Bosnië en Herzegovina

Swipe

Film

Joegoslavië had en Bosnië heeft een bloeiende filmindustrie. De succesvolste regisseur die het land heeft voortgebracht is Emir Kusturica, die in Sarajevo geboren werd en zijn opleiding in Praag genoot. Zijn eerste film Sjecaš li se Doli Bel? (1981; In Nederland uitgebracht als: Do You Remember Dolly Bell?) won meteen een Gouden Leeuw in Venetië. In 1985 volgde Otac na službenom putu (When Father Was Away on Business), een film die in Cannes een Gouden Palm kreeg en vijf Joegoslavische filmprijzen won. Het communistische regime was niet erg te spreken over de film waarin een politieke dissident plotseling verdwijnt. In 1989 kreeg Dom za vešanje (Time of the Gypsies) nog meer onderscheidingen. De film geeft een romantisch beeld van zigeuners op het Bosnische platteland, maar is ook een aanklacht tegen de omstandigheden waarin ze moeten leven.

Kusturica ging naar de Verenigde Staten en deed aan Columbia University in New York een regieopleiding. Zijn films worden daarna absurdistischer. De in Amerika geproduceerde komedie Arizona Dream met Johnny Depp, Faye Dunaway en Jerry Lewis in de hoofdrollen is daar het eerste voorbeeld van. De filmmuziek van Goran Bregovic gezongen door Iggy Pop was minstens zo succesvol als de film, die in 1993 een Gouden Beer in Berlijn won. Twee jaar later, nadat Kusturica zich in Belgrado had gevestigd, won zijn film Underground, een ironische vertelling van de recente Joegoslavische geschiedenis, weer een Gouden Palm in Cannes. De film kwam hem op kritiek in zijn geboorteland en in het Westen te staan, omdat die te pro-Servisch zou zijn. In 1998 werd zijn hilarisch meesterwerk over het zigeunerleven Crna mawka, beli mawor (Black Cat, White Cat) onderscheiden in Venetië. Net als Underground keert de film Život je wudo (Life is a Miracle) uit 2004 terug naar het Bosnië van 1992. In 2007 baarde Kusturica opzien door een documentaire over de Argentijnse voetballer Diego Maradonna aan te kondigen. De film zou in de loop van 2008 in première moeten gaan.

De eerste regisseur die uit de schaduw van Kusturica kon treden was Danis Tanovic. Zijn Niwija Zemlja (2001; No Man’s Land) won zelfs als eerste Bosnische film een Oscar. In deze tragische komedie zitten een paar soldaten van verschillende partijen vast in een loopgraaf in een stukje niemandsland midden tussen de frontlinies. Het verhaal geeft in het klein de visie van de regisseur op de hele oorlog. Daarbij krijgen alle partijen, maar vooral de internationale gemeenschap, er flink van langs. De film won bij elkaar 42 prijzen, waaronder twee in Cannes.

De regisseur Pjer Žalica maakte twee succesvolle films. Gori Vatra (Fuse) uit 2003 gaat over een dorpje dat zich voorbereidt op een bezoek van president Clinton. Normaal gesproken leven de inwoners van sigarettensmokkel, mensenhandel en prostitutie, maar dat moet snel veranderen nu het plaatsje wereldberoemd gaat worden. Als ze ook nog gedwongen worden met het Servische buurdorp een gemeenschappelijke politie op te zetten, komen de bewoners in opstand. Kod amidže Idzira (2004; Days and Hours) geeft een gedetailleerd en soms beklemmend beeld van de verhoudingen binnen een familie uit Sarajavo. Het is een film waarin bijna niets gebeurt, maar waar je toch ademloos naar blijft kijken.

Wie iets van de straatcultuur in Sarajevo wil zien moet Ljeto u zlatnoj dolini (2003; Summer in the Golden Valley) van Srdjan Vuletic gaan bekijken. Een zestienjarige jongen moet de schulden van zijn overleden vader terugbetalen en werkt zich daardoor in de problemen. De bekende rapper Edo Maajka maakte de muziek voor de film, die bekroond werd met een Tiger award op het filmfestival van Rotterdam. De nieuwste film van Vuletic heet Teško je biti fin (2007; It’s Hard to be Nice) en gaat over een man die zijn best doet een productief leven te leiden, maar van alle kanten wordt tegengewerkt.

Het laatste grote Bosnische filmsucces was Grbavica, een film die in 2006 een Gouden Beer in Berlijn won. Regisseuze Jasmila Zbanic geeft een dramatisch beeld van de hedendaagse samenleving, waarin oorverdovende turbofolk in louche nachtclubs wordt afgewisseld met de verstikkende stilte in een kamer waar vrouwen groepstherapie volgen om van hun oorlogstrauma af te komen. De film over een moeilijke moeder-dochterverhouding werd bejubeld, maar kreeg ook kritiek omdat hij over-the-top zou zijn.

Sinds 1995 komt elke zomer de internationale filmelite bijeen voor het Filmfestival Sarajevo. Bij de eerste editie, toen de oorlog nog bezig was, bedroeg de entreeprijs nog een sigaret; inmiddels is het festival uitgegroeid tot het grootste van de Balkan. Hoewel er films uit de hele wereld te zien zijn, heeft het ook een belangrijke regionale functie. Op het festival heerst een interessante dynamiek, omdat de filmwerelden van de opvolgerstaten van Joegoslavië nog zeer nauw met elkaar verbonden zijn. Vaak zijn er co-producties – overigens ook deels omdat die meer kans maken op westerse subsidie – en veel auteurs spelen in Servische, Kroatische én Bosnische films mee. Op het filmfestival zijn ook veel nieuwe films uit Bulgarije, Roemenië en Turkije te zien. Wie geïnteresseerd is in films uit dit deel van ons continent, moet in augustus dus een bezoek aan de Bosnische hoofdstad brengen.

Familiereizen

Familiereis Balkan

Dit is een afwisselende reis door drie verschillende landen; Kroatië, Montenegro en Bosnië en Herzegovina. Verbaas je over de mogelijkheden van de...

v.a. 1649.00 p.p.

Rondreizen

Groepsrondreis Balkan

Dit is een afwisselende reis door 4 verschillende landen; Servië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Kroatië. Deze landen maakten deel uit van het voormalig...

v.a. 1449.00 p.p.

10 prachtige bestemmingen in Bosnië en Herzegovina