Queen Elizabeth nationaal park
Reeds in 1952 werd het gebied als nationaal park aangewezen en het behoort daarmee tot de oudste van de nationale parken in Uganda. Gelegen aan de oevers van zowel Lake George als van Lake Edward, aan de voet van de Rwenzori’s, met vrijwel alle soorten landschap binnen zijn grenzen, doorsneden door het Kazinga kanaal (de verbinding tussen Lake George en Lake Edward), is het ook een van de meest bezochte parken van Uganda. U hoeft echter niet bang te zijn dat anderen u voor de voeten lopen. UNESCO heeft de biosfeer van het park tot haar aandachtsgebied verklaard.
Aan het begin van de 20e eeuw begon het park al op een natuurlijke manier gestalte te krijgen. De mensen die in het gebied woonden vluchtten er weg vanwege de gevreesde slaapziekte. Tussen 1925 en 1947 bestonden er twee kleine wildreservaten: rond Lake George en aan de oevers van Lake Edward. In 1952 werden beide gebieden samengevoegd tot één geheel onder de naam Kazinga n.p. Nadat de Britse vorstin in 1954 een bezoek aan het park gebracht had werd het ter ere van haar herdoopt. Gedurende het regime van Amin werd de naam weer gewijzigd in Rwenzori n.p., maar toen het berggebied in 1991 als zelfstandig n.p. werd aangewezen kreeg het park zijn eerdere naam terug.
Zoals in vrijwel alle andere wildgebieden in Uganda, had ook het Queen Elizabeth n.p. veel te lijden van de oorlogen die in dit gebied werden gevoerd. De wildstand liep op een gruwelijke manier terug en het heeft er naar uitgezien dat er nauwelijks wilde dieren zouden overleven in dit gebied. Dankzij het feit dat reeds voor de aanvang van de oorlogen het park op een goede manier werd geleid en onderhouden, werd het mogelijk om betrekkelijk snel weer orde op zaken te stellen en met veel inspanning lukte het om een aanvang te maken met het herstel van de wildstand. Nog steeds is men echter nog lang niet op het oorspronkelijke peil terug.
Het park wordt gewoonlijk in twee sectoren opgesplitst: een noordelijk en een zuidelijk gedeelte, elk met eigen landschappelijke kenmerken. In het noorden bevindt zich het hoofdkwartier van het park nabij Mweya, in het zuiden is eveneens een administratieve eenheid, gevestigd in Ishasha. De twee delen worden gescheiden door het Kazinga kanaal en het loont de moeite om er een boottocht over te maken, zeker als u geïnteresseerd bent in vogels waaronder grote hoeveelheden pelikanen en grote concentraties nijlpaarden. Met wat geluk ziet u een olifantenfamilie die haar dorst komt lessen en mogelijk zelfs een dorstige leeuw of luipaard. Of de tamelijk zeldzame boomklimmende leeuw. De tocht duurt ongeveer 2 uur en de prijs is gebaseerd op een bezetting van een tiental personen. Zijn er meer dan wordt de prijs lager, zijn er minder dan stijgt de prijs.
Queen Elizabeth n.p. is een van de weinige parken in Uganda die dorpen binnen zijn gebied heeft, hetgeen een bezoek aan het park en het verblijf aldaar aanmerkelijk vereenvoudigt, want na een dag bent u in het park nog lang niet uitgekeken. Het grootste dorp is Katwe, in de nabijheid waarvan zich de belangrijkste zoutmijnen van het land bevinden. Lake Katwe vormt de belangrijkste bron van inkomen voor de inwoners van Katwe dankzij het zout dat er gewonnen wordt en de vis die in het meer gevangen wordt. Er is veel te zien en te beleven in het Queen Elizabeth n.p. Men kan er, behalve de al genoemde tocht op het Kazinga kanaal, boswandelingen maken, er zijn wegen waarlangs safari’s gemaakt worden en het is mogelijk om een bezoek te brengen aan het ‘weeshuis’ voor chimpansees. Het bevindt zich op een klein eilandje nabij Mweya. Er leven moederloze chimpansees op het eiland, chimps die ooit gevangen werden genomen of in gevangenschap werden geboren en overpopulatie uit de dierentuin van Entebbe. De dieren worden op het eiland voorbereid op een vrij leven ergens op het vasteland.
