De Pantanal
De Pantanal is een ongerept natuurgebied, een hoogtepunt voor iedereen. Ook wie niet direct een natuurliefhebber is zal hier onder de indruk raken van alles wat hij ziet: de vogels, de vissen, de bomen, het water, de rust en de mensen die hier vergroeid zijn met de natuur. Biologen hebben hier 600 soorten vogels geteld en 350 soorten vis, maar cijfers zeggen in dit verband niet zo veel. Het gaat meer om de ervaring en het gevoel om te zijn tussen duizenden vogels van allerlei soort, vissen in het heldere water te zien spartelen, steeds weer andere dieren in en tussen de bomen en struiken te zien, wakker te worden op een fazenda of in een boothut en alleen maar vogels en dieren te horen.
Men zou dit gebied kunnen vergelijken met zoiets als De Biesbosch of de Weerribben in Nederland, maar dan wel met dit verschil dat de Pantanal net zo groot is als het vroegere West-Duitsland en niet wordt bedreigd door verontreinigd water, zure regen en lawaai van auto’s. In de Pantanal heerst de natuur; de mens mag er alleen maar bij zijn. In de Pantanal kan men vogels en zoogdieren zien, die elders al uitgestorven of althans zeer zeldzaam zijn. Op elke rivierbedding ligt wel een aantal kaaimannen te zonnen. De capivara – de miereneter – ’s?werelds grootste knaagdier, schijnt er genoegen in te hebben toeristen te zien varen. Men ziet de tuiuiu, die op onze reiger lijkt maar een zwaardere snavel heeft met een zwarte kop, rode hals en witte vleugels, de rhea, ooievaars, ibissen, ijsvogels in verschillende varianten en dat zijn zo maar een paar namen uit de lijst van 600.Een beetje vogelliefhebber zal met een gids bij de hand lange lijsten van namen in zijn dagboek kunnen noteren.
Over het klimaat het volgende. De temperatuur is het hele jaar door gelijk (17-24 °C). In de winter/regenmaanden zijn er in het noordelijk deel nauwelijks vogels en in het zuiden zijn de vogels in winterrust. In april eindigt de regenperiode. De meest geschikte maanden om de Pantanal te bezoeken zijn augustus en september (als het in de zuidelijke staten van Brazilië juist kouder is).
Zowel vanuit het noorden als het zuiden lopen enkele wegen de Pantanal in. Daarna zijn er alleen vaarwegen. Vanuit het zuiden gaat men van Campo Grande via de BR 262 richting Corumbá. Bij Miranda, 198 km van Campo Grande, kan men rechtsaf de Pantanal in. Corumbá ligt nog weer 205 km verder aan de zoom van het natuurgebied. Vanuit Miranda en Corumbá worden tochten de Pantanal in gemaakt zowel met boten als met terreinwagens. Men slaapt op de boot of op een fazenda, een boerderij op een hogergelegen stuk grond in de Pantanal. Er zijn luxe jachten maar ook omgebouwde veerboten. Alles heeft zijn charme. Dat laatste heeft als voordeel dat men als gast op de boerderij een goede indruk van het leven van mensen en dieren aldaar krijgt.
Bekende fazenda’s in de zuidelijke Pantanal zijn Fazenda Caiman bij Miranda en iets verder, ook via Miranda te bereiken, de Fazenda Santa Clara. Bij Caiman is een particulier natuurreservaat. Met een heteluchtballon worden observatietochten gemaakt. Een boot haalt de expeditie op. Over de Rio Aquidauana gaan boottochten diep de Pantanal in.
Honderden papegaaien van velerlei soort leven rond de Fazenda Santa Clara, en dat is niet toevallig. Er wordt in de Pantanal jacht gemaakt op allerlei soorten vogels. De politie let daar scherp op en wie betrapt wordt verdwijnt in de gevangenis, terwijl de vogels die gevangen werden hun vrijheid terugkrijgen. Maar niet direct want in de war gebracht door hun gevangenschap zouden ze de herwonnen vrijheid niet overleven. Op Santa Clara worden ze daarom eerst in een grote volière bijeengebracht en dan op regelmatige tijden gevoederd. Na enkele dagen gaan de deuren open, maar het voederen gaat door. Langzaam gaan de vogels verder van huis, maar ze komen terug op de voedertijd net zo lang tot ze weer voor zichzelf kunnen zorgen. De wijze waarop de dieren hier worden verzorgd is een prijs van het Wereldnatuurfonds waard. Voor de gasten is het in elk geval een hoogtepunt.
Miranda is behalve een eldorado voor vissers ook een overstapplaats voor twee buslijnen en dus een overslagplaats voor lokale handelswaren en een plek voor familieontmoetingen. Maar Miranda ligt ook aan de spoorlijn naar Corumbá en er is een station. Corumbá (100.000 inwoners) aan de Boliviaanse grens ligt gedeeltelijk in de Pantanal aan de Rio Paraguai.
Wie met een auto naar de overkant van de Pantanal, naar Cuiabá, wil moet 1091 km rijden over Campo Grande dat linea recta over water 403 km ver ligt. Corumbá is een oud stadje uit 1778 en telt 90.000 inwoners. Er is een treinstation (São Paulo-Corumbá-Santa Cruz de la Sierra in Bolivia), een internationaal busstation en een vliegveld. Evenals in Recife heeft men ook in Corumbá een gevangenis omgebouwd tot een kunstgalerij (Casa do Artesaõ) met veel winkeltjes.
Corumbá ligt aan de ene kant in het moeras, aan de andere kant tegen het Urucum-bergmassief aan waar veel ijzer, tin en vooral mangaan gevonden wordt. De ontginningen zijn nog maar gedeeltelijk begonnen, men kan er echter wel excursies naartoe maken: Urucum Mineração S/Amorro do Urucum, 30 km van Corumbá. Vanaf het bergmassief heeft men bij helder weer een mooi panorama: de Pantanal. Het Urucum-massief is ± 1100?m hoog.
Rondreizen-Hotel
Reis met ons mee naar de mooiste plekken in zuidelijk Brazilië! We bezoeken niet alleen de bruisende stad Rio de Janeiro en de indrukwekkende watervallen...
Rondreizen-Hotel
Gun jezelf deze spectaculaire rondreis en ontdek in 25 dagen tijd letterlijk alle hoogtepunten van Zuid-Amerika! We bezoeken Peru, Bolivia, Argentinië en Brazilië; langs...
Rondreizen-Hotel
Ga met ons mee op reis naar de mooiste plekken in zuidelijk Brazilië, en sluit deze reis af aan het heerlijke strand van Cumbuco...