Zagreb stad

Swipe

De geschiedenis van Zagreb

In 1994 werd het 900-jarig bestaan van Zagreb gevierd. Op de plaats waar de stad zich nu bevindt leefden al veel vroeger mensen. De Romeinen hadden in de nabijheid van Zagreb de militaire nederzetting Andautonia. Deze bevond zich op de plaats van het huidige Šćitarjevo, aan de zuidelijke rondweg van Zagreb aan de rivier Sava. De Avaren, van oorsprong Mongoolse ruiternomaden uit Toerkestan, verwoestten de plaats in de 6e eeuw toen ze vanuit West-Azië, waar ze verdreven werden door de Turken, zich op de Hongaarse laagvlakten vestigden.

Opgravingen hebben overigens geen duidelijkheid aan het licht gebracht in de nog vroegere geschiedenis van het gebied. Er zijn weliswaar wat vondsten gedaan die dateren uit het stenen tijdperk, het is echter niet aannemelijk dat mensen er hun vaste verblijfplaats hadden.

Het huidige Zagreb is ontstaan op twee naast elkaar gelegen heuvels: Kaptol en Gradec. Kaptol was het middelpunt van de geestelijkheid in het noordwesten van Kroatië, Gradec groeide uit tot een commercieel centrum, waar ambachtslieden en kooplui hun vestigingsplaats hadden. Beide delen zijn afzonderlijk gefortificeerd geweest. Het was niet altijd koek en ei tussen de twee stadsdelen.

In 1505 kwam het zelfs tot een regelrechte oorlog. Pas in 1850 kwamen ze onder één bestuur. In 1094 werd Kaptol gesticht. Over het ontstaan van dit bisdom lopen de meningen wat uiteen. Het is waarschijnlijk dat aan het begin van de 9e eeuw zich in het gebied al kleine Slavische nederzettingen, wat kleine kastelen en een kerk bevonden op de heuvel Grić, waar zich thans het hoger gelegen Zagreb (Gornji grad) bevindt. De nederzetting stond bekend onder de naam Gradec.

De kerk zou onder toezicht hebben gestaan van het al in de derde eeuw gevestigde bisdom van Sisak, later nét als Gradec, door de Avaren verwoest. De kennis die er bestaat komt uit de aartsbisschoppelijke archieven van Zagreb, waar aartsbisschop Felician van Ostrogon verantwoordelijk voor was. Geschriften van zijn hand, opgetekend in 1134, vertellen iets over de vroegere geschiedenis. Uit dezelfde geschriften kan de conclusie worden getrokken dat het bisdom werd gesticht door koning Ladislas van Hongarije. Dat zou weer verklaren waarom het bisdom tot 1852 onder toezicht stond van Hongaarse aartsbisschoppen.

Het jaar 1242 zal altijd met gouden letters in de annalen van de stadsgeschiedenis geschreven worden. In dat jaar vond koning Bela IV van Hongarije, op de vlucht voor de Tataren, een gastvrij onthaal én bescherming binnen de muren van Gradec in afwachting van ontzetting door het Kroatische leger dat er uiteindelijk in slaagde de Tataren te verdrijven. Die lieