De stad die al in de antieke tijd bewoond was, speelde een belangrijke rol in de Tweede Wereldoorlog. In de herfst van 1942 gebruikten Tito’s partizanen een gebouw in Petrovac, dat nu te herkennen is aan de bronzen beelden in de voortuin, enige maanden als hoofdkwartier. In die periode had ook het eerste partizanencongres in deze stad plaats. Veel beroemder is echter Tito’s schuilplaats in het nabijgelegen Drvar.

Ten oosten van de weg van Petrovac naar Drvar ligt het gebergte van Osjecenica. Bij het dorp Kolunic staat een informatiebord met uitgezette wandel- en mountainbikeroutes. Aan de andere kant van dezelfde hoofdweg ligt het veel grotere natuurgebied Klekovaca. Ook in dit rotsachtige gebergte zijn verschillende gemarkeerde wandel- en fietsroutes, onder andere naar de hoogste top: de Velika Klekovaca van 1962 meter. Bij Podovi, bijna twintig kilometer zuidelijker en een stuk hoger dan Kolunic, gaat een weggetje richting Materici, negen kilometer verderop. Daar staat een informatiebord, waarop behalve de routes ook staat aangegeven waar de berghut is.