thee” op de boot en een Chineessprekende gids. Een tour van een halve dag, zonder lunch, behoort ook tot de mogelijkheden. Deze tour eindigt bij de westelijke oever en kost ca. ¥ 90.

Als u het meer vanuit de lucht wilt zien, neem dan de kabelbaan naar de top van de Zhonghe-tempel (zhonghé sì). Het ritje van 20 minuten naar de tempelpoorten kost ¥ 35, en onder u strekt zich het kobaltblauwe Erhai-meer uit. Terwijl uw cabine over de toppen van de pijnboomwouden scheert, komt u over oude begraafplaatsen.

Een duidelijk baken is de Tempel van de Drie Pagodes, die ten noordwesten van Dali ligt. De oorspronkelijke gebouwen werden in de 9e eeuw opgetrokken, maar zijn in de 19e eeuw door een brand verwoest. Tijdens de herbouw in 1978 werden in de pagodes 600 relieken uit de Nanzhao-periode ontdekt, wat tot hun prestige heeft bijgedragen. De grootste, de Pagode van de Duizend Vorsingen (qiïnxún ta), is 70 m hoog en telt 16 etages; ernaast staan twee achthoekige pagodes van tien verdiepingen. Deze gebouwen bevatten niet alleen de relikwieën van heiligen, geschriften en kostbare voorwerpen, ze smeken ook Boeddha’s bescherming af tegen natuurrampen. De marmeren stèle voor de Pagode van de Duizend Vorsingen draagt de karakters “Yong Zhen Shan Chuan”, ofwel “Onderwerp voor altijd de bergen en rivieren”. Vlak daarachter bevindt zich de Tempel van de Verhevene (chóngshèng sì), een museum gewijd aan de geschiedenis en de bouw van de pagodes.

Volg het pad bij de pagodes als u een flinke wandeling wilt maken. Aan het eind van het 10 km lange pad door pijnboombossen wachten diverse natuurlijke vijvers en een waterval om zere voeten verlichting te brengen. Als die wandeling u heeft opgepept en u meer avontuur zoekt, onderneem dan een trektocht langs de 19 pieken van de magnifieke Cang Shan, die zich 4000 m hoog verheft. Uw omzwervingen zullen u misschien naar de vergeten Yita-tempel (yîta sì) voeren. Binnen de muren van het tempeldomein vindt u een geheimzinnige pagode uit de 10e eeuw, die volledig geïsoleerd staat in het stille landschap.

Twee belangrijke overblijfselen van het oude Dali zijn zijn Noordpoort (bei mén) en Zuidpoort (nán mén), met hun torens in Qing-stijl die zich in levendige tinten boven de poortingang verheffen. Vanaf de Noordpoort loopt de voornaamste doorgangsroute, Fuxing Lu, waarlangs de Toren van de Vijf Glories (wuhuï lóu) staat. Deze centrale klokkentoren vormde eens de zuidpoort van de oorspronkelijke stad. Een attractie van Dali is Huguo Lu, die bij de plaatselijke bevolking bekendstaat als de Buitenlandersstraat (yángrén jiê). Deze straat wemelt van de souvenirwinkels, pensions, internet- en gewone cafés – een trefpunt van backpackers dat zich heeft uitgebreid tot naburige straten zoals Bo’ai Lu en Fuxing Lu.