West-Slowakije

Swipe

Čachtice

Bij het dorpje Višnové torenen de imposante ruïnes van kasteel Cachtice boven het landschap uit. Het kasteel dateert waarschijnlijk uit de dertiende eeuw. Rond 1600 bewoonde de beruchte gravin Alžbeta (Elisabeth) Báthorycka de vesting. Na haar dood werd het kasteel verlaten. Een eeuw later werd het door Hongaarse soldaten vernietigd.

De burchtruïnes van Cachtice liggen 30 km ten noordwesten van Piešt'any (niet te verwarren met het plaatsje Cachatiche dat ten noorden van Piešt'any ligt). De parkeerplaats die het dichtst bij de burcht ligt is te bereiken vanuit Cachtice. Een langere maar mooiere wandelroute loopt vanaf de weg tussen Wachtice en Višnové. Links van de weg is een inham waar een pad door het bos naar de ruïne leidt. Bij de inham staat een roestig bordje met 'hrad' (burcht). Onderweg ligt een weiland, met een prachtig uitzicht op de ruïne.

Het dorpje Bošáca dankt zijn faam aan de Slivovica stokerij (Slowaakse pruimenbrandewijn).

De bloedgravin

Alžbeta (Elisabeth) Báthorycka was de vrouw van Francis Nádasdy, een beroemde veldheer in de strijd tegen de Turken. Alžbeta had een huiveringwekkende gewoonte. Na haar huwelijk werd zij door haar echtgenoot regelmatig alleen gelaten, omdat hij naar het slagveld vertrok. Uit  verveling begon ze haar dienstmeisjes te martelen, vaak tot de dood erop volgde. Omdat deze vrouwen tot de lagere klassen behoorden, schonken de autoriteiten geen aandacht aan de beschuldigingen van de familieleden van de slachtoffers.

Het verhaal gaat ook dat Alžbeta een macabere ‘bron van de jeugd’ had ontdekt. Toen haar schoonheid op latere leeftijd afnam, dacht zij haar jeugdige uiterlijk terug te krijgen door zich te baden in het bloed van jonge meisjes. Er wordt wel gezegd dat meer dan 2.000 meisjes het slachtoffer werden van haar gruwelijke praktijken. Pas op het moment dat ze geen bediendes meer kon vinden en ook meisjes uit adellijke families aan de bloedgravin ten prooi vielen, werd een einde gemaakt aan haar gruweldaden. Omdat Alžbeta tot de hoge adel behoorde werd zij in haar eigen kasteel gevangengezet. Haar helpsters werden ter dood veroordeeld. Een van hen werd onthoofd, de anderen levend verbrand. De bloedgravin was later de inspiratiebron voor veel schrijvers.

Alžbeta was niet de enige lugubere bewoner van de burcht. Een van de anderen had gevochten tegen de Turken. Na een overwinning danste hij met dodelijke slachtoffers en gebruikte hun hoofden als voetbal.

10 prachtige bestemmingen in Čachtice en Slowakije