De stad Salta
De stad van de (neo)koloniale architectuur
Salta is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en het vertrekpunt voor mooie en spannende excursies. Een stad met een rijk verleden, een verrassende architectuur en een relaxte uitstraling, waardoor het de meest bezochte stad van het noordwesten is en terecht! ‘Salta la Linda’ (het mooie Salta) wordt het door de Argentijnen genoemd en die zeker tot een van mijn favorieten behoort.
Je moet er minstens drie, vier dagen vertoeven. Profiteer van de mooiste excursies, maar geniet ook van de stad zelf. Vooral om zijn koloniale architectuur, maar ook nog om zijn provinciaalse karakter, ondanks de ruim 450.000 inwoners. Door zijn soms warme, bijna tropische temperaturen is de stad één groot terras. Niet voor niets betekende de naam Salta bij de indianen: ‘plaats om tot rust te komen’.
Salta ligt 1600 km ten noordwesten van Buenos Aires en 132 km ten zuiden van Jujuy. De stad werd in 1582 gesticht door de gouverneur van Tucumán, Hernando de Lerma, op terugreis van Peru naar Tucumán. Het was al lange tijd een stopplaats voor reizigers en handelaren op weg naar Bolivia en Peru. Daarna ontwikkelde de stad zich tot een belangrijke (handels)stop tussen Buenos Aires en Peru. Halverwege de 17de eeuw was Salta na Córdoba de belangrijkste stad van Argentinië.
Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Spanjaarden had Salta zijn eigen held: generaal Martín Miguel de Güemes. Hij vocht lange tijd met de gaucho’s voor de bevrijding (1814). Zijn leger bestond uit een stel ongeregelde en slecht getrainde gaucho’s, die Los Infernales (de duivels) werden genoemd, maar wel zeer heldhaftig waren. Elk jaar wordt 17 juni op feestelijke wijze met grote gaucho-optochten zijn dood herdacht rondom zijn standbeeld.
Wandelen rondom Plaza 9 de Julio
Plaza 9 de Julio is het hart van de stad en vormt een mooi vertrekpunt voor een stadswandeling. Deze buurt werd zo’n tachtig jaar geleden door de Argentijnse architect Angel Guido met zijn plannen tot terugkeer naar de traditie geheel gerenoveerd. In 1936 nam het stadsbestuur zijn verbouwingsplan aan. Het ging om een nationalistische restauratie. De stroming was anti-Europees en Salta moest koloniaal Spaans in zijn architectuur worden. Het resultaat van deze stadsvernieuwing was twijfelachtig, want privéhuizen en bouwplannen konden bekroond worden als ze in neokoloniale stijl werden gerenoveerd of gebouwd. Wat gebeurde was dat er overal smeedijzeren versieringen, houten vensterramen en balkons en witte muren terugkwamen. Het werd een fantasieloze renovatie. Maar goed, het resultaat was wel dat echte oude gebouwen goed opgeknapt werden en daar neem ik je mee naartoe.
Maar eerst de kathedraal. Deze werd gebouwd van 1858 tot 1882. Speciaal voor het 300-jarig feest van de stad ontworpen door drie Italiaanse architecten. De façade was toch te Italiaans, vond men, maar door deze marmerkleurig te verven zou het toch meer een Spaansachtige kerk worden. Ga zeker even naar binnen, want dat is de moeite waard. Ik vind het een van de mooiste kerken van Noord-Argentinië. Veel goud en rood, maar vooral het barokke altaar is schitterend. De twee belangrijkste beelden zijn van el Señor del Milagro en la Virgen del Milagro, de patroonheiligen van de stad. In deze kerk ligt ook de as van generaal Martín Miguel de Güemes, maar ook van andere belangrijke generaals, zoals Alvarado en Alvarez de Arenales.
Links van de kerk, in een fraai gebouw, bevindt zich El Arzobispado (het aartsbisdom) van Salta. Precies tegenover de kathedraal, aan de overkant van het plein, zie je de Cabildo (stadhuis) dat tussen 1789 en 1807 werd gebouwd. Nu is het Museo Histórico del Norte
Open van di. t/m zat. van 9-18 uur. Zondagochtend van 9.30-13 uur. Maandag gesloten.
Toen in de meidagen van 1817 de revolutie een feit werd, accepteerden de hoofdzakelijk Spaanse leden van de Cabildo dit niet en hielden de patriotten gevangen. Een gemeenteraadslid kon ontsnappen en na een spannende tocht van snel paarden wisselen en weinig eten, kwam deze man acht dagen later en 1600 km verder in Buenos Aires aan om het nieuws aan de Primera Junta (de eerste staatsraad) te vertellen.
