Bulgarije

Swipe

Op weg naar een democratie

In de tweede helft van de jaren tachtig van de twintigste eeuw, in de tijd dat Gorbatsjov aantrad, werd het ook in Bulgarije wat rumoeriger. Conservatieven en hervormingsgezinden leefden op gespannen voet met elkaar. In 1987 kondigde Zhivkov de eerste hervormingen aan, in het bijzonder op economisch gebied. Daarmee wilde hij de Bulgaren verzekeren van een kwalitatief goede levensstandaard op langere termijn. In 1988 ging het opnieuw mis toen een onderzoek uitwees dat de overheid niet bepaald vrij van smetten was.

Voorzichtig viel hier en daar zelfs het woord ‘corruptie’ te beluisteren. In eerste instantie werden de geruchten de kop ingedrukt door de oppostie tot zwijgen te brengen. Er was geen enkele oppositie meer mogelijk en zelfs binnen het parlement rolden koppen. Niettemin waren de onvolkomenheden op milieutechnisch, economisch en sociaal terrein pijnlijk aan de kaak gesteld. De ontwikkelingen in Oost-Europa dwongen Zhivkov echter om toe te geven aan wensen vanuit de samenleving.

Een van de gevolgen daarvan was dat de oppositie weer ruimte kreeg om openbare bijeenkomsten te beleggen, de oprichting van de (onofficiële) milieu-organisatie Eco-Glasnost, was daarvan het rechtstreekse gevolg. Op 3 november 1989 organiseerde deze organisatie een demonstratie in Sofia. De politie trad hardhandig op en joeg de demonstranten met geweld uiteen. De demonstratie en de daaropvolgende onlusten vormden evenwel de directe aanleiding voor de 78-jarige Zhivkov om ‘vrijwillig’ terug te treden na een regeerperiode van 35 jaar, een record voor een Oostblokland. Ook zijn zoon en andere familieleden verdwenen van het politieke toneel.

De luxegastenverblijven van Zhivkov werden ter beschikking gesteld van de arbeidersorganisaties en de residenties, jachtverblijven en andere luxe-onderkomens werden afgestaan aan het toeristenbureau van de overheid. Het parlement kondigde in allerijl algemene amnestie af voor politieke dissidenten en stelde zijn eigen macht en functioneren ter discussie.

Op 18 juni 1990 werden de eerste vrije democratische verkiezingen gehouden in 44 jaar. Tot ieders verbazing won de communistische partij die als Bulgaarse Socialistische Partij (BSP) aan de verkiezingen deelnam. De royale winst werd vooral veroorzaakt door (opnieuw) de behoudende koers die men op het platteland wenste te varen. De Unie van Democratische Krachten (SDS) werd, met vooral steun vanuit de grotere steden, de belangrijkste oppositiepartij.

Ook de Beweging voor Rechten en Vrijheden (DPS), de partij waarin vooral de etnische minderheden met een Turkse achtergrond waren vertegenwoordigd, kwam in de oppositiebanken terecht. Ondanks het feit dat de communisten de absolute meerderheid in het parlement hadden, slaagden ze er niet in om behoorlijk orde op zaken te stellen. Het kamp viel min of meer in twee delen uiteen: een vooruitstrevend blok en een behoudend blok.

Op de BSP als totaal werd grote kritiek uitgeoefend toen geruchten begonnen door te sijpelen over de handel en wandel van de vroegere communistische partij. De strafkampen, geheime executies, de vervolging van dissidenten en de tijdens de val vernietigde dossiers brachten steeds meer duistere praktijken van het vroegere communistische bewind aan het licht. Toch slaagde de oppositie er niet in om het parlement naar huis te sturen, de beide communistische kampen sloten bij cruciale gelegenheden steeds op tijd de rijen weer. Ook het aantal mensen dat door de grenswachten zou zijn gedood tijdens hun poging om naar het buitenland te vluchten bleek steeds groter. Groter zelfs dan het aantal mensen dat omkwam tijdens hun pogingen om vanuit de DDR naar het vrije Westen te vluchten.

De socialisten wezen Petar Mladenov, de voorzitter van de voormalige staatsraad, aan om orde op zaken te stellen. Het lukte hem niet. De anticommunistische betogingen werden steeds vaker georganiseerd en kregen een steeds fanatieker karakter. Het volk wilde snel resultaten zien in de toegezegde economische en politieke hervormingen. Tijdens een van de betogingen werd in 1989 het hoofdkwartier van de socialistische partij in Sofia bestormd en in brand gestoken. Het leger gaf geen gehoor aan de oproep van Mladenov om hard in te grijpen. Mladenov moest terugtreden. In zijn plaats werd in 1990 Zhelyu Zhelev als interim-president naar voren geschoven, een filosoof zonder banden met het vroegere bewind.

Na zijn aantreden verontschuldigde de BSP zich openlijk voor de schendingen van mensenrechten, begaan tijdens de communistische regeerperiode. Ook trok de partij het boetekleed aan voor de economische chaos. Zhivkov werd als de boosdoener aangewezen, waarmee de socialisten van na die periode de schuld legden bij het vroegere communistische bewind. De vroegere president werd in november 1992 schuldig bevonden aan machtsmisbruik en tot zeven jaar gevangenisstraf veroordeeld. Hij overleed in 1999 en werd begraven op de algemene begraafplaats van Sofia waar hij een laatste rustplaats vond in het familiegraaf waar ook zijn populaire dochter Lyudmila begraven ligt. De partij werd gezuiverd, maar veel van de vroegere politieke kopstukken ontsprongen de dans, mede dankzij de (door hen zelf) afgekondigde amnestie.

De verkiezingen voor het parlement op 13 oktober 1991 leverden een krappe meerderheid op voor de SDS, waarmee de BSP voor het eerst in de geschiedenis haar parlementaire meerderheid moest prijsgeven. Filip Dimitrov werd de nieuwe president, dankzij het gedoogbeleid van de DPS, de Turkse minderheidspartij die zelf geen deel ging uitmaken van de regering. Hun steun was echter onontbeerlijk voor de minderheidsregering van de SDS, het verschil met de BSP bedroeg namelijk maar vier zetels in het voordeel van de democraten.

10 prachtige bestemmingen in Bulgarije