Het grootste deel van de combinaties wordt gevormd door de mensen die werken in de landbouw (180.000) en de opbrengst ervan gedeeltelijk verkopen. De meeste ‘bijverdiensten’ komen voor in de handel, mensen met een baan bij de overheid, in de industrie of in de landbouw, verkopen ook producten, bijvoorbeeld op de markt, in een winkeltje aan huis of op de stranden.

De (ambulante) handel is enorm en wordt uitgeoefend door bijna 600.000 mensen, groot en klein. Hiervan hebben er ongeveer 185.000 een bedrijfje of een winkeltje in welke vorm dan ook. De rest vindt een plaatsje op de markt, op straat of op het strand.

Het komt weinig voor dat de bevolking honger lijdt. Daarvoor is de grond te vruchtbaar en zijn de wateren te visrijk. Niettemin zijn er gevallen bekend van honger en ook van uitdroging. Op afgelegen plaatsen, zeker als de voorraad uit de schuren is en de nieuwe oogst nog op zich laat wachten volgt een zware tijd. Meestal is dat het gevolg van weersomstandigheden. Als het te lang droog blijft en er nog niet geoogst kan worden, kan dat honger betekenen met als gevolg een geringe weerstand en vitaminetekort zijn. Als de regentijd plotseling aanbreekt worden wegen onbegaanbaar en op de afgelegen plaatsen is het niet meer mogelijk een ziekenhuis of kliniek te bereiken. Ook dàn kan er niet geoogst worden. Waarschijnlijk zal er nog wel ergens geïmporteerde rijst te koop zijn, maar zonder geld (zie hierna) is dat voor veel mensen onbereikbaar. Alle omstandigheden bij elkaar zorgen soms voor een tragische afloop.

Uit de cijfers blijkt dat mensen in de landbouw vrijwel niets verdienen, maar dat heeft te maken met het feit dat zij zelf voorzien in hun eerste levensbehoeften en daarnaast hun producten verkopen of ruilen. Dat veel jonge kinderen desondanks ondervoed zijn heeft te maken met de eenzijdigheid van het voedsel.

De verdiensten bij een werkgever zijn over het algemeen laag. Er bestaat een groot verschil tussen de inkomsten van mensen die doorgeleerd hebben en mensen zonder aanvullende opleiding. Bovendien is de verhouding tussen chefs en medewerkers vaak scheef, een chef kan wel vijfmaal zoveel verdienen als zijn medewerkers. Daar staat tegenover dat een goedopgeleide vakman met ervaring, evenveel kan verdienen als een chef. Het gemiddelde inkomen (maar die verhouding is dus behoorlijk scheef) bedraagt iets minder dan 5.000 dalasis per maand.