Zagreb stad

Swipe

Naar Kaptol en Gradec

Het plein heette oorspronkelijk Harmica. Al in 1854 kreeg het zijn huidige naam. In 1947 werd het plein omgedoopt en men noemde het in de periode tot 1990 Plein van de Republiek. Dat paste beter in de toenmalige politiek. Het beeld van Jelačić staat sinds 1866 op het plein. Het herinnert aan een van de belangrijkste voorvechters voor een onafhankelijk Kroatië. Jelačić leefde van 1801 tot 1859 en was kolonel in het leger, maar ook ban van Kroatië. In 1848, het jaar van de vele veranderingen, schafte hij de slavernij in Kroatië af. Het beeld is van de hand van de Oostenrijkse kunstenaar Anton Dominik Fernkorn.

Karl Marx noemde Jelačić al in 1848 een contra-revolutionair in Oostenrijkse dienst. Op basis van die uitspraak en in verband met de goede relaties die Joegoslavië met Rusland onderhield, werd het beeld in dezelfde periode (1947-1990) verwijderd.

U verlaat het plein in oostelijke richting via Jurišićeva. Als u de voetgangerszone achter u gelaten heeft bevindt zich aan de linkerkant het postkantoor. U volgt de straat tot aan het beursplein, Trg Burze. Het gebouw van de beurs doet tegenwoordig dienst als onderkomen voor de nationale bank. Opvallend zijn de geweldige kolommen waarlangs u dit gebouw kunt binnengaan. De architecten probeerden hiermee de kracht van het leven uit te beelden. Het is een schepping van de architecten Hugo Ehrlich en Vikto Kovačić. In het gebouw is veel marmer verwerkt.

Als u even de moeite neemt om schuin rechtsaf Račkoga in te lopen ziet u op Trg Hrvatska Velikana (het plein van de Kroatische edelen) een van de vele tentoonstellingsgebouwen die Zagreb rijk is. Het werd kort voor de Tweede Wereldoorlog voltooid en het werd gebouwd naar een ontwerp van de beroemde beeldhouwer Ivan Meštrović. In het gebouw is het Kroatisch centrum voor kunstenaars gevestigd.

U kunt rond het gebouw lopen en terugkerend naar Trg Burze ziet u tegenover de bank het gebouw van het ministerie van onderwijs, cultuur en sport. U wandelt nu rechtsaf Drašković in waarna u linksaf Vlaška ingaat. Op de hoek van deze twee straten kunt u duidelijk het verschil zien tussen oud en nieuw Zagreb. Oostelijk leidt de straat naar moderner gebouwen, u kunt als het ware de overgang van de 19e naar de 20e eeuw wandelend beleven. Nieuw Vlaška, aan de linkerzijde, eindigt op Trg Kvaternikov, waar zich een van de grootste openluchtmarkten van de stad bevindt. Na het plein krijgt de weg een andere naam: Maksimirska. Aan het einde dáárvan vindt u links het bekendste park van Zagreb: het Maksimirskapark waarin zich onder andere de dierentuin van Zagreb bevindt. Het is een dierentuin die al meer dan 200 jaar oud is. In 1790 gaf de bisschop van Zagreb Maksimilijan Vrhovec er de aanzet toe.

Na dit uitstapje (hoewel het woord uitstapje minder doet vermoeden, als u naar de dierentuin wilt kunt u beter met de tram gaan) in het nieuwere gedeelte van Zagreb, gaat u terug naar het uitgangspunt en vervolgt u uw weg in westelijke richting. Dit gedeelte van Vlaška wordt ook wel oud Vlaška genoemd. Aan de rechterkant (u loopt als het ware weer terug naar het centrum), staat het standbeeld van de bekende novelschrijver en dichter August Šenoa (1838-1881), leunend tegen een reclamezuil zoals u er tientallen in Zagreb ziet. Veel van zijn werken droeg hij op aan de stad Zagreb. Hij werd in deze straat, op nummer 43, geboren als zoon van de kleermaker van de bisschop. Een bronzen gedenkplaat aan de gevel herinnert aan Šenoa. Het beeldhouwwerk is een schepping van Marija Ujević. In de straat bevindt zich ook de Sv. Martinakapel die dateert uit 1674, waarin zich de oudst bekende grafsteen bevindt. Deze steen herinnert aan Radoslav de Gara die in de 13e eeuw in Zagreb groot aanzien genoot.

