Dit complex werd oorspronkelijk gebouwd voor Mantsjoeprins Yin Zhen, die hier woonde tot 1723, toen hij naar de Verboden Stad verhuisde en keizer Yongzheng werd. Na zijn dood veranderde zijn vrome zoon, keizer Qianlong, de plek in een boeddhistisch lamaklooster van de geelkapsekte, een sekte die nauw verbonden is met Tibet.

Een gangpad leidt van de kaartjeskiosk door de tuin en diverse poorten naar het tempelterrein. Na door de poort aan het eind van de tuin te zijn gegaan, zullen bezoekers rechts een kleine Klokkentoren en links een Trommeltoren opmerken. Recht vooruit is de eerste van vijf centrale gebedshallen, de Hal van de Hemelse Koningen (tiïnwáng diàn), die een groot beeld bevat van Maitreya, de toekomstige Boeddha, met naast zich de Vier Hemelse Koningen. Op de binnenplaats achter de hal is een vijver met een bronzen mandala met een voorstelling van het boeddhistische paradijs. Daarna komt de Hal van Eeuwige Harmonie (dàxióng baodiàn), die gevuld is met gebedswielen en boeddha’s van het Verleden, het Heden en de Toekomst, geflankeerd door beelden van 18 arhats, boeddhistische “heiligen” die het nirwana hebben bereikt maar zijn teruggekeerd om anderen te helpen. De Hal van Eeuwige Zegen (yongyòu diàn), vroeger het woonvertrek van de toekomstige keizer, bevat beelden van de Lang Leven Boeddha en de Medicijn Boeddha, bij wie gelovigen om een lang leven en een goede gezondheid komen smeken.

De vierde hal, de Hal van het Rad van de Leer (falún diàn), is de plaats waar de monniken de geschriften bestuderen en bidden in aanwezigheid van een 12 m hoog bronzen beeld van Tsong Khapa, de stichter van de geelkapsekte. Achter dit beeld bevindt zich een miniatuurberg van sandelhout waarop 500 arhats van goud, zilver, koper, ijzer en tin staan. Elegante fresco’s met voorstellingen uit het leven van de Boeddha sieren de oostelijke en de westelijke muur, en aan de westkant van het gebouw wordt onder glas een zeldzame zandmandala bewaard. Het pronkstuk van de Lamatempel bevindt zich in het Paviljoen van Tienduizend Zegeningen (wànfú gé), de laatste en grootste centrale hal. Binnenin staat een buitengewoon beeld van de Maitreya Boeddha. Het beeld, dat uit het hout van één Tibetaanse sandelboom is gesneden, is 26 m hoog, waarvan 8 m onder de grond. Uit de enorme handen hangen satijnen gebedssjaals.

Als u naar de ingang teruggaat, neem dan een kijkje in de kleinere hallen die de binnenhoven flankeren, waarvan sommige Tibetaanse boeddhistische goden (Yab Yum) bevatten die met sjaals bedekt zijn om hun hartstochtelijke omarmingen aan het gezicht te onttrekken. Vanaf de hoofdgang is het een klein stukje wandelen naar de Confucius-tempel (kong miào).

Adres: 12 Yonghegong Da Jie, Dongcheng District
Openingstijden: 9:00 tot 16:30 uur
Prijs: ¥ 25