San Martín de los Andes
San Martín de los Andes is een vriendelijk vakantiestadje aan de rand van het Andesgebergte, helemaal in Alpensfeer, dat zowel ‘s winters als ‘s zomers veel toeristen trekt. Het heeft bijna 30.000 inwoners en is omringd door bossen, enorme bergen met besneeuwde toppen en het ligt aan een groot strak blauw meer, Lago Lácar. Ook hier geldt dat tijdens de zomer- en wintermaanden de meeste hotels volzitten, want de porteño (inwoner van Buenos Aires) komt hier graag op vakantie! Want vanuit San Martín (zo wordt het in de volksmond genoemd) zijn goede vertrekmogelijkheden naar het nationale park Lanín en de vulkaan, maar ook naar de omringde meren. Voor (sport)vissers een waar paradijs! Maar ook de natuur is hier zo betoverend en dat komt mede door het mooie licht, dat zo helder is. En ‘s winters kun je hier niet ver vandaan bij Cerro Chapelco uitstekend skiën.
De stad was de laatste militaire post tijdens de krijgstocht van generaal Rudecindo Roca halverwege de 19de eeuw tegen de indianen, want je bent hier op het grondgebied van de Mapuche-indianen.
In 1898 werd de stad gesticht en trok al meteen immigranten uit Europa aan, onder wie Nederlanders die de houtindustrie opzetten. Toen in 1937 het nationale park Lanín werd opgericht begon dit houthakkersdorpje langzaam maar zeker te veranderen in een toeristencentrum. Helemaal toen er begin jaren vijftig skipistes werden aangelegd en er een goede luchtverbinding kwam.
Van de eerste huizen is niets meer te zien, maar bij Plaza Sarmiento richting Gral Roca (op nr. 1270) en Chumuhuinca staan nog enkele houten huizen uit de begintijd. Zo ook Museo Municipal bij Plaza San Martín.
De beroemde Argentijnse architect A. Bustillo heeft vanaf de jaren veertig en vijftig San Martín een nieuw gezicht gegeven. Een Europese Alpenstaduitstraling. Als je niet zou weten dat je 12.000 km van Zwitserland of Oostenrijk vandaan bent, zou je bijna denken dat je weer terug bent in Europa! Al die ‘Zwitserse’ chalets, hotels en façades zijn een mengeling van invloeden uit Midden-Europa en een eigen invulling daarop, die men hier ‘Estilo Tronco’ (de stijl van de pure boomstam) noemt. Voor ons Europeanen komt deze mengeling van ‘Alpenarchitectuur’ wel wat vreemd over.
Av. San Martín en Villegas zijn de belangrijkste straten met Plaza San Martín als middelpunt. In deze straten vind je de meeste hotels, restaurantjes, winkels en het toeristenbureau.
Wil je dé clichéfoto van je vakantie nemen ga dan naar het einde van Av. San Martín bij het meer. Hier staat een kitscherig standbeeld van een hert boven op een rots: het is het symbool van de stad. En wandel eens naar Plaza Sarmiento, daar staat een mooie mengeling van allerlei bomen uit de regio, omringd door nog van die ouderwetse lantaarns.
De beste tijd om de stad te bezoeken is in de maanden december of maart, het is er dan niet alleen goedkoper maar je kunt dan ook volop genieten van de mooie, warme lente- of herfstkleuren.
Rondreizen-Hotel
Rondreizen
Rondreizen-Hotel