Bet Shean
Op een afstand van 25 km ten zuiden van het Meer van Galilea en 45 km ten zuiden van Tiberias, tegen de grens met Jordanië, ligt het zeer indrukwekkende opgravingsgebied van de oude stad Bet Shean. Samen met Massada behoort zij tot de belangrijkste opgravingsgebieden van Israël (nationaal park geopend: zo. -do. van 8.00 tot 17.00 uur, vr. van 8.00 tot 15.00 uur, za. en feestd. van 8.00 tot 16.00 uur; van oktober t/m maart sluit men een uur eerder; info. tel. 06-6587189).
De stad is evenals Jericho een van de oudste steden van de wereld. De oudste overblijfselen van de stad dateren uit 5000 v. Chr. Er waren verschillende omstandigheden die er toe bijdroegen dat Bet Shean zo lang een belangrijke stad kon blijven. Allereerst werd de stad gebouwd op een gunstige plek: alle handelsstromen naar het noorden passeerden de stad, zodat Bet Shean ten volle kon profiteren van deze handel. Tevens waren er in de omgeving voldoende landbouwgronden die er, in samenhang met een subtropisch klimaat, zorg voor droegen dat er steeds sprake was van een voedseloverschot. De stad was gebouwd op de oever van de rivier Nahal Harod en dus was er voldoende water voor de stedelingen.
Geschreven bronnen uit de tijd van farao Seti I tonen aan dat de stad lange tijd onder Egyptisch bestuur is geweest. Toen koning Saul bij de berg Gilboa de slag tegen de Filistijnen verloor en zich met zijn zwaard doodde, werd zijn onthoofde lijk aan de stadsmuur gehangen. Vermoedelijk was koning David de eerste die er in slaagde om de stad in te nemen. Vervolgens maakte koning Salomo er een administratief centrum van. Opgravingen op en in de ‘tel’ leggen steeds meer voorwerpen bloot uit de tijd van de Kanaänieten en de Israëlieten. De talmoed zegt: ‘De tuin van Eden ligt in het land Israël en Bet Shean is de poort’.
Gedurende de hellenistische periode veranderde men de naam van de stad in Scythopolis. Men noemde het ook wel Dionysos, naar de god van de wijn uit de Griekse mythologie, die volgens de overlevering in deze stad lag begraven. In de tijd dat de Romeinen het in de stad voor het zeggen hadden woonden er al grote groepen joden en Samaritanen in Bet Shean. De meerderheid van de bevolking tijdens de Byzantijnse overheersing was christen. Veel van de huidige bezienswaardigheden hebben hun oorsprong in de Romeinse en Byzantijnse tijd. In de 6e eeuw woonden er niet minder dan 35.000 mensen in de stad. Ongeveer 100 jaar later viel Bet Shean in handen van de moslims. De alles verwoestende aardbeving in 749 luidde het einde van de stad in. Veel van de zuilen en pilaren die nu als brokstukken verspreid liggen werden toen door de aardschok van hun sokkel gestoten. De kruisvaarders bouwden er een kleine versterking, maar de stad was niet meer van gewicht. In de Turkse tijd verwaarloosde men de afwatering van het gebied, waardoor rondom de stad moerasgebieden ontstonden en velen de dood vonden door malaria.
De stad is evenals Jericho een van de oudste steden van de wereld. De oudste overblijfselen van de stad dateren uit 5000 v. Chr. Er waren verschillende omstandigheden die er toe bijdroegen dat Bet Shean zo lang een belangrijke stad kon blijven. Allereerst werd de stad gebouwd op een gunstige plek: alle handelsstromen naar het noorden passeerden de stad, zodat Bet Shean ten volle kon profiteren van deze handel. Tevens waren er in de omgeving voldoende landbouwgronden die er, in samenhang met een subtropisch klimaat, zorg voor droegen dat er steeds sprake was van een voedseloverschot. De stad was gebouwd op de oever van de rivier Nahal Harod en dus was er voldoende water voor de stedelingen.
