Yinchuan, tempels en graven
Yinchuan, de hoofdstad van de autonome regio Ningxia Hui, is een vaak over het hoofd geziene stad te midden van het dorre landschap van China’s droge noordwesten, dat wordt bevloeid door de machtige Gele Rivier.
De smalle Autonome regio Ningxia Hui in China’s kale noordwesten wordt in het zuiden begrensd door Gansu, en in het noorden door Binnen-Mongolië. 20% van China’s islamitische Oeigoeren-minderheid woont in deze regio, hetgeen Ningxia de bijnaam “de islamitische regio” heeft opgeleverd. De Oeigoeren (Hui)-minderheid is afkomstig van de Zijderoute, die tijdens de Tang-dynastie Centraal-Aziatische handelaren naar China bracht. Daaropvolgende migratiegolven hebben deze bevolking verrijkt en vergroot.
Onlangs is Yinchuan verdeeld in drie wijken die door een 25 km lange weg met elkaar verbonden zijn, maar de plaatselijke bevolking ziet de stad nog altijd als in tweeën gedeeld. Het westelijke gedeelte is de nieuwe stad, het oostelijke deel de oude stad. De nieuwe stad is waar het spoorwegstation is, maar de meeste bezienswaardigheden en hotels bevinden zich in de oude stad in het oosten. Hoewel de meeste mensen Yinchuan als een doorgangsplaats voor verdere avonturen in Binnen-Mongolië gebruiken, bezit de stad genoeg persoonlijkheid en interessante bezienswaardigheden om een eigen plaats te verdienen.
Aangezien de Oeigoeren 28% van de bevolking van de stad uitmaken, is hun invloed overal in de stad zichtbaar. Of het nu de Arabische koepels van de stadsmoskee zijn die boven de lage horizon uittorenen, of de geur van geroosterd lam die tussen de markt-kraampjes hangt, het is evident dat Yinchuans erfenis even Centraal-Aziatisch is als Chinees. De oude stad slaagt er nog altijd in een slaperig tempo te behouden, met oude mannen met witte kalotjes op en lange pluizige baarden die langs de kant van de weg thee zitten te drinken.
De relaxte stad met haar door bomen omzoomde straten, haar mengsel van Oeigoerse en Chinese cultuur, verraadt niet de chaotische geschiedenis van de regio. Dit gebied, eens het toneel van de strijd tussen diverse koninkrijken die in naam trouw waren aan de Tang- en vervolgens de Song-dynastie, kwam tussen 1032 en 1277 onder de heerschappij van het machtige Westelijke Xia-rijk. De leider daarvan, Li Yuanhao, een etnische Tuoba (tuòbá), stichtte de Westelijke Xia-dynastie als een regionale macht in het noordwesten die haar eigen schrift en cultuur ontwikkelde. Helaas liet Dzjengis Khan, die aanvankelijk naar een bondgenootschap met het koninkrijk streefde, een afwijzing niet over zijn kant gaan. Maar tot zijn verdriet werden zijn invasiepogingen zes keer afgeslagen, waarbij zijn laatste veldtocht hem fataal werd. Hij leefde nog net lang genoeg om een laatste bevel te geven om het koninkrijk met de grond gelijk te maken.
Ondanks zijn orders is er in en rondom de stad nog heel wat te zien. De Chengtian-tempel (chéngtiïn sì) ligt in het zuidwesten van de stad. Op het tempeldomein staat de Chengtian Si-pagode (chéngtiïn sì ta), plaatselijk ook bekend als de Westelijke Pagode (xî ta). Deze pagode werd na de dood van Li Yuanhao opgericht door zijn weduwe, die daarmee hoopte een lang leven voor hun nog jonge zoon te verzekeren. Misschien doordat Dzjengis Khans ondergeschikten zijn laatste bevel om de Westelijke Xia te vernietigen met zoveel ijver uitvoerden, is dit de enige pagode van de bouw waarvan nog archiefstukken bestaan. De achtkantige pagode is 64,5 m hoog en werd in 1050 gebouwd. Beklim de pagode om een goed uitzicht over Yinchuan en de naburige Helan Shan (hèlán shïn) te krijgen. De tempel had oorspronkelijk twee binnenhoven; een daarvan wordt nu in beslag genomen door het Museum van Ningxia (níngxià bówùguan), dat vier tentoonstellingszalen heeft, gewijd aan de Westelijke Xia, cultuur en geschiedenis van de Oeigoeren, de geschiedenis van Ningxia en de prehistorische schilderingen van Helan Shan.
In het oude gedeelte van de stad staat de Nanguan-moskee (nánguïn qîngzhên sì), die oorspronkelijk aan het eind van de Ming-dynastie werd gebouwd en in 1981 werd herbouwd. De koepels in Arabische stijl verheffen zich duidelijk zichtbaar boven de vlakke horizon van de stad – een ongewoon gezicht, aangezien de meeste moskeeën in China gesinificeerde bouwstijlen overnemen die voor het ongeoefende oog moeilijk te onderscheiden zijn. De hoofdhal van twee verdiepingen hoog heeft de gebedszaal op de bovenste verdieping; als u hier op een vrijdag bent, de heilige dag van de moslims, lijkt de omgeving één zee van wit als de gelovigen hun witte kalotjes opzetten en knielen om te bidden. De gebedszaal biedt plaats aan 1300 vrome gelovigen. Er is ook een tentoonstellingszaal met teksten uit de koran. De moskee verwelkomt ook niet-gelovigen, hoewel men de etiquette in acht moet nemen en zich decent moet kleden.
De Haibao-pagode (haibao ta) in het noorden van Yinchuan staat op de fundamenten van een pagode uit de 5e eeuw. De oorspronkelijke pagode werd in 1739 door een aardbeving verwoest, en de huidige dateert van 1771. De pagode zelf is op een unieke manier gebouwd, met uitspringende nissen die haar een veelkantig aspect verlenen. Een klim naar de top wordt beloond met een spectaculair uitzicht over het land, de bergen in de buurt en de Gele Rivier. Een 7 m hoge boeddha rust in een van de hallen op het tempelterrein.
Ca. 30 km van Yinchuan liggen de Keizersgraven van de Westelijke Xia (xî xià wánglíng). In een gebied van 50 km² liggen 9 grote graven met de stoffelijke resten van de Westelijke Xia-keizers, plus 140 bijbehorende graven van hun hovelingen, van wie er sommigen misschien niet eens dood waren toen ze samen met hun keizer het graf in gingen. Veel van de graven zijn door de Mongolen vernield, waarna grafrovers het nog eens dunnetjes overdeden, maar zo nu en dan doen archeologen nog wel eens een vondst. De grafheuvels zijn piramidevormig, iets wat voor China uniek is.
Ca. 50 km ten noordwesten van Yinchuan liggen de bergen van Helan Shan. Zo’n 3000 à 10.000 jaar geleden hebben de mensen die in dit gebied leefden zichzelf vereeuwigd door verschillende taferelen uit hun leven en geloofsovertuiging op de rotswand te schilderen. Op de Helan Shan Yanhua (hèlán shïn yánhuà) site zijn meer dan 1000 petrogliefen ontdekt. Bij Helan Kou is een dal dat door het desolate berggebied snijdt. De meeste schilderingen bevinden zich aan weerszijden van dit dal, over een afstand van ca. 600 m. De kunstenaars uit de oudheid hebben levendige voorstellingen van de jacht, het hoeden van kuddes, gevechten, dansen en religieuze ceremoniën nagelaten, met veel van de menselijke figuren weergegeven in een abstracte stijl. Halverwege de berg is een imposante schildering van wat, naar men gelooft, een zonnegod is, en die alleen al is beslist de moeite van de wandeling waard. De Westelijke Xia hebben ook hun erfenis aan de rotswand toegevoegd door fraaie kalligrafische inscripties over de oude petrogliefen heen aan te brengen. Als de rotsschilderingen u niet kunnen boeien, dan zullen de bergen en uitzichten dat zeker wel doen.
Rondreizen-Hotel
China en Tibet, een mix van eeuwenoude culturen en nieuwe ontwikkelingen. China is een land met felle contrasten, van torenhoge wolkenkrabbers tot...
Hotel
Nieuw in ons aanbod is deze complete rondreis door zowel het noorden als het zuiden van Thailand! Al snel ontdek je dat...