Onder Ottomaanse overheersing
Met de onderwerping door de Turken gingen de Bulgaren de zwartste periode uit hun geschiedenis in. De culturele en economische vooruitgang die elders in Europa grote welvaart tot gevolg had, mede als gevolg van het feit dat nieuwe werelden ontdekt werden en andere handelsbetrekkingen konden worden aangeknoopt, ging aan Bulgarije volledig voorbij. De heersers in het land hielden de bevolking dom, de economische vooruitgang waarvan elders in Europa op grote schaal werd geprofiteerd, buiten hun grenzen.
Daardoor bleven de Bulgaren in een middeleeuwse cultuur steken met alle nadelen van dien. Het volk werd uitgebuit, de adel en geestelijkheid die de islam niet als godsdienst aannam werd vermoord of gevangengezet. Kloosters werden geplunderd en in brand gestoken. Op het platteland was het al niet beter. De boeren die zich niet wilden bekeren tot de islam werden verdreven van hun vruchtbare gronden. Hun zoons werden weggevoerd en onder dwang islamiet. Nadat ze die godsdienst hadden aangenomen werden zij ingelijfd bij het Turkse leger en ingezet tegen hun vroegere landgenoten en verwanten. Doordat vooral de boeren trouw bleven aan het christendom, raakten hele streken ontvolkt en werden onherbergzame streken woongebieden.
Deze gebieden, ook moeilijk bereikbaar voor de Turkse legers, groeiden uit tot haarden van verzet. Het nationalisme bloeide als nooit tevoren. Dat werd mede veroorzaakt door geschiedschrijvers die het idee van het groot Bulgaarse rijk levend hielden. De 17e-eeuwse bisschop van Sofia schreef ‘de geschiedenis van Bulgarije’, een eeuw later zag het door Hristofor Zhefarovitch geschreven ‘geschiedenis van de Serven en Bulgaren’ het levenslicht. Het grootst was de invloed van het in 1762 verschenen boek ‘Slavisch-Bulgaarse geschiedenis’ geschreven door Paislii van Hilendar. Ondanks het feit dat het analfabetisme onder het gewone volk groot was, zorgde dit boek ervoor dat de weerzin tegen de overheersing door de Turken sterk werd vergroot.
Europa was de Balkan niet vergeten en onder druk van de Fransen en de Britten stelden de Turken hun gebieden weer open voor handeldrijvenden. Hierdoor kwam er ook weer geld binnen en kon voorzichtig worden begonnen met de uitbreiding van het ondergronds verzet. Het was geen wonder dat de steden daarbij het voortouw namen. Niet alleen waren die financieel beter in staat om een oorlog tegen de Turken voor te bereiden, de boeren op het platteland waren door hun behoudende instelling moeilijker te overtuigen van het feit dat men de Turken uitsluitend kon verdrijven door de vorming van één Bulgaars blok.
Vanuit Belgrado, de Servische hoofdstad, werd een leger geformeerd dat vanaf 1861 zij aan zij met de Serven tegen de Turken vocht. Bulgaarse vluchtelingen en bannelingen gingen zich in kleine groepen, cheti’s, organiseren en trokken naar het platteland om aldaar leiding te geven aan de boeren in hun strijd tegen de Turken. Aanvankelijk verleenden de boeren echter geen enkele medewerking. Pas na de vorming van het Centrale Bulgaarse Revolutionaire Comité (BRCK) onder leiding van Vasil Levski (die eigenlijk Kântschev heette maar de partizanennaam Levski (leeuw) aannam) kreeg de ondergrondse beweging op het platteland gestalte.
Er ontstond een hecht doortimmerd BRCK-netwerk. De volgelingen werden ‘apostelen’ genoemd, vanwege het feit dat ze een ‘heilige oorlog’ predikten en het woord bij de nog steeds aan het christendom vasthoudende boeren goed in het gehoor lag. Levski zelf, die van grote betekenis was voor de beweging, werd in 1873 gevangengenomen en geëxecuteerd. Dat maakte echter dat de beweging vastberadener dan ooit haar verzet voortzette. Het leidde tot de ‘april-opstand’ in 1876, die op 20 april van dat jaar uitbrak en door de Turken met harde hand werd neergeslagen.