Geschreven bronnen uit de tijd van farao Seti I tonen aan dat de stad lange tijd onder Egyptisch bestuur is geweest. Toen koning Saul bij de berg Gilboa de slag tegen de Filistijnen verloor en zich met zijn zwaard doodde, werd zijn onthoofde lijk aan de stadsmuur gehangen. Vermoedelijk was koning David de eerste die er in slaagde om de stad in te nemen. Vervolgens maakte koning Salomo er een administratief centrum van. Opgravingen op en in de ‘tel’ leggen steeds meer voorwerpen bloot uit de tijd van de Kanaänieten en de Israëlieten. De talmoed zegt: ‘De tuin van Eden ligt in het land Israël en Bet Shean is de poort’.
Gedurende de hellenistische periode veranderde men de naam van de stad in Scythopolis. Men noemde het ook wel Dionysos, naar de god van de wijn uit de Griekse mythologie, die volgens de overlevering in deze stad lag begraven. In de tijd dat de Romeinen het in de stad voor het zeggen hadden woonden er al grote groepen joden en Samaritanen in Bet Shean. De meerderheid van de bevolking tijdens de Byzantijnse overheersing was christen. Veel van de huidige bezienswaardigheden hebben hun oorsprong in de Romeinse en Byzantijnse tijd. In de 6e eeuw woonden er niet minder dan 35.000 mensen in de stad. Ongeveer 100 jaar later viel Bet Shean in handen van de moslims. De alles verwoestende aardbeving in 749 luidde het einde van de stad in. Veel van de zuilen en pilaren die nu als brokstukken verspreid liggen werden toen door de aardschok van hun sokkel gestoten. De kruisvaarders bouwden er een kleine versterking, maar de stad was niet meer van gewicht. In de Turkse tijd verwaarloosde men de afwatering van het gebied, waardoor rondom de stad moerasgebieden ontstonden en velen de dood vonden door malaria.
Toen joodse kolonisten na 1937 de moerassen drooglegden werden er verschillende landbouwnederzettingen gesticht. In die tijd begonnen de eerste opgravingen op de ‘tel’; de belangrijkste opgravingen begonnen echter pas in 1980 toen men bijvoorbeeld grote delen van het amfitheater blootlegde. De opgravingen zijn nog gaande en er worden steeds meer tempels, badhuizen en mozaïeken onder het bodemmateriaal vandaan gehaald.
Het opgravingsgebied
Het meest indrukwekkende gebouw is ongetwijfeld het Romeinse theater, dat van de 2e eeuw n. Chr. tot in de Byzantijnse tijd het culturele centrum van de stad was. Nog steeds worden er zeer regelmatig opvoeringen gegeven in het gerestaureerde theater. Oorspronkelijk bestond het theater uit drie boven elkaar liggende ringen met 7000 zitplaatsen. Alleen de onderste ring is bewaard gebleven. Van de tweede ring zijn alleen de fundamenten van basalt te zien. Het huidige theater is het resultaat van een renovatie die in de 2e euw n. Chr. werd uitgevoerd. Het theater is halfrond; dit in tegenstelling tot de amfitheaters die rond of ovaal waren (zie ook het elliptieche Romeinese amfitheater). In het Romeinse theater kon men voorstellingen bijwonen. Iedere bezichtiging van Bet Shean begint bij dit theater. Op bijgaande kaart kunt u vervolgens de pijlen volgen door het opgravingsgebied. U komt dan achtereenvolgens langs de volgende bezienswaardigheden. Het Westelijke badhuis is het grootste Byzantijnse badhuis dat men in Israël heeft gevonden. In het badhuis staat beschreven hoed het badhuis in hetverleden functioneerde. De gepleisterde wanden waren beschilderd, terwijl de marmeren vloeren op enkele plaatsen waren ingelegd met mozaiek. De baden werden verwarmd door een ingeniuwes verwarmingssysteem, de zogenoemde hypocaust. De 150 meter lange straat die van het theater naar de hoge Tel loopt noemt men de Palladiusstraat, vernoemd naar de toenmalige gouverneur. Hoge zuilen flankeren de straat die in de Romeinse tijd werd aangelegd, maar werd gerenoveerd in de Byzantijnse tijd. Langs