Het noorden

Swipe

Somoto

Somoto ligt als laatste plaats van betekenis voor de grensovergang El Espino naar Honduras. Het heeft qua sfeer veel weg van Ocotal maar is net wat gemoedelijker.

Voordat de Spanjaarden kwamen, was het gebied waarin Somoto ligt de leefomgeving van verschillende inheemse stammen. Bijvoorbeeld van de Choroteganos. Zij noemden hun woonplaats Tépec-Xomotl. Tépec betekent vallei en xomotl kalkoen of gans, dus ganzenvallei. Xomotopetl is de Azteekse variant van de naam. Deze staat voor Berg van de Xomontli, een vogel die lijkt op de fameuze quetzal. De vogel bewoonde een heuvel naast de nederzetting. Ook werd de naam Tepesonate ofwel Waterheuvel gebruikt. Uit een reisverslag van de franciscaner Alonso Ponce uit 1585 bleek dat er meer Somoto’s in de omgeving bestonden. Restanten hiervan heeft men nooit gevonden. Toch zijn er oude geschriften waarin gesproken wordt over Somoto Grande, het grote Somoto. Daaruit kun je concluderen dat er ‘kleinere’ waren. Deze inheemse dorpjes zijn waarschijnlijk geruisloos van de kaart verdwenen.

Somoto was de zetel van de chorotegano-gemeenschap. De leden kozen hun bestuur via directe verkiezingen. Dit bestuur had een administratieve taak en bewaarde de orde. Een rechter was er niet. Deze democratische praktijk verdween toen de bevolking groeide en zich terugtrok in de dorpjes. De Choroteganos teelden onder meer bonen, cacao en katoen. Mais was de basis van hun dagelijks voedsel. Daarmee maakten ze tortilla’s en tamales, de warme snack in maisbladeren. Ze waren meesters in het weven van katoen. Om hun maaksels te versieren, gebruikten ze minerale kleurstoffen.

Aan het einde van de zestiende eeuw koloniseerden de Spanjaarden het gebied en ook Somoto.Toen de inheemse bevolking dapper een aanval van Engelse piraten afsloeg, noemden de nieuwe bewoners de nederzetting Santiago de Tepesomoto. Santiago is nog steeds de stadspatroon. In 1752 bezocht bisschop Morel de Santa Cruz Somoto. Hij beschreef de kerk in het centrum, waarvoor kostbaar hout was gebruikt. Daaromheen lagen volgens hem 98 hutten waarin in totaal 500 mensen woonden. In 1895 kreeg Somoto de stadstatus. En vanaf 1936 is het de hoofdstad van het departement Madriz. Dit departement werd toen van het grotere Nueva Segovia afgesplitst. De inwoners vieren dit nog ieder jaar op 11 november.

Somoto ligt op 700 m hoogte en de gemeente telt 37.850 inwoners. De bevolking leeft voornamelijk van landbouw. Een belangrijke economische activiteit van vrouwen is het bakken van rosquillas, dé specialiteit van de regio. Het zijn gebakken broodringen of donuts van maïs, melk, boter en kaas. De kunst is om de ingrediënten op de juiste manier te mengen. En daar zijn de vrouwen van de 25 bakkerijen in Somoto bedreven in. Belangstellenden zijn welkom tijdens het productieproces.

Een eenvoudige, modern aandoende klokkentoren flankeert de barok-koloniale gevel van de Santiagokerk. In de kerk zelf zijn witte vallen gedrapeerd over het middenpad en in het eenvoudige koor hangt een donker Christusbeeld aan het kruis. De naamdag van Santiago valt op 25 juli. Gedurende vijftien dagen vieren de bewoners dit feit met religieuze rituelen en meer aardse activiteiten zoals stierrijden.

Een van de redenen om Somoto aan te doen is de Cañon de Somoto of Namancambre in het Nahuatl. Deze schitterende Cañon waardoor de Río Coco stroomt, is ongeveer 3 km lang en heeft een ontstaansgeschiedenis van zeven tot tien miljoen jaar. Je kunt er zwemmen en varen maar het geologische wonder geeft zijn toegang niet makkelijk prijs. Lokale gidsen zijn graag bereid je te begeleiden.

10 prachtige bestemmingen in Somoto en Nicaragua