Meer dan een flink dorp is Pájara niet, een gezellige plek met vrij veel groen en bloeiende bougainvilles tussen kleine en grote Canarische woningen. Deze liggen in het centrum achter de hoofdweg, aan keurig onderhouden straatjes, sommige autovrij. Op de rotonde aan de rand van Pájara staat een aardig beeld van een boer die een geit melkt met zijn hond aan zijn voeten, in rood steen.

Aparte kerk

Aan een schaduwrijk plein in het kleine centrum staat een van de mooiste kerken van het eiland: Nuestra Señora de la Regla (1687). Meteen springt het kleine maar ongewone portaal van okerkleurig zandsteen in het oog. De gebeeldhouwde delen boven de deur zijn mogelijk een eeuw ouder dan de kerk zelf.

Op commando van hun gids richten iedere ochtend tientallen toeristen hun camera’s op de gestileerde planten, dieren en gemaskerde figuren die erop staan afgebeeld. Deze worden als ‘raadselachtig’ omschreven en ‘geïnspireerd op de kunst van de Azteken’. Ook in La Oliva zijn dergelijke figuren gevonden. Het stemmige interieur van de kerk is te bezichtigen tussen 11-13 uur en 17-19 uur. De mis is op zondag om 19 uur. 

Loop even door naar de indrukwekkende retabel, het paneel achter het altaar. Deze is verguld en kleurrijk beschilderd, net als het Mariabeeld. Om het altaarstuk in zijn volle glorie te kunnen zien kun je een munt in het doosje bij de ingang gooien – het licht gaat dan aan.

Tegenover de kerk, naast het gemeentehuis, staat een gerestaureerd oud waterscheprad, vroeger aangedreven door een dromedaris of ezel. Aan het kerkplein ligt verder een cultureel centrumpje met daarachter een park met weelderig groen en een bruggetje over een barranco die meestal droog staat. En, heel verrassend, een openbaar openluchtzwembad, geopend van juni tot oktober.