In het noordelijke gedeelte van het park bevindt zich een zevental kratermeren waarvan er vier met meer of minder moeite bereikt kunnen worden. Bij deze meren valt de hoeveelheid alkali op en dat kunt u ruiken. De naam van een van de meren, Nyamanuka, betekent letterlijk: beestenstank. De naam werd indertijd gegeven omdat men dacht dat bepaalde dieren een dergelijke geur verspreidden. De meren Lake Kikorongo en Lake Munyanyange zijn uitsluitend in de droge seizoenen en dan nog slechts met een 4WD te bereiken. Een uitstapje dat zeer de moeite waard is, maar vooral bestemd is voor de wat avontuurlijk aangelegde bezoeker.
Het zuidelijke gedeelte van Queen Elizabeth n.p. moet u eveneens gaan bekijken. Het eerder beschreven Kyambura Gorge maakt hiervan deel uit, maar er is nog een gebied dat de moeite meer dan waard is. Ook in dit gebied kunt u uitsluitend met een 4WD komen en eveneens buiten de natte seizoenen. Het is een pittige tocht waarvoor u een volle dag uit moet trekken. In het Maramagambo woud en rond het gelijknamige meer kunt u een schitterende wandeling maken onder begeleiding van een ranger die u op een geheel onverwachte manier en met veel kennis van zaken gedurende ongeveer 4 uur rondleidt. Vooral voor vogelliefhebbers is deze tocht buitengewoon interessant.
Ook rond en in de nabijheid van Lake Nyamusingiri is het vogelleven zeer interessant. Het gebied mag ook zonder begeleiding bezocht worden, maar u mist veel als u dat doet. In dit gedeelte van het park huizen veel aapachtigen, chimpansees gebruiken het gebied om er doorheen te trekken dus als u een familie te zien krijgt heeft u geluk. Horen doet u ze waarschijnlijk wel, maar zoals in veel dichtbeboste gebieden zijn de geluiden vaak spectaculairder dan hetgeen u te zien krijgt. Maar, ook oerwoudgeluiden kunnen zeer indrukwekkend zijn.
In het Queen Elizabeth n.p. kunt u vrijwel alle landschapssoorten verwachten. Niet voor niets bestaat er van de zijde van de UNESCO grote belangstelling voor het ecosysteem. Er zijn natte en droge savannen, kratermeren, moerassen en tropisch (regen)woud. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vrijwel alle dieren wel ergens een plaatsje vinden waar ze ongestoord kunnen leven zonder zich druk te hoeven maken over hun dagelijkse voedsel. Het meest uitzonderlijke dier, vrijwel uniek in Uganda maar ook elders een bezienswaardigheid van de eerste orde, is de boomklimmende leeuw. Ook op de grond verblijvende soortgenoten zijn volop aanwezig, net zoals de luipaard, het wrattenzwijn, grote kudden buffels, er zijn hyena’s, honderden Ugandese kobs, diverse soorten antilopen en natuurlijk duizenden nijlpaarden. Het zal u inmiddels duidelijk geworden zijn dat het aan aapsoorten evenmin ontbreekt, er zijn ten minste 10 soorten waargenomen waarbij nog aangetekend wordt dat er in dit park grote groepen bavianen leven.
Vogels? Meer dan 600 soorten! Uiteraard zullen de grote concentraties flamingo’s langs de kratermeren zich in uw belangstelling mogen verheugen, maar het is eveneens opvallend dat, dankzij de ecologische samenstelling van het park, er bijna alle soorten ijsvogels voorkomen. Verder vindt u er veel roofvogels waaronder diverse soorten valken en adelaars.