U volgt Vlaška en bereikt door rechts aan te houden, via Bakačeva de kathedraal. Voordat u zover bent ziet u recht voor u Pod Zidom en op de hoek met Bakačeva kunt u nog een gedeelte van de muur terugvinden die in vroeger dagen Kaptol beschermde tegen invallen. De naam Pod Zidom herinnert dan ook aan die versterking, het betekent: onder de muur. In Bakačeva zélf (genoemd naar de Kroatische ban Tomo Bakač Erdody die de Turkse invasie in Europa in 1593 een halt toeriep), stond tot 1862 de gelijknamige poort die toegang gaf tot de zuidelijke ingang van Kaptol.

Voor een bezoek aan Kaptol (letterlijk vertaald: hoofdstuk, in dit geval een hoofdstuk uit de bijbel) en het iets hogerop gelegen Gradec kunt u gerust een dag uittrekken. In weinig steden zult u zoveel historische gebouwen, kunst en kunsthistorie bij elkaar aantreffen. Maar ook een simpele rondwandeling waarbij u een kijkje neemt in de kathedraal, een bezoek brengt aan de bovenstad met onder andere de Sv. Markovkerk, of de Lotršččićićaktoren beklimt vanwaar u een prachtig uitzicht op de omgeving heeft, zal een onuitwisbare indruk achterlaten.

De kathedraal is zonder twijfel het meest markante bouwwerk van de stad. Men spreekt over ‘de kathedraal’ en iedereen weet dan waar het over gaat. De kathedraal is gewijd aan Maria(-Hemelvaart) en de heilige koningen Stjepan en Ladislav. Om die reden wordt de kathedraal soms aangeduid als de Marijakathedraal (ook al vanwege het torenhoge goudkleurige Mariabeeld dat zich voor de kathedraal bevindt), soms als de Stjepankathedraal. De geschiedenis ervan is lang en bewogen, door de loop van de eeuwen onderging de kathedraal vele gedaanteveranderingen. Nadat de bisschop zich in 1094 op deze plaats vestigde, ontstond er een Romaanse kerk. Na de verwoesting ervan in 1242 door de Tataren, werd de kerk in gotische stijl herbouwd. Aan het begin van de 17e eeuw werd de kathedraal door brand grotendeels in de as gelegd wat herbouw opnieuw noodzakelijk maakte. Ditmaal gebeurde dat in renaissancestijl. Om bij de tijd te blijven kreeg het gebouw een barok tintje, maar de aardbeving van 1880 richtte opnieuw grote schade aan. Het interieur van de kathedraal en de meeste veranderingen die na de brand waren aangebracht, bleven echter behouden of konden worden gerestaureerd.

De architecten Schmidt en Bollé kregen daar de opdracht toe en voltooiden het karwei tussen 1880 en 1892. Ze gaven de kathedraal het huidige nieuwgotische uiterlijk. Op de plaats van de vroegere klokkentoren die tot 1880 het beeld van de stad bepaalde, verrezen twee nieuwe torens. Niet geheel duidelijk is waarom de ene 104 meter hoog is en de andere 105 meter. In de driebeukige kathedraal en de bijbehorende sacristie bevinden zich vele kunstschatten, waaronder een drieluik van (waarschijnlijk) de beroemde Duitse schilder Albrecht Dürer (1471-1528). Alle aartsbisschoppen en bisschoppen van Zagreb zijn in de kathedraal begraven. Opvallend en niet over het hoofd te zien is de tombe van kardinaal Alojzije Stepinac (1898-1960, hoogste gezagsdrager in de kathedraal vanaf 1937 tot aan zijn overlijden) die werd ontworpen door de bekende kunstenaar Ivan Meštrović. Op het graf van de als verzetsheld uit de Tweede Wereldoorlog vereerde Stepinac, worden dagelijks verse bloemen gelegd. Verder vonden bekende inwoners van Zagreb als Petar Zrinski, Fran Krsto Frankopan en Eugen Kvaternik er hun laatste rustplaats.

