De Romeinen

In 149 voor Chr. was het zover: Carthago werd verslagen en vernietigd; vervolgens ontpopten de Romeinen zich als de nieuwe heersers in het Middellandse-Zeegebied. In het jaar 123 voor Chr. verscheen de Romein Quintus Cecilius Metellus met zijn vloot voor de kusten van de Balearen en in snel tempo bezette hij de eilanden Mallorca en Menorca. Het in die tijd belangrijke handelscentrum Ibiza, dat de Romeinen Ebu- sus noemden, kreeg de status van bondgenoot van Rome. De Romeinen bouwden op Mallorca twee steden: eerst Pollentia, het huidige Alcudia, en later Palma. Het waren bedrijvige steden met theaters, badhuizen (thermen), tempels, gerechtsplaatsen (fora), een grote markt en huizen met mozaïekvloeren. Op Ibiza bouwden zij de haven Porus Magnus, het huidige Sant Antoni de Portmany, en enkele nederzettingen en verdedigingswerken. Op Formentera vonden de archeologen een Romeins verdedigingswerk. De zoutmijnen in het zuiden van Ibiza waren van groot belang voor de nieuwe machthebbers. Zout was in die tijd zo kostbaar als goud. Men gebruikte het onder meer om voedingswaren op langsvarende schepen goed te houden. En natuurlijk waren ook zij zeer geïnteresseerd in het lood voor hun wapens.

Het waren ook de Romeinen die voor het eerst over de Pitiusa-eilanden spraken, omdat er zoveel naaldbomen op de eilanden Ibiza en Formentera groeiden. De invloed van de Romeinen is tot op de dag van vandaag terug te vinden in het wegenpatroon, de taal en de cultuur.

In de 2e eeuw na Chr. begon de kerstening van de eilanden. In de 5e eeuw beleefde het West-Romeinse Rijk zijn laatste uren. Het waren de vandalen die als eerste van de wanorde profiteerden en de eilanden veroverden. Zij werden in de 6e eeuw opgevolgd door de Byzantijnen, die op hun beurt in de 7e eeuw de macht aan de Germaanse Visigoten moesten overdragen. Ondanks de aanwezigheid van deze vreemde overheersers waren de eilanden veel onafhankelijker dan onder het gezag van de Romeinen.