De Cabildo is eenvoudig en solide van bouw, zoals dat gebruikelijk was in de koloniale tijd. De bovenbouw en toren zijn meer in Toscaanse stijl. Er zijn drie patio’s (binnenplaatsen), waar je de eerste meteen bij de hoofdingang kunt zien. Het is zeker de moeite waard dit museum te bezoeken. Je krijgt een goede indruk over de historische ontwikkeling van de stad en de regio. En op het balkon met zijn mooie ijzeren balustrade heb je een fraai uitzicht over het plein.
Open van di. t/m zon. van 10-13.30 en van 15.30-20.30 uur. Zondagmiddag gesloten.
Met de Cabildo in de rug ga je links aan de overkant de galerij door, waar je een groot imposant gebouw ziet, Centro de Cultura América (nr 23). De gevel is geheel in neoclassicistische stijl. Het is gebouwd in 1913 ter gelegenheid van het feit dat 100 jaar geleden de beslissende slag bij Salta tegen de Spanjaarden werd gewonnen. Ga naar boven en loop de grote hal binnen, die helemaal van marmer is. Daar is permanent een expotitie van lokale kunstenaars. Een etage hoger is de Salon Blanco de moeite waard om naar toe te gaan. Het hele plein is de laatste jaren goed opgeknapt, er staan veel jonge sinaasappelbomen, er is een autovrije zijde en alle grote koloniale gebouwen zijn gerenoveerd, want zo te zien hebben ze een frisse verflaag gekregen.
Om wat tot rust te komen na al dit culturele geweld, kun je genieten op een bankje aan de overkant op een van de mooiste pleinen van Noord-Argentinië, Plaza 9 de Julio. Palmbomen, bloemperken, fonteinen, en een muziektheater sieren dit plein. Of genieten op een van de terrassen aan de kant van Mitre. Alsof je ergens in Toscane op vakantie bent. Op nr. 77 heb je een interessant museum, NAAM (zie onder praktische informatie).
Wandelen langs de koloniale renaissance
Deze wandeling begint op de hoek van Caseros en Buenos Aires bij Hotel Salta, dat is nu zo’n gebouw uit de koloniale renaissance, gebouwd eind 1930. Ontworpen door het beroemde architectenduo José Aslán en Héctor Ezcurra, die de ontwerpwedstrijd hadden gewonnen.
Je loopt Caseros in en op nr. 417 is Casa Uriburu een echt koloniaal huis uit eind 1700. Hier woonde José Evaristo Uriburu, die tussen 1895-98 president van Argentinië was. Het huis heeft een andere bouw- en grondstructuur, want de kamers lopen bijvoorbeeld door van de eerste patio naar de tweede. Bij de tweede patio zie je rechts weer typisch een klassiek balkon uit die tijd. De familie Uriburu behoorde in die tijd tot de meest invloedrijke families in de stad. Je krijgt binnen een goed overzicht hoe deze familie in die tijd leefde.
Open van di. t/m za. van 9-19 uur. Zaterdag van 9-13.30 uur.
Iets verder op de hoek van Calle Córdoba zie je de mooiste kerk van Noord-Argentinië, de Iglesia de San Francisco. Ga er eind van de middag naartoe, want dan geeft de laagstaande zon met zijn goudgele gloed de fraaiste belichting om een foto te maken van deze in rode tinten geverfde kerk. Kijk eens naar de drie voorportalen, grotere kitsch kun je je niet voorstellen, want de pompeuze gordijnen in Lodewijk de Veertiende-stijl die er hangen zijn... geschilderd! De toren in Toscaanse stijl van 53 m hoog, wordt tot de smaakvolste van Zuid-Amerika gerekend. Het carillon is gegoten uit de kanonnen, die generaal Belgrano veroverd had op de Spanjaarden. De eerste kerk is in 1674 gebouwd, maar door vuur verwoest en de huidige dateert uit 1796. Binnen is de kerk geheel in barokstijl ontworpen door de Italiaanse architect, Luis Giorgi. Rechts van de kerk is een grote zaal met aardige regionale voorwerpen, die je kunt kopen. Het beeld voor de kerk is van de heilige Franciscus.
Als je Caseros vervolgt kom je na enkele blokken bij Calle Santa Fe, hier op de hoek heb je El Convento San Bernardo. Het is een prachtig gerestaureerd klooster in de adobestijl, met een indrukwekkende deur van cederhout, die de indianen in 1762 geheel in hun stijl uitgesneden hebben. Het is pas sinds 1864 een klooster, daarvoor was het het eerste hospitaal van de stad en oorspronkelijk een hermitage, gebouwd tussen 1586 en 1726. Het klooster is niet te bezoeken, maar de kapel wel.
Je loopt iets terug naar Calle Pueyrredón en sla dan rechtsaf, waar je het oudste huisje van de stad, uit 1732, op nr. 112 vindt. Salta heeft nl. twee zware aardbevingen gehad, die de stad grotendeels verwoest hebben. De eerste was in 1692 en de tweede in 1884, zodat er helaas weinig van het oude Salta over is.
Nu ga je via España, links richting Plaza 9 de Julio en op de eerste hoek van Deán Funes zie je een groot gebouw, Oficinas Nacionales. Vooral de façade valt op (dateert uit 1935) binnen in de hal het vele mozaïek. Dit gebouw is een van de mooiste voorbeelden uit de koloniale renaissance. Nu loop je naar Av. Belgrano dan rechts richting Paseo Güemes naar het laatste gedeelte van de wandeling. Deze (villa)wijk staat vol met de mooiste voorbeelden van de koloniale renaissance. Meteen na Av. H.Yrigoyen zie je al de fraaiste huizen in deze stijl. Het doet zelfs wat Moors of Andalusisch aan. Zoals rechts op nr. 54 Club 20 de Febrero maar wel gebouwd in...1948! Een ander mooi voorbeeld is aan de overkant op nr. 55, Casa Paz Chain, geïnspireerd op het Alhambra uit Granada in Spanje met al zijn bogen en zijn torens. Links op Pje. del Milagro zie je op nr. 278 en 270 ook nog van die opvallende huizen. Als je Paseo Güemes uitloopt kom je uit bij een plein waar een bombastisch monument staat, de held van de stad, generaal Güemes. Voor de Salteño’s een dierbaar persoon, want op 16 juni (zijn sterfdag) is er ’s avonds een grote gaucho-optocht naar dit plein met de 14 Fogones de la Noche (14 vreugdevuren). Om 12 uur ’s nachts is het een minuut stil ter nagedachtenis van het overlijden van de generaal, daarna blijven de gehele nacht gaucho’s de nachtwake houden. Achter dit plein op Ejécito del Norte is Museo Antropológico waar een goed overzicht is over de indianencultuur van deze provincie.
Open van ma. t/m vr. van 8-18.30 uur en zaterdag van 9-19.00 uur. Zondags gesloten.
De uitgaanswijk Balcarce
Deze wandeling is het leukst op zondag, want dan is er een gezellige antiek- en rommelmarkt in Calle Balcarce waar deze wandeling eindigt. Vertrekpunt is Calle Balcarce bij Plaza Belgrano en Av. Belgrano. Je loopt richting Santiago del Estero en links van je is een markant bouwwerk waar de Jefatura de Policia is gehuisvest. Een soort Spaanse burcht moet het voorstellen, want het was van origine een gevangenis. Ik heb dat ook in de stad Neuquén gezien, een merkwaardige manier om hoofdbureaus van politie onder te brengen in dit soort kastelen.
Enkele blokken verder is Plaza Belgrano, waar zaterdagmiddag een kleine rommelmarkt is en op zondag begint hier vanaf 10 uur de grote antiek- en curiosamarkt tot aan het stationsplein. Een mooi boomrijk plein met aan de andere kant Palacio Legistativo, ook wel La Casa de Los Leones genoemd, vanwege de twee grote bronzen leeuwen voor de ingang. Het werd in 1892 gebouwd als Casa de Gobierno (regeringsgebouw).
Je komt nu in het gedeelte van Balcarce waar de straat bekend om staat: van restaurants, cafés, pubs en discotheken. Hier speelt zich dan ook het uitgaansleven van Salta af. Balcarce en Necochea zijn de hipste straten van de stad. Daarom is het heerlijk wandelen tot aan het station, je ziet ook veel huizen uit de koloniale en de koloniale renaissancetijd. Een leuke mix met het hippe uitgaansleven. Het mooiste gebouw van de straat is Sociedad Español ook zo’n namaakkasteel en gebouwd in 1882 (je kunt er 's avonds eten)!
Bij het station kun je terugwandelen via 20 de Febrero, een straat met veel authentieke huizen. Bij dit station vertrekt de beroemde Tren a las Nubes ofwel de ‘trein naar de wolken’. Ga zeker een avond en vooral in het weekend in Balcarce uit.
Wandelen door het oude gedeelte van de stad
Het vertrekpunt is op de hoek van Caseros en Alberdi, bij Plazoleta IV Siglos. Het is een leuk pleintje waar eind van de middag de jongeren van Salta elkaar ontmoeten. Je loopt langs de galerij (Mitre) naar Calle España. Halverwege kom je langs ‘La Continental’ een enorme overdekte winkelgalerij, bij España ga je linksaf. Schuin aan de overkant op nr. 674 heb je Casa Moderna een wat ‘stoffige’ delicatessenwinkel (meer dan 90 jaar oud) waar je de heerlijkste worsten, broden, vleeswaren en drank kunt kopen. Achterin staan wat tafels waar je kunt lunchen of wat drinken omringd door oude affiches en vele voorwerpen.
Bij het volgende blok op nr. 732 is Casa de Güemes, een huis uit 1784, waar deze generaal heeft gewoond. Nu is het een klein museum met een mooie patio, ‘s avonds is er een restaurant met muziek en dans. Op de volgende hoek (Balcarce), Banco Hipotecario ook zo'n opvallend gebouw uit de koloniale renaissance. Een prachtig entree en kijk eens naar het ijzerwerk rondom de ramen.Niet interessant om naar binnen te gaan. Je gaat bij de volgende straat, 20 de Febrero naar links en bij Caseros ook weer naar links waar op de volgende hoek Casa de Leguizamón staat. Het werd gebouwd in 1810, maar halverwege 2012 stond het in de steigers. Rechts in Florida op nr. 20 heb je Casa de Arias Rengel, nu Museo de Bellas Artes. Gebouwd halverweg de 18de eeuw. Het is heel symmetrisch en bij de eerste patio kun je van buiten af op de galerij van de eerste verdieping komen. Dit huis was voor die tijd een van de toonaangevende bouwwerken. Het museum is zeker de moeite waard, want je kunt er prachtige schilderijen en houtsnijwerk uit de koloniale tijd zien.
Open van 9-13 en van 16-20 uur.
Op de hoek met Alvarado staat Casa Hernandez, een fraai koloniaal huis uit 1780. Het balkon op de hoek valt al meteen op en ook de dikke adobemuren. Het huis heeft drie mooie patio’s en met dat grote balkon op de hoek liet men zien hoe belangrijk men was in die tijd. Nu Mueseo de la Ciudad.
Open van 9-13 en van 16-20.30 uur. Zaterdag van 9-13 uur.
Deze straat Florida en parallel Alberdi zijn de twee peatonals, voetgangersstraten, van Salta waar het altijd gezellig vertoeven is tot ‘s avonds laat. Als je via Alvarado naar Alberdi loop kom je op nr. 625 langs het smaakvol gerenoveerde huis van generaal Alvarado. Deze generaal heeft met generaal San Martín meegevochten voor de onafhankelijkheid van het land.
De teleférico (gondellift)
Een andere aangename wandeling is naar Parque San Martín waar een teleférico (gondellift) je naar de Cerro San Bernardo brengt. Op ruim 1400 m heb je daar een mooi uitzicht over alle rode daken van de stad. Er is ook een aardig café met een terras.
Elke dag vanaf 10 tot 19.30 uur kun je met de kabelbaan naar boven. Als afwisseling kun je daarna naar beneden lopen en kom je uit bij Paseo de Güemes en het standbeeld van generaal Güemes.
Naar San Lorenzo
Heb je een dagje over dan raad ik je het dorpje Villa San Lorenzo aan. Zo’n 11 km ten noordwesten van Salta, waar je heerlijk kunt wandelen en paardrijden, want de omgeving is mooi, bergachtig met veel groen. Het dorpje heeft een Toscaanse en plezierige sfeer, met mooie huizen en enkele goede restaurants. Zoals Lo de Andrés op de hoek van Juan Carlos Dávalos en Gorriti of El Castillo in dezelfde straat op nr. 1985. Deze laatste is ook een goed hotel. Av. San Martin en Juan Carlos Dávalos zijn de belangrijkste (winkel)straten. Wil je er overnachten dan raad ik je Hotel boutique Las Moras (0387-4921757) aan, in Av. Juan Carlos Dávalos 968.
Of Casa Hernández (0387-4922502) waar de Nederlanders Alex en Rijkje de eigenaars zijn. Gelegen in een bosrijke omgeving is het heerlijk daar te vertoeven. Zij ontvangen je hartelijk en adviseren je graag bij je (dag)trips.
De bus (no. 15) vertrekt elk halfuur uit Salta vanaf de busterminal naar San Lorenzo.
Rondreizen
Rondreizen
Rondreizen-Hotel