De kathedraal heeft een schitterend en wereldberoemd orgel, gebouwd in 1855 door Walcher in Ludwigsburg dat in 1974 geheel werd gerestaureerd. Onder de vele altaren die de kerk telt bevinden zich ware kunstwerken en dat geldt onverkort voor de bisschopszetel. Ter gelegenheid van de viering van het 900-jarig bestaan van het bisdom Zagreb droeg paus Johannes Paulus II in 1994 in de kathedraal een herdenkingsmis op. Voor de kathedraal bevindt zich een beeld van Maria, hoog op een kolom geplaatst. Vier engelen aan de voet van de kolom bewaken de maagd. Het werk is een schepping van Anton Dominik Fernkorn, de Oostenrijkse beeldhouwer die ook tekende voor het beeld van Jelačić en het later nog te bezoeken beeld van St. George en de draak op het plein voor het nationale theater.

In de nabijheid van de kerk bevindt zich het bisschoppelijk paleis, eveneens de moeite van een bezoek meer dan waard. Ook hier herinnert veel aan aartsbisschop Alojzije Stepinac. Kaptol ligt wat lager dan Gradec, de bovenstad, die vanuit Kaptol gemakkelijk te bereiken is. U kunt goed zien dat beide delen vroeger afzonderlijke vestingen waren (die elkaar het leven behoorlijk zuur konden maken en diverse oorlogen met elkaar uitvochten). Muren van ongeveer 75 centimeter dikte omringden het Kaptol, Gradec bouwde zijn eigen muren die op sommige plaatsen wel 2 meter dik waren. In 1469 begon men met de bouw van de muren rond Kaptol, maar zowel de muren als de poorten zijn vrijwel verdwenen. Aan de oostzijde kunt u, het beste vanuit het Ribnjak park, restanten van de muren zien die bewaard gebleven zijn.

Vanuit de iets hoger gelegen Opatovina zijn restanten te vinden van de westelijke muur. Een tweetal vestingwerken, vroeger torens, is nog wel terug te vinden, de vroegere noordoostelijke toren bevindt zich op Kaptol 18, de noordwestelijke toren er recht tegenover op Kaptol 15. De eerste werd gebouwd aan het einde van de 15e eeuw, de tweede is 200 jaar jonger. Het Kaptol is genummerd als een plein. De huisnummers lopen rond en het zal niet moeilijk zijn om een aantal markante gebouwen te ontdekken. Let er echter op dat door aan- en bijbouw er op enkele plaatsen dubbelnummeringen ontstaan zijn. Helaas zijn er geen huizen meer overgebleven waar de priesters vroeger woonden. Branden hebben de houten huizen verwoest. De meeste huizen aan Kaptol dateren, nét als de noordwestelijke Prišlinova Kula toren, uit de tweede helft van de 17e eeuw. Dat maakt ze niet minder bezienswaardig, al geven de vele tv-antennes op de daken er toch niet dát cachet aan dat men er zou verwachten.

Vrijwel alle gebouwen zijn vroegere curies, bewoond door bisschoppen en geestelijken die het bisdom bestuurden. De panden op nummer 8, in gebruik als theater (Komedija), en nummer 28 zijn goede voorbeelden van barokke bouwstijl. In het huis op nummer 13 woonde de historicus Franjo Rački. Tegenwoordig worden er (exclusieve) stropdassen verkocht. In vrijwel alle huizen zijn gedenkstenen aangebracht aan de hand waarvan men een indruk krijgt van de geschiedenis ervan. De opschriften zijn echter uitsluitend in het Kroatisch. Het grootste gebouw, op nummer 29, was vanaf 1576 in gebruik als seminarie.