Aanvankelijk leek het er dan ook op dat de bijna 30.000 doden die onder de Bulgaarse bevolking te betreuren vielen, hun leven hadden gegeven voor een droom. Opnieuw greep de westerse wereld in. Onder druk van de publieke opinie spraken de leiders hun afschuw uit over het Turkse optreden. Maatregelen durfden ze echter niet te nemen, hun handelsbelangen op de Balkan waren te groot.
Rusland pakte het echter anders aan. De Russen hadden eerder een conflict met de Turken gehad, toen over de status van de Grieks-orthodoxe kerk. Onder Franse en Britse druk werd toen het conflict met de Turken beëindigd, maar nu de westerse wereld zich zo duidelijk tegen het Turkse optreden keerde vielen ze opnieuw de Balkan binnen. Een groot leger kreeg opdracht om de Turken van de Balkan te verdrijven. Ze kregen steun van de Bulgaren die zich groepeerden onder leiding van Russische generaals.
Na een jaar van zware strijd kwam Groot-Bulgarije tot stand, geregeld bij de vrede van San Stefano op 3 maart 1878. Het rijk was maar een kort bestaan beschoren. Vier maanden later moest Rusland instemmen met een verkleining van het rijk. Tijdens het congres van Berlijn dreigden Engeland en Oostenrijk-Hongarije de oorlog te verklaren aan Rusland als die zijn troepen niet uit de Balkan terug zou trekken. Bulgarije bleef weliswaar een zelfstandige staat met een eigen vorst, maar zou schatplichtig blijven aan de Turken.
Rusland had grote invloed bij de benoeming van de eerste koning van Bulgarije, hoewel de keuze was voorbehouden aan de nieuw gevormde Verenigde Bulgaarse Nationale Assemblee. De troon van het kleine, maar op papier zelfstandige, land werd bestegen door de 22-jarige Pruisische prins Alexander Battenberg die niet alleen goed lag bij de Oostenrijkers en Hongaren, maar die ook nog eens familierelaties had met de Russische tsaar. Het bleek niet zo’n beste keus. Tegen de bepalingen, die waren vastgelegd tijdens het congres van Berlijn in, ging hij een verbond aan met Oost-Roemenië, na al in conflict te zijn geweest met Servië en Turkije. Het conflict met Servië pakte echter gunstig voor hem uit en het verbond met Oost-Roemenië, kreeg alsnog internationale erkenning.
In 1887 besteeg Ferdinand van Saksen-Coburg de Bulgaarse troon. Hij was het die Bulgarije weer op de internationale kaart zette. De Turkse en Russische ‘adviseurs’ werden buiten de deur gezet en hij lijfde Oost-Roemenië definitief bij Bulgarije in. In 1908 riep hij zichzelf tijdens een plechtigheid in Veliko Târnovo uit tot tsaar der Bulgaren. Tsaar Ferdinand was populair in eigen land vanwege, door de inlijving van Oost-Roemenië, de realisering van een Groot-Bulgaars rijk.
Ferdinand trok ten strijde tijdens de twee Balkanoorlogen in 1912/1913 om zijn rijk verder uit te breiden en rechtstreeks toegang te hebben tot de Egeïsche Zee, van groot belang voor de zich snel uitbreidende industrie in Bulgarije. De opzet mislukte, hoewel de Turken definitief uit het gebied werden verdreven. Macedonië moest weer worden afgestaan en toen Rusland zich aan de zijde van Servië schaarde, was de tsaar genoodzaakt steun te zoeken bij Oostenrijk. Dat was de directe oorzaak van de betrokkenheid van Bulgarije bij de Eerste Wereldoorlog.
Geschiedenis
Het 4-sterrenhotel Lilia is slechts door middel van een boulevard gescheiden van het lange, brede zandstrand van Goudstrand Golden Sands. Het centrum...
Een groot zwembad, een Spa Center, fitness, restaurants en bars en entertainment; alle ingrediënten in het Byala Beach Resort zijn aanwezig voor...
Grifid Encanto Beach is een modern 4-sterren hotel met grote kamers, een miniclub, privéstrand en veel keuze op gastronomisch gebied. Zwemmen in...