deze straat vindt u resten van winkels. Halverwege de Palladiusstraat vindt u aan uw linkerhand het halfronde Sigma, omringd met kamers waarvan de vloeren van enkelen nog zijn ingelegd met mozaiek. Bekend is het ronde mozaiek met een afbeelding van Tyche, de beschermgodin van de stad. Aan de overzijden van de Pallasiussyraat strekt zich het Byzantijnse Agora uit, een commercieel centrum uit de Byzantijnse periode. Aan het einde van de Palladiusstraat staat rechts op de hoek een Romeinse tempel in klassieke stijl ter ere van de wijngod Dionysus. Het gebouw stortte in tijdens de aardbeving van 749 n. Chr. Van de vier 15 m hoge zuilen die de voorzijde van het tempeldrak droegen liggen er nog twee ter aarde. Links en rechts aan het einde van de Palladiusstraat voert de Noordelijke straat in de richting van de vroegere Noordwestelijke stadspoort. Tegenwoordig kunt u vanaf hier via een trap de tel beklimmen. Als u aan het einde van de Palladiusstraat rechts afslaat, dan vindt u aan uw rechterhand de resten van de fonteinen van Nymphaeum. Als u in een redelijke conditie bent, dan is het zeer de moeite waard om de hoge Tel Bet Shean te beklimmen. Het lijkt vanaf het opgravingsgebied een hele klim, maar in werkelijkheid bent u in ongeveer 10 minuten op de top. Uw moeite wordt beloond met een fraai uitzicht over het gehele opgravingsgebied, de Jordaanvallei en daarachter het grondgebied van het koninkrijk Jordanie. De Tel bevat resten van alle twintig beschavingen die in dit gebied een thuis vonden, vanaf 5000 jaar v. Chr. tot aan de recente Middeleeuwen. Op de top van de Tel vindt u de resten van onder meer een fort uit de tijd van koning David en zijn zoon Salomon. Vijf jaar na de dood van koning Salomon liet de Egyptische koning Shishak het fort in de brand steken. Als u de Tel weer bent afgedaald, dan slaat u linksaf. De eerste straat links is de Valley straat. Deze straat werd ooit geflankeerd door winkels en leidt uiteindelijk naar de Noordelijke hoofdpoort, waar overigens slechts weinigen naartoe wandelen. De meeste bezoekers wandelen langs het zogenoemde Centrale Monument, een klein platform, de zeer bezienswaardige Silvanus straat in. De Silvanus straat is herkenbaar aan de vele zuilen die deze straat flankeren. De straat is vernoemd naar de jurist Silvanus op wiens initiatief en met een gift van Caesar Anastasius een groot Byzantijns gebouw werd opgericht. Het rechthoekige stuk voor de pilaren deed in de Romeinse periode (2e tot 4e eeuw n. Chr.) dienst als bad (`pool'). Als u aan het einde van de Sivanus straat rechtsaf slaat, dan loopt u terug in de richting van het theater waar u uw wandeling begon. U passeert dan achtereenvolgens (aan uw rechterzijde) het Oostelijk badhuis, de publieke toiletten uit de Romeinese periode en een tempel (Sacred Compound) uit de 1e en 2e eeuw n. Chr. In het elliptische Romeinse amfitheater vochten gladiatoren bloedig met elkaar en met wilde beesten. Slechts de eerste drie rijen met zitplaatsen zijn bewaard gebleven, terwijl tijdens de hoogtijdagen van het amfitheater het gebouw 6000 mensen kon bevatten. Het amfitheater ligt, evenals de Kruisvaardersburcht en het Municipal museum (geopend: zaterdag t/m donderdag van 8.00 tot 15.30 uur, vrijdag van 8.00 tot 13.00 uur, zaterdag van 10.00 tot 13.00 uur), niet in het opgravingsgebied zelf, maar in de huidige stad Bet Shean (15.000 inwoners).Rondreizen
Tijdens deze avontuurlijke rondreis door Israël en Jordanië maken we kennis met de geschiedenis, natuur en bevolking van twee prachtige parels in...
Rondreis
10-daagse Rondreis naar 10 daagse fly drive Israël, kibboetsen & woestijn in
Artist is een trendy 4-sterrenhotel in het centrum van Tel Aviv en ligt heel dichtbij het strand. Dankzij de uitstekende faciliteiten is...