• Oppervlakte: 1978 km2
• Te bereiken vanuit: Kasese of Bushenyi
• Beste bezoektijd: het gehele jaar, het beste kort na de regentijd
• Diersoorten o.a.: olifanten, leeuwen, buffels, in totaal bijna 100 geregistreerde soorten
• Vogelsoorten: meer dan 600 soorten
• Landschap: heuvelachtig, zeer gevarieerd
• Verblijfsmogelijkheden: hotels in Kasese, luxe lodge in Mweya, kampeermogelijkheden nabij Ishasha
• Bijzonderheden: meest gevarieerde n.p. van Uganda
• Inlichtingen: Uganda Wildlife Authority in Kampala en hoofdkwartier in Mweya Lodge
• www.queenelizabethnationalpark.com
• Te bereiken vanuit: Kasese of Bushenyi
• Beste bezoektijd: het gehele jaar, het beste kort na de regentijd
• Diersoorten o.a.: olifanten, leeuwen, buffels, in totaal bijna 100 geregistreerde soorten
• Vogelsoorten: meer dan 600 soorten
• Landschap: heuvelachtig, zeer gevarieerd
• Verblijfsmogelijkheden: hotels in Kasese, luxe lodge in Mweya, kampeermogelijkheden nabij Ishasha
• Bijzonderheden: meest gevarieerde n.p. van Uganda
• Inlichtingen: Uganda Wildlife Authority in Kampala en hoofdkwartier in Mweya Lodge
• www.queenelizabethnationalpark.com
Katwe, z(g)out(d) mijn van Uganda
Aan de oostelijke oever van Lake Albert, bij plaatsjes zoals Kibiro die u op geen enkele kaart zult terugvinden, bevinden zich de belangrijkste zoutmijnen van Uganda. Behalve aan deze oevers wordt er ook zout gewonnen langs enkele kratermeren in het gebied waaronder Lake Katwe. Zout dat van de boorden van dit meertje is gewonnen wordt gezien als het beste in Uganda. Zout is door de eeuwen heen een zeer gewild artikel geweest en het is dan ook niet verwonderlijk dat een van de vele Banyoro prinsen een koninkrijk vestigde in dit gebied. Zout betekende macht. De geschiedenis van de mijnen gaat vele eeuwen verder terug. Naar schatting werd er nabij Kibiro al in de 8e eeuw zout gewonnen. In 1863 maakte Speke voor het eerst melding van de aanwezigheid van de zoutmijnen, zijn collega Grant rapporteerde erover in 1864. De eerste beschrijving over het procedé kwam van Emin Pasha, op zoek naar grotere rijkdommen. Naar men beweert zijn de methoden van zoutwinning niet veranderd in de laatste 600 jaar. Het enige wat aangepast werd zijn de ketels waarin het zout uiteindelijk gedestilleerd wordt: aardewerk is vervangen door metaal. Zoutwinning en -handel is vrouwenwerk. De zogenaamde ‘zouttuinen’ die de basis vormen bij de zoutwinning, zijn eigendom van vrouwen en het zijn ook altijd vrouwen op wie het eigendomsrecht overgaat. Het is uitgesloten dat iemand zo’n zouttuin zou kunnen kopen, huren is echter een mogelijkheid, vooropgesteld dat de huurder van het vrouwelijke geslacht is. Het weer is van groot belang bij de zoutwinning. Hoe meer regen des te minder zout. Verdamping speelt namelijk een allesoverheersende rol bij de productie. De voorbereiding van een zouttuin is eenvoudig: men ontdoet de vochtige, zouthoudende bodem van alles wat er eventueel op groeit, doorgaans slechts een slechte kwaliteit gras. Deze vochtige ondergrond wordt nu voorzien van een laagje droge aarde dat zich verzadigt met het zoute water dat zich in de ondergrond bevindt. Doordat het zich los op de onderlaag bevindt droogt het gemakkelijk als de zon gaat schijnen en is daarna eenvoudig te verwijderen. Om een hoge concentratie zout te bewerkstelligen wordt de losse bovenlaag diverse malen omgewoeld. Nadat de hoogst mogelijke concentratie bereikt is (of het weer roet in het eten dreigt te gooien) wordt de losse grond verzameld en in ketels opgeslagen, waarna er water aan wordt toegevoegd. Hierdoor ontstaat een soort pekelwater dat een uitweg vindt doordat er zich in de bodem van de ketels kleine gaten bevinden, meestal met een soort gaas afgedekt om de verzadigde aarde in de bovenste ketel te houden. Eronder bevinden zich namelijk waterdichte ketels en het is nu zaak om het water te verdampen. Dat gebeurt in speciale kookhutten waar de potten op een houtvuur worden verwarmd. Wanneer het zout tot een brij is ingedikt wordt het overgeschept in aarden vormen die uiteindelijk zoutklonten formeren van ongeveer 4 kilogram. Het hout speelt een belangrijke rol. Hoe meer hout men heeft hoe hoger de vuren, des te sneller kan er gedestilleerd worden. Hoe meer zout men kan fabriceren, des te meer hout kan men kopen. Het aantal zoutklompen dat tegelijkertijd vervoerd kan worden is dus eveneens van groot belang bij de voorbereiding van de fabricage van de volgende hoeveelheid zout.Rondreizen
Tijdens deze unieke natuurreis door Uganda ontdek je het groene hart van Afrika onder begeleiding van biologe Iris. Door met een bioloog...
Rondreizen
Tijdens deze avontuurlijke rondreis door Uganda ontdekken we het groene hart van Afrika. Wie vroeger graag de verhalen van Tarzan las, moet...
Rondreizen
Deze unieke rondreis door Uganda en Rwanda kan je eigenlijk niet aan je voorbij laten gaan. Ontdek de schoonheid van de vele...