Bolivia

Swipe

Inheemse bevolking in de hooglanden

Een van de mooiste herinneringen die men overhoudt van een reis door Bolivia is het contact en de ervaringen met de nog grotendeels authentieke inheemse bevolking, die tot op heden de traditionele gewoontes en gebruiken handhaven die afstammen van precolumbiaanse culturen. In de afgelegen streken van Bolivia lijkt de tijd stil te hebben gestaan; hier dragen de indígenas nog traditionele drachten en wonen net als hun voorvaderen in een hut van adobe (bouwsteen van leem en klei) met rieten dak, en koken in potten van klei op brandstof zoals de uitwerpselen van de lama en struiken. Velen werken nog handmatig met eeuwenoude landbouwgereedschappen op hun chacra (akker) of leven van de lama’s en de alpaca’s (wol, vlees). Bovendien respecteren zij de aarde en de natuur en vereren hun godin Pachamama, Moeder Aarde.

Niet alleen de geïsoleerde geografische ligging van Bolivia maar ook de terughoudende en vastberaden aard van de bevolking heeft er voor gezorgd dat de verwoestende effecten van de Spaanse kolonisatie de inheemse cultuur niet heeft doen verdwijnen. De inheemse bevolking weet zich al sinds eeuwen aan de buitenlanders aan te passen en hen te verdragen maar ondertussen leven zij voort volgens hun eigen gewoontes en gebruiken. De bevolking komt pas goed tot haar recht bij de talrijke feesten, waar door middel van muziek, dansen en rituelen veel elementen van hun rijke cultuur worden geuit. Verder geven de markten een goed beeld van de inheemse samenleving waar de bevolking met haar beste kleding naar de wekelijkse markt komt om niet alleen handel te drijven maar ook om te socialiseren. Het is interessant om te zien dat hier nog aan trueque, ruilhandel, gedaan wordt.

De inheemse bevolking uit de Andes bestaat uit twee hoofdgroepen die ieder een eigen taal hebben, de Aymara en de Quechua. Daarnaast zijn er nog twee kleinere groepen; rond Lago Titicaca leven de Uru en in het zuidwesten van het departement Oruro, tegen Chili aan wonen de Chipayas.

Aymara

De Aymara leven in en rond de stad La Paz, op de Altiplano en rond Lago Titicaca waar ze meestal akkertjes hebben en kuddes lama’s en alpaca’s houden die hen, van veelal magere, opbrengsten voorzien. De levensomstandigheden op het hoogland zijn door de armoede en door de grote hoogtes (boven de 3800 m) zwaar, het kan enorm koud worden ‘s nachts. Het grootste gedeelte van de bevolking leeft in primitieve stenen huisjes en waterleidingen en sanitaire voorzieningen ontbreken vaak. Vele campesinos, boeren, trekken daarom naar El Alto, de snelstgroeiende gemeente van Bolivia die aan La Paz grenst, om daar werk te vinden in de constructie of op de talrijke markten. Aymara zijn uitstekende handelslieden en er wordt een enorme verscheidenheid aan goederen (waaronder veel smokkelwaar) aangeboden op de markten. Vooral de tussenpersonen, die heel goedkoop bijvoorbeeld aardappelen kopen van de boeren en doorverkopen op de markt, verdienen goed.

Menige familie hoopt uiteindelijk een stuk land te kopen aan de buitenkant van El Alto om vervolgens in de loop van de jaren, beetje bij beetje, een huis neer te zetten. Toch worden het huis en de akkers op het platteland aangehouden en de oogst verkocht op de markt. De Aymara zijn uiterst gelovig, getuige de heksenmarkt in La Paz waar een enorm aanbod is van allerlei mystieke voorwerpen die bij ceremonies, rituelen en offers (wax’ta) gebruikt worden. Het Aymarageloof bestaat uit een mengsel van precolumbiaanse tradities, zoals verering van bovennatuurlijke wezens, Achachilas (de geesten van de voorvaderen, de beschermheren van het Aymaravolk), en de Pachamama (Moeder Aarde), met elementen van het katholieke geloof, waaronder verering van de Heilige Maagd en allerlei katholieke heiligen. Er is een belangrijke relatie tussen de Aymara en de Achachilas, omdat de laatsten de spirituele geesten van hun voorvaderen zijn die altijd dicht bij het dorp rondzwerven, over hun leven waken, de hoogte- en dieptepunten delen en hen bovendien zegeningen geven. De Aymara betalen hiervoor door de Achachilas te respecteren en door middel van gebeden en offers. De Pachamama (Moeder Aarde) is eveneens heel belangrijk voor de Aymara en zij gieten bijvoorbeeld een beetje alcoholische drank over de aarde alvorens deze drank te drinken, een ceremonie die challa genoemd wordt. De Yatiri (uit het Aymara vertaald,’hij die weet’) is altijd aanwezig bij een ceremonie. Dit is een ‘religieuze specialist’ en helderziende die zijn werk uitvoert met behulp van het lezen van cocablaadjes.

Het belangrijkste gebeuren in het sociale leven van de Aymaras zijn de uitbundige religieuze feesten waar soms maandenlange voorbereiding aan voorafgaat. Rond carnaval is er het belangrijke Anata-feest, gewijd aan Pachamama en op 21 juni het Aymara Año Neuvo (nieuwe jaar). Alle comunidades (gemeenschappen) hebben een beschermheilige en deze wordt jaarlijks gevierd. Het heiligenbeeld wordt rondgedragen op een troon en wordt bijgestaan door dansuitvoeringen en muziek van fanfares onder het genot van veel drank en eten. Veel thema’s van de dansen representeren gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Aymara. De dure kostuums zijn extravagant en worden gehuurd of gekocht.

Voorheen spraken veel Aymara geen Castiliaans maar tegenwoordig leren hun kinderen wel deze taal op school. De kinderen komen in contact met internet en met de moderne wereld en langzaam maar zeker verandert de cultuur van de Aymara. (zie ook Geschiedenis Aymara-koninkrijken).

Quechua

Ten tijde van het Incarijk, dat vanuit Cusco (Peru) werd bestuurd, werden grote aantallen Quechuasprekende mensen overgeplaatst naar verre, veroverde gebieden om de taal en de cultuur van de Inca’s te verspreiden en zo de gebieden te integreren in het Incarijk. Dat is goed gelukt want nog steeds wordt Quechua in grote gedeeltes van Bolivia gesproken en blijven elementen van de Incacultuur behouden.

De Quechua leven meer gescheiden en geïsoleerd dan de Aymara en als gevolg daarvan wordt per regio de taal anders gesproken en zijn de gebruiken en gewoontes verschillend. Terwijl de Aymara geconcentreerd rond de koude en barre Altiplano wonen, leven de Quechua verspreid over Bolivia; zowel in de warmere valleien van Sucre en Cochabamba als de Altiplano-departementen Potosí en Oruro.

De Quechua van Cochabamba hebben zich goed gemengd met de mestiezen van de vallei en delen sociale en commerciële activiteiten. De mannen dragen westerse kleding en de vrouwen dragen fabriekgemaakte bonte mantas (schouderdoeken) en strohoeden. Rond Sucre is de situatie anders; hier leven nog zeer traditioneel levende indígenas, die hechte comunidades, inheemse gemeenschappen, vormen zoals de bekende marktplaats Tarabuco. Elke comunidad onderscheidt zich door zijn eigen ontwerp van weefsels zoals de poncho of hoedendracht. De bevolking leeft naast de landbouw van de vervaardiging van hoogwaardige weefsels. De regio staat bekend om zijn uitbundige feesten zoals het lokale carnaval Phujllay.

Daarnaast wordt er Quechua gesproken in de Altiplano en de bergen van Potosí en Oruro, waar de leefomstandigheden hard zijn en waar men veelal in de gevaarlijke mijnbouw werkt of aan landbouw op kleine schaal doet. Deze gebieden zijn waarschijnlijk het meest authentiek van Bolivia met nauwelijks enige invloed van mestiezen. In deze geïsoleerde streken heeft de tijd stilgestaan en zij komen soms in het nieuws door land- of waterdisputen tussen comunidades die soms in dorpsoorlogen eindigen.

Uru

Dit volk leeft rond de moerassige gebieden van Desaguadero bij Lago Titicaca. Zij leven van de visserij en landbouw en spreken dezelfde native taal als de Chipaya.

Chipaya

De Chipaya leven ten zuiden van Oruro bij de zoutvlaktes van Coipasa. Ze spreken hun eigen taal, Puqina zoals zij dat noemen, familietaal van de Uru-Chipaya. Zij leven in bijenkorf-vormige adobe (leem en klei) hutten. De vrouwen hebben gevlochten haar. De mannen jagen met slingers op vogels net zoals hun voorvaderen. Er is nauwelijks werk voor de mannen en velen vertrekken naar Chili om daar te werken in de kopermijnen.

10 prachtige bestemmingen in Bolivia