Ten Zuiden van Meran
Marleng ligt zo dicht tegen Meran aan dat men zou denken dat het een buitenwijk is. Slechts de vele fruitbomen duiden erop dat u zich in een agrarisch gebied bevindt. De geschiedenis van de kerk van het dorp, gewijd aan Maria-Hemelvaart, gaat terug tot in de 12e eeuw. De Marlinger Waalweg is een aanrader voor iedereen die ongeveer 15 kilometer in de benen heeft. Als u het hogerop wilt zoeken, bewandel dan de Marlinger Höhenwanderweg.
Ongeveer 7 kilometer zuidelijker ligt Lana, te midden van appel- en wijngaarden. Het bestaat uit Oberlana, Niederlana en Völlan. Ga in elk geval een kijkje nemen in de laatgotische parochiekerk van Niederlana. Daarin bevinden zich tal van bezienswaardigheden waaronder een van de belangrijkste kunstschatten uit de wijde omgeving: het ruim 14 meter hoge gotische altaar voorzien van prachtig houtsnijwerk, het hoogste in deze categorie in de Alpen. Het kwam gereed in 1511, de opdracht ertoe werd in 1503 gegeven. Het altaar werd gebouwd door Hans Schnatterpeck uit Meran, het staat dan ook bekend onder de naam Schnatterpeck-altaar. De kerk, óók gewijd aan Maria-Hemelvaart, werd in 1492 in gebruik genomen.
Ultental (Val d’Ultimo)
Vanaf Lana strekt het Ultental zich naar het zuidwesten uit tot St.Gertraud. Het is een prachtig dal met onderweg diverse goed uitge-zette wandelingen. U volgt in feite de stroom van de Valschauer Bach. Onderweg noodt een tweetal stuwmeren tot verpozing. De weg kronkelt zich door het dal en u kunt op veel fraaie vergezichten rekenen. Heeft u een caravan achter de auto dan is de tocht wat minder aantrekkelijk, maar voor een beetje ervaren rijder evenwel goed te doen. Houd er echter rekening mee dat de weg niet alleen kronkelig is, maar dat u ook een aantal onverlichte tunnels moet passeren. Het Ultental heeft, afgezien van het landschappelijk schoon nog een paar plaatsjes die een bezoek waard zijn. Het belangrijkste dorp in het dal is het prachtig gelegen St.Pankraz, een uitgelezen wandelgebied. De gotische parochiekerk uit de 14e eeuw werd rond 1900 in zijn huidige staat gerenoveerd. Tussen de twee stuwmeren ligt St.Walburg en verderop komt u door St.Nikolaus waar u een bezoek kunt brengen aan het museum dat alles over de geschiedenis van het dal in huis heeft. Aan het einde van het dal ligt St.Gertraud en als u van een echt rustige (wandel)vakantie wilt genieten dan kiest u deze omgeving als uitgangspunt.Rondje Prissianer Hochwald (Selva di Prissiano)
Als u Lana als uitgangspunt neemt dan rijdt u naar het zuiden via weg 238 naar de 1518 meter hoge Gampenjoch. Even buiten Lana kunt u een bezoek brengen aan Leonburg, het kasteel werd gebouwd in de 12e eeuw, maar pas in de 15e eeuw voltooid. Ook vanaf de weg naar de pas zijn er tal van gelegenheden om te stoppen en kortere of langere wandelingen te maken, bijvoorbeeld door in Naraun weg 238 even te verlaten naar Tisens van waaruit u via Prissian een bezoek kunt brengen aan Grissian met de prachtige fresco’s uit de 13e eeuw in de St.Jakobskapel uit 1142. Als u de pas gepasseerd bent verlaat u Zuid-Tirol voor een poosje, maar daar zult u, landschappelijk gezien, weinig van merken. U bent nu in het Nonstal, in een overwegend Italiaanstalig gebied. Even voorbij de pas komt u in Unsere Liebe Frau im Walde. De gotische kerk die aan het kerkhof grenst is een bedevaartsplaats. U bereikt nu Fondo met onder ander Castelfondo, een kasteel dat al in het jaar 1000 bestond, maar dat in de 13e en de 14e eeuw zijn huidige gestalte kreeg. U gaat nu linksaf weg 42 op in de richting van Sarnonico en Meran. In Sarnonico kunt u rechtstreeks terugkeren naar Meran via de Mendelpass, maar u kunt ook nog een extra rondje maken door een prachtig gebied. U volgt weg 43dir via Romeno en Sanzeno en bij Dermulo rijdt u via weg 43 in de richting van Cles, de hoofdplaats van het Nonstal. Onderweg, in Sanzeno, kunt u een bezoek brengen aan grote romaans-gotische kerk gewijd aan San Martino. Op deze plaats zouden in 397 de eerste missionarissen Sinisius en Alexander zijn omgebracht. Kijk ook bij ‘Rondje zuidwestelijke Dolomieten’. Wilt u Cles overslaan kies dan voor de (fraaie) weg langs de noordelijke oever van het Lago di Sante Giustina naar Revò waar u naar rechts via weg 42 weer terugrijdt naar Fondo. Cles ligt aan het Lago di Santa Giustina, een stuwmeer aangelegd tussen 1943 en 1950. Het meer biedt mogelijkheden om te vissen en diverse takken van watersport te beoefenen. In de stuwdam is ruim 172 miljoen m³ beton gebruikt. Kijk voor details over de plaats en over de familie Clesio bij ‘Rondje zuidwestelijke Dolomieten’. Vanuit Cles volgt u weg 43 en 43dir naar het noorden tot aan de aansluiting met weg 42 waarna u in de richting van de Mendelpass rijdt. Het extra rondje was weliswaar slechts 45 kilometer lang, maar het zou zonde zijn (en trouwens ook onmogelijk) om er maar een uurtje voor uit te trekken. De weg is prachtig maar tamelijk moeilijk en er zijn tal van punten die de moeite van een nadere kennismaking rechtvaardigen. Misschien kunt u overwegen om een nachtje in Cles of omgeving te blijven hangen, het biedt vele mogelijkheden. Via Sankt Nikolaus bereikt u Eppan. Het ligt in een wijnbouwgebied aan de Südtiroler Weinstrasse. De verdere route gaat langs het noordelijke gedeelte ervan. Het zuidelijke gedeelte ervan is beschreven bij ‘Rondje Südtiroler Weinstrasse’, onder Bozen. Eppan is hét gebied waar u moet zijn als u een liefhebber bent van kastelen. Meer dan 100 burchten, kastelen en heerlijkheden liggen er op een steenworp afstand van elkaar. Het is daarmee het ‘dichtstbegroeide’ kastelengebied van Zuid-Tirol. Een paar objecten in dit gebied vragen sowieso uw aandacht. Bent u een verwoed wandelaar dan is dit een gebied waar u zich zeker thuis zult voelen, rond de 1742 meter hoge Penegal zijn schitterende (langeafstands)wandelingen te maken. In St.Michael zijn veel huizen uit de tijd van de renaissance.en dus is het opvallend dat de Gleifkapel in barokke stijl is gebouwd, overigens een van de weinige barokke objecten in Zuid-Tirol. In St.Pauls staat de grootste ‘dorpskerk’ van Zuid-Tirol, de naam laat zich raden. Hij wordt ook wel de ‘dom van het platteland’ genoemd. Alles is groot aan de kerk, zo heeft de grootste klok een gewicht van bijna vijf ton. De kerk werd in 1560 gewijd, de laatste delen kwamen bijna een eeuw later gereed. Als u in St.Pauls bent moet u zeker ook aandacht besteden aan de fraaie oude huizen, de meeste dateren uit de 16e en 17e eeuw. Vanuit St.Pauls bereikt u via Missian een van de fraaiste objecten die u gedurende de rondreis zult tegenkomen: Schloss Hocheppan. Het is in feite een ruïne (maar wát voor een) van het kasteel dat hier in de 12e eeuw werd neergezet als woning voor de graven van Eppan. Wat beslist geen ruïne is, is de kapel waarin zich een schitterende verzameling freco’s bevindt uit een periode vanaf 1180. De sleutel van de kapel krijgt u via de entree van het kasteel. Wat verder naar het noorden passeert u Nals, een belangrijke plaats aan de Südtiroler Weinstrasse. Bezoek daar zeker de halfruïne Schwanburg, een oorspronkelijk kasteel uit de 14e eeuw, tegenwoordig als een soort wijnkelder-proeverij in gebruik. De geschiedenis ervan gaat terug tot in de 14e eeuw toen het in opdracht van de heren van Boymont-Payrsberg werd gebouwd. De naam komt waarschijnlijk door het wapen van dit adellijke geslacht, er kwam een zwaan in voor. Als u (naar men zegt) de grootste wijnstok van Europa wilt zien dan stopt u in Prissian. De ‘struik’ bedekt een oppervlakte van 350 m² en levert jaarlijks maar liefst 7 hectoliter wijn. Ter hoogte van Naraun bereikt u weg 238 weer. Zonder de extra ronde via Cles heeft u ongeveer 100 kilometer afgelegd. Als u niet te vaak stopt is dat gemakkelijk in een dag te doen, maar u heeft dan veel gemist. Een aantal objecten zoals de bezienswaardigheden in Eppan en langs het zuidelijke gedeelte van de Südtiroler Weinstrasse kunt u echter ook apart vanuit Meran of Bozen bezoeken.Meran en omgeving (Merano e dintorni)
Het 3-sterrenhotel Ingram is gelegen in het Italiaanse plaatsje Selva Di Val Gardena, Zuid-Tirol. Hotel Ingram heeft een lange traditie van 100 jaar....