Om de rokende puinhopen vervolgens voor een paar zilverlingen over te doen aan de koning van Castilië. In de Middeleeuwen werd de stad geregeerd door een clan van twaalf adellijke families. Soria kende toen een periode van grote bloei.

Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-39) schaarde de conservatieve bevolking van dit hoge en afgelegen oord zich achter de republikeinse opstandelingen. De stad werd daarna zonder noemenswaardig geweld in bezit genomen door de troepen van Franco.

Soria ligt op 1000 meter hoog in het Iberisch scheidingsgebergte en telt ruim 40 duizend inwoners. De winter valt er meestal vroeg in en is op deze hoogte streng - het is dan ook zeker geen stad om in het najaar of vroeg in het voorjaar te bezoeken. De meeste toeristen komen af op de historische binnenstad met zijn karakteristieke, middeleeuwse straten.

De stad is gebouwd aan de voet van een heuvel die zich voortzet in het lommerrijke Parque del Castillo. Het park ligt op de rechter oever van de door ruisende populieren geflankeerde bovenloop van de Río Duero.

Van het kasteel resten nog slechts een tweetal torens en enkele muren. Uitkijkend vanaf dit hooggelegen bordes is het niet moeilijk de lyriek te onderschrijven die veel Spaanse dichters aan het papier toevertrouwden als het over Soria ging. ‘De stad zweeft tussen heuvel en hemel', zoals de 19e-eeuwse Spaanse schrijver Manuel Machado noteerde. Maar voor dat u dit romantische beeld kunt toetsen, moet u zich eerst een weg banen door grootschalige nieuwbouw.

Bezienswaardigheden

De kathedraal van Soria (Colegiata de San Pedro) pronkt fier aan de Plaza del General Mola. Deze gotische kerk dateert uit de 16e eeuw en leunt tegen een klooster dat drie eeuwen eerder werd gesticht. In de San Saturiokapel hangt een beroemd triptiek waarop de kruisiging van Christus staat afgebeeld. Het dateert uit de 16e eeuw en wordt toegeschreven aan een Vlaming.

Interessant is ook de 12e-eeuwse San Juan de Duero-kerk (Iglesia San Juan de Duero) met de merkwaardige, bijna surrealistische restanten van de vroegere kruisgang bestaande uit 13e-eeuwse arcades.

Aan de rand van de voormalige joodse wijk staat de merkwaardig vormgegeven en uit zandkleurige blokken opgetrokken San Juan de Rabanera-kerk (Iglesia de San Juan de Rabanera); deze dateert uit begin 13e eeuw.

In het Numantia Museum (Museo Numantia) zijn de archeologische vondsten ondergebracht die afkomstig zijn uit het gebied ten noorden van de stad. Langs de snelweg naar Logroño, 7 km buiten de stad, liggen de ruïnes van het Keltische Numantia (Numancia). Na een belegering van twintig jaar pleegden de ingesloten Iberiërs in de 2e eeuw v.Chr. Iiever zelfmoord dan zich aan de Romeinse veldheer Scipio over te geven. De Romeinen bouwden de verwoeste stad weer op.

De in 2012 overleden Mexicaanse schrijver Carlos Fuentes schreef een kort verhaal over deze historisch collectieve zelfmoord (El naranjo (1994).

Evenementen

Op de laatste woensdag in juni wordt het kleurrijke religieuze feest La Madre de Dios gevierd.