Dit bijna 16.000 ha beschermde natuurgebied onderscheidt zich van alle andere nationale parken door zijn diepe ravijnen. Het spectaculairste ravijn is de Añisclo-vallei waar doorheen de Aso-rivier zich met donderend geraas een weg baant.

Het landschap laat scherpe contrasten zien tussen de steile en kale kalksteenrotsen en de met pijnbomen, beuken en sparren begroeide hellingen. Het struikgewas in de dalen bestaat uit groenblijvende buxussen en jeneverbes.

De Ordesa-vallei is een van de weinige plaatsen in Spanje waar de Spaanse ibex of wilde geit voorkomt. De kans om op een everzwijn, wolf of wilde kat te stuiten is niet zo groot. Sinds ze beschermd zijn, nemen de verschillende populaties wel snel in aantal toe, maar gaan de mens uit de weg.

Vaker kun je de indrukwekkende vlucht van de adelaar bewonderen die vanaf grote hoogte de vredige valleien afspeurt naar een prooi.

De officiële toegang tot het park ligt in het westen en is bereikbaar via de N-260, een zijweg van de doorgaande N-330 van Huesca naar Frankrijk. Hier is ook het bezoekerscentrum.

In het park kan op verschillende plaatsen worden gekampeerd, zij het niet langer dan gedurende enkele dagen. Check de regels ter plaatse. Aan de noordoostelijke rand van het gebied vindt u een comfortabele parador. Van oktober tot en met april is het park doorgaans wegens sneeuwval gesloten. De beste tijd voor een bezoek is het voorjaar als de meeste sneeuw is verdwenen is.