Op deze plaats stond eens het huis van Franjo Filipović, een geestelijke die in 1570 door de Turken gevangen genomen werd. Dat zou hem tot nationale held gemaakt hebben, ware het niet dat hij zich tot de islam bekeerde. De bewoners van Kaptol verfden zijn huis daarom zwart. Het gebouw kreeg de bijnaam ‘zwarte school’. Het huis zélf werd in 1827 afgebroken. Reeds in 1627 was er een vleugel aangebouwd die beter voldeed aan de eisen van de tijd. Op de plaats van het oorspronkelijke huis verrees een soortgelijk gebouw in dezelfde stijl en zowel het hoofdgebouw als de westelijke vleugel kreeg een verdieping. In opdracht van bisschop Alagović werd rond 1830 de oostelijke vleugel eraan toegevoegd, in 1880 gevolgd door de zuidelijke uitbouw waar Herman Bollé de opdracht toe kreeg. Wat er ook veranderde, de naam bleef.

Nog steeds worden school en seminarie aangeduid als ‘zwarte school’. Binnen de muren van Kaptol vindt u nóg een kerk, de Sv. Franjo, St.-Franciscuskerk, gesticht door Franciscus van Assisi toen hij, als bedelmonnik, aan het begin van de 13e eeuw Zagreb bezocht. Oorspronkelijk was de kerk gotisch, na de aardbeving van 1880 heeft men het bouwwerk in neogotische stijl gerestaureerd. Op het hoofdaltaar bevindt zich een schilderij met een afbeelding van de stichter, gemaakt door de Kroaat Celestin Medović. De glas-in-loodramen zijn eveneens van een Kroatische kunstenaar, Ivo Dulčić die in 1975 overleed en tot de grote Kroatische kunstenaars van de 20e eeuw wordt gerekend.

Aan de zijkant van de kerk, op Kaptol, begint Opatovina. De straat buigt naar links en loopt dan parallel aan Kaptol. De huizen in deze straat waren bestemd voor de burgerij, het gewone volk. De oudste huizen dateren uit 1476, maar de meeste zijn gebouwd in de 18e en 19e eeuw. De lelijke en fantasieloze huizen ertussen zijn gebouwd in het midden van de 20e?eeuw, men probeert door renovatie ervan een beetje aanpassing te vinden bij de charme van de overige huizen. Opatovina is een ontmoetingsplaats geworden met aan de rechterzijde tal van barretjes en restaurants, aan de linkerzijde winkels die doen denken aan een halfoverdekte markt. De muur die het klooster in vroeger dagen omgaf is daardoor nauwelijks meer terug te vinden.

Op de muren van diverse huizen in Opatovina, waarvan er een aantal hard aan renovatie toe is, zijn eveneens gevelplaten aangebracht die iets vertellen over de geschiedenis van het huis of de vroegere bewoners ervan. Wandelend over Opatovina bevindt zich aan het einde daarvan Dolac, de grootste markt van Zagreb, deels in de open lucht, deels overdekt. Vroeger stonden hier huisjes maar deze zijn in 1925 afgebroken. Dit waren overigens niet de originele huizen, de meeste daarvan zijn tijdens de brand van 1786 verwoest. Slechts één ervan is bewaard gebleven, u vindt deze op nummer 7. De Sv. Marijakerk, (op Dolac 2 rechts) dateert uit het begin van de 14e eeuw, het huidige bouwwerk is een zeer fraaie, maar helaas wat verwaarloosde, barokke renovatie.

U bevindt zich nu tussen de muren van Kaptol en Gradec en de huizen die daar staan werden als arbeiderswoningen gebouwd in de 18e en 19e eeuw. Het is de oudste arbeiderswijk van Zagreb en Tkalčićeva, nadat u de trap naast de kerk bent afgedaald rechtsaf, laat goed zien hoe de arbeiders in die tijd woonden. Ook in Tkalčićeva overheerst het uitgaansleven. Tegenover nummer 14 bevindt zich Krvavi Most die u naar Radiceva voert. Krvavi Most betekent ‘bloedbrug’ en de naam heeft alles te maken met de vele slachtoffers die in deze omgeving vielen tijdens de bloedige gevechten tussen Kaptol en Gradec.

Radićeva wordt doorgaans bij de oude naam genoemd: Duga Ulica (Langstraat). Vroeger was deze straat het handelscentrum van de stad en in 1880 werd op nummer 30 de eerste Kroatische spaarbank geopend. Het huis ernaast op nummer 32 is een schepping van de bekende Zagrebse architect Bartol Felbinger. Nog steeds zijn er tientallen winkels in de straat. Het geeft u de gelegenheid om regelmatig even een etalage te bewonderen en tegelijkertijd wat uit te rusten tijdens uw klim naar Kamenita vrata (Steenpoort), de enige overgebleven oorspronkelijke toegang tot de bovenstad.

U passeert het veel gefotografeerde beeld van St. Joris en wandelt door de poort die, zoals zovele andere bouwwerken, ook niet meer in originele staat is. Hij werd voor het laatst herbouwd in 1760. Vroeger was het poortgebouw grotendeels van hout en tijdens een grote brand in 1731 werd deze geheel in de as gelegd. Volgens de overlevering werd een houten schilderij met een voorstelling van de Heilige Maagd met Kind, ongeschonden uit de as gehaald. U kunt het schilderij nog steeds bewonderen. Velen zien het als een soort bedevaartsplaats en kennen bovennatuurlijke krachten toe aan het schilderij. De gouden kroon op het hoofd van Maria en de lijst werden in 1931 aan het schilderij toegevoegd, de kroon op het hoofd van het Christuskind enkele jaren geleden.

Als u de omweg van het Kaptol naar Kamenita vrata wilt vermijden, kunt u via trappen rechtstreeks vanaf de Sv. Franjokerk naar de bovenstad klimmen. U mist dan wel de gezelligheid van Opatovina en Dolac. Nadat u de poort gepasseerd bent bevindt u zich op Trg Markov (het Marcusplein) met daaraan de gelijknamige en eveneens vele malen gerestaureerde kerk. Op vele ansichtkaarten staat deze kerk, met de op het dak ingelegde kleurige wapenschilden, afgebeeld. Links de bij elkaar gevoegde wapenschilden van Kroatië, Dalmatië en Slovenië (links, rechts en onder) en rechts dat van de stad Zagreb. De kerk dateert uit de 13e?eeuw en werd gebouwd als parochiekerk voor Gradec. Het interieur is bijzonder fraai en vooral het beeldhouwwerk, waaronder werken van Ivan Meštrovič, valt op.

Het atelier van Meštrovič bevindt zich in de nabijgelegen Mletačka. Aan de oostzijde van het plein bevinden zich de parlementsgebouwen (Sabor) van Kroatië en aan de westzijde het gebouw dat vele jaren dienst deed als ambtswoning van de ban van het land. Ook het gerechtsgebouw was hier gevestigd. De naam van het gebouw herinnert daar nog aan: Banski dvori (gerechtsgebouw van de ban). Vanaf Pasen tot oktober kunt u op zaterdag en zondag bij de kerk het wisselen van de wacht meemaken. Soldaten in kleurrijke uniformen dragen, precies om twaalf uur, aangegeven door een kanonschot, de wacht aan elkaar over. Als u, komend van Vrata Kamenita, het plein recht oversteekt komt u in Matoševa waar zich, naar men zegt, het mooiste huis van de bovenstad bevindt. Het staat, op nummer 9, bekend als het Vojković-Oršić-Rauch huis, gebouwd in 1764 als danstheater. Het werd in 1931 als ambtswoning van de burgemeester van Zagreb in gebruik genomen. Sinds 1959 is het Kroatisch historisch museum erin gevestigd en u heeft dus de mogelijkheid om het huis ook van binnen te bekijken.

Trouwens, het museum met permanente tentoonstellingen over de politieke, militaire en culturele geschiedenis van het land is sowieso een bezoek waard. Vanaf het plein wandelt u in zuidelijke richting via Čirilometodska, genoemd naar de Slavische geestelijken Cyril en Methodius. Ook de kerk en het seminarie in de straat zijn aan hen gewijd. Op nummer 3 is de Galerij voor Primitieve Kunsten gevestigd (Galerija Primitivne Umjetnosti) waar u een fraaie verzameling beschilderd glas kunt bewonderen uit de Hlebine school.

Het huis op nummer 5 wordt door de inwoners van Zagreb ‘het oude stadhuis’ genoemd. Het gebouw dateert van 1832, maar geschriften wijzen al naar een gemeentehuis op deze plek sinds 1439. Behalve als gemeentehuis werd het ook gebruikt als theater. Tegenwoordig wordt het uitsluitend gebruikt voor representatieve doeleinden en er worden huwelijken gesloten. In het tumultueuze jaar 1848 vergaderde het Kroatische parlement er. In de tijd dat het als (Stanković) theater dienst deed, vonden er belangrijke premières plaats, onder andere van de Kroatische opera Ljubav i zloba (Liefde en haat) van Vatroslav Lisinski.

Op de hoek van het huis op nummer 8 staat het (stenen) hoofd van een man. Men zegt dat het gaat om Matija Gubec, leider van de boerenopstand, die in 1573 in een bloedbad eindigde. Volgens de overlevering werd hij op deze plek gedood door de edelen. Historici twijfelen aan de juistheid van het verhaal, terechtstellingen werden altijd buiten de stad uitgevoerd. Onderweg naar de Lotrščatoren passeert u het Katarinaplein met de gelijknamige kerk, genoemd naar Katarina Zrinski-Frankopan, echtgenote van de Kroatische edelman, ban en grootgrondbezitter Petar Zrinski en zuster van de al even invloedrijke Fran Krsto Frankopan. Haar bekendheid had ze te danken aan de gedichten die ze schreef.

Een bezoek aan de barokke kerk, die in 1632 door de paters jezuïeten werd gebouwd, is de moeite waard. Dezelfde paters waren verantwoordelijk voor de bouw van het pand op nummer 5 in het jaar 1607. Hierin bevond zich het eerste gymnasium van Zagreb. Voordat u afdaalt naar de benedenstad zult u even willen uitblazen op de Josip Juraj Strossmayer promenade. Van hieraf heeft u een prachtig uitzicht over de stad. Er staan diverse bankjes en één ervan is permanent bezet door het beeld van Antun Gustav Matoš, de bekende Kroatische novelschrijver. U kunt ook naast hem plaatsnemen. De kans dat onverlaten ú met graffiti bewerken is betrekkelijk gering.

U bevindt zich nu bij de al genoemde Lotrščatoren, gebouwd in het midden van de 13e eeuw. De toren maakte deel uit van de versterkingen van Gradec en geldt als het best bewaard gebleven bouwwerk uit die tijd. Vroeger werd het kanon (dat nog steeds dienst doet bij de ceremoniële aflossing van de wacht) afgevuurd ten teken dat de stadspoort gesloten zou gaan worden. Al meer dan 100 jaar vuurt men het af om het midden van de dag aan te geven. De inwoners van Zagreb zetten er hun horloges op gelijk en beginnen aan hun middagpauze.

U kunt voor uw afdaling naar de benedenstad gebruikmaken van de Uspinjača. Deze tandradbaan, gebouwd tussen 1888 en 1890, brengt u naar de Ilica, bijna 40 meter lager gelegen. Aanvankelijk werden de twee cabines, elk goed voor het transport van 28 personen, met behulp van stoom op en neer bewogen. Sinds 1934 gebruikt men elektriciteit. Het complex werd in 1974 geheel gerestaureerd. De Ilica is met z’n bijna zes kilometer Zagrebs langste straat met honderden winkels waaronder een aantal met zeer exclusieve artikelen.

Maar of u daar na uw wandeling nog belangstelling voor heeft?

10 prachtige bestemmingen in Naar Kaptol en Gradec en Kroatië