Rondje Glurns-Prad
Vanuit Glurns kunt u via weg 41 via Taufers doorrijden tot aan Valchava. U bent nu de grens met Zwitserland gepasseerd. Van daaruit kunt u via een spectaculaire weg (niét voor beginners) Val Muraunza doorsteken en via de op 2503 meter hoogte gelegen Umbrailpass Zwitserland verlaten naar het Stilfser Joch op 2760 meter hoogte. Weg 38 (óók niet echt simpel met z’n 48 haarspeldbochten) brengt u dan weer via Prad op de weg door Vinschgau. De lengte van dit rondje Müstertal bedraagt ongeveer 50 kilometer. Om de route weer op te pakken hoeft u slechts 5 kilometer terug te rijden u bent dan weer in Schluderns en het daaraan grenzende Glurns.
Het is ook zeer de moeite waard om aan dit rondje een aparte dag te besteden. U heeft dan bijvoorbeeld tijd om een kijkje te nemen in Taufers waar zich twee ruïnes bevinden van waaruit in vroeger dagen de bisschoppen van Chur regeerden: de burcht Rotund en de Reichenburg, beide uit de 12e eeuw. U kunt een bezoek brengen aan de prachtige, in 1220 gebouwde St.Johannkapel. U kunt plaatjes schieten in Santa Maria en, aan de andere kant van het dal, halverwege het Stilfser Joch en Prad via weg 622 (vanuit Gomagoi) diep doordringen in het Nationalpark Stilfser Joch en u vergapen aan de machtige bergwereld vanuit Sulden. Hier heeft u ook een mooi uitzicht op de hoogste berg van Zuid-Tirol de 3905 meter hoge Ortler. Als u zich met een van de kabelbanen, vlak voor Sulden verder naar boven laat brengen bent u omgeven door een wereld van drieduizenders.
In Prad vindt u nog een groot aantal huizen uit de 16e eeuw, een aantal ervan is buitengewoon fotogeniek.
U gaat rechtsaf Vinschgau in, richting Meran. Een tweetal plaatsjes vraagt nog om aandacht: Laas en Latsch. Al sinds de Romeinse tijd is steenhouwen een belangrijke economische activiteit in de omgeving van Laas. De steen, ook wel ‘Laaser marmer’ genoemd, wordt voor vele doeleinden gebruikt. De steengroeven bevinden zich tot op een hoogte van 2000 meter en er is een speciale trans-portband ontworpen om de grote brokken steen in het dorp te krijgen. De steen wordt in plakken ‘gesneden’. Het bijzondere aan deze plakken is dat het tot een dikte van 1 centimeter bijna doorzichtig is. De van oorsprong witte steen wordt in diverse kleuren geverfd, vanwege de poreusheid van het gesteente kunt u ervan uitgaan dat het kleurecht is. De steen wordt naar vele landen geëxporteerd. In het stadje kunt u op diverse plaatsen kennisnemen van de manier waarop de steen wordt bewerkt en toegepast. Ook in de parochiekerk is het marmer verwerkt. Als u een pittoresk kerkje wilt fotograferen dan moet u net buiten het dorp zijn. Op een kleine heuvel staat daar, omringd door een muur, de kleine St. Sinisiuskerk. Hoelang de heuvel al bewoond werd is niet duidelijk, waarschijnlijk reeds ver voor het begin van onze jaartelling. De kerk werd in de 8e en de 9e eeuw gebouwd en in de 12e eeuw voltooid in zijn huidige vorm.
In het centrum van Latsch staat de in 1525 voltooide parochiekerk gewijd aan Petrus en Paulus. Nabij deze kerk bevindt zich Burg Latsch, een van de vele kastelen die u in dit gebied kunt bewonderen. De andere kerk, de Heilige Geest kerk, behoorde tot het vroegere ziekenhuis en werd in de 14e eeuw gebouwd en gedurende de 15e en de 16e eeuw uitgebreid en vernieuwd. De fresco’s in de kerk zijn rond 1600 aangebracht, maar het pronkstuk wordt gevormd door het hoofdaltaar. De beroemde schrijnwerker Jörg Lederer voltooide het altaar en nog enkele andere stukken in de 16e eeuw. Opmerkelijk in het dorp is het ‘rode kasteel’, de kleur laat zich raden, het is een voormalig jachtslot uit de 16e eeuw. Het rode stucwerk werd in de 17e eeuw aangebracht. De barokke Annakapel bevindt zich naast het slot, nu u er toch bent zeker het bekijken waard.
Vinschgau (Val Venosta)
Het 3-sterrenhotel Ingram is gelegen in het Italiaanse plaatsje Selva Di Val Gardena, Zuid-Tirol. Hotel Ingram heeft een lange traditie van 100 jaar....