Bolivia

Swipe

Inheemse bevolking in de laaglanden

De laaglandindianen onderscheiden zich in tegenstelling tot de hooglandindianen nauwelijks van de mestiezen door bijvoorbeeld hun kleding of gewoontes. Uitzonderingen zijn de diverse inheemse stammen die geïsoleerd in de regenwouden leven.

Volgens een onderzoek in 1997 bestaan er in de Boliviaanse laaglanden 35 pueblos indígenas en bestaat de inheemse bevolking uit 250.000 personen. In het Amazonegebied komen de volgende etnische groepen voor:
Tacanas, Yuracarés, Yukis, Chimane, Lecos, Mosetenes, Baures, Moxeños, Ignaciano, Trinitario, Iténez, Chacobo, Pacaguaras, Araonas, Cavineños, Chamas, Reyesanos, Sirionó, Cayubabas, en Itonoma. Uit het Chaqueñagebied (El Chaco) stammen los Guaraní, Weenhayek en Tapieté. Het grensgebied met Brazilië kent de volgende groepen: Chiquitano, Paiconeca, Paucerna, Guarayo en Ayoréode.

Chiriguanos

Deze oorlogszuchtige groepen trokken vanuit Paraguay in de 16e en 17e eeuw Bolivia binnen en onderwierpen diverse volkeren op hun weg. Zij vormden zelfs een bedreiging voor de Inca’s die als antwoord hierop diverse verdedigingswerken bouwden waaronder El Fuerte bij Samaipata. Dit dappere volk heeft de Inca’s nooit kunnen onderwerpen. Later ontstond er een splitsing binnen de Chiriguanos door verschillen in traditie en regionalisme. Er was een groep die in het zuiden van de provincie Santa Cruz neerstreek en de andere groep bevond zich in het oosten van Chuquisaca en Noord-Tarija. In 1892 echter werden ze uiteindelijk door de Spanjaarden verslagen in het gevecht van Kuryuki waarbij hun belangrijke opperhoofd Apiaguaqui-Tumpa in handen viel van de Spanjaarden. Later kwamen katholieke en protestantse missionarissen om de inheemse bevolking te bekeren. Zij beschouwden de inboorlingen als een verloren volk dat in de jungle leefde zonder missie, orde, religie en dergelijk werk. De missionarissen zorgden voor de uiteindelijke uitroeiing van de inheemse cultuur; de Chiriguanos mochten niet meer hun traditionele kleren dragen en hun muziek en liedjes spelen. Ze verloren langzamerhand hun cultuur en hun identiteit. Na het gedwongen vertrek van de religieuzen werden ze uitgebuit door landeigenaren en grotendeels uitgeroeid door epidemieën. Nu wonen ze verspreid over El Chaco en Chuquisaca en werken vooral in dienst in de landbouw en veeteelt. Hun taal is het Guaraní en er worden tegenwoordig pogingen ondernomen om de taal te redden, hoewel in Uruguay een groot gedeelte van de bevolking deze taal nog spreekt.

10 prachtige bestemmingen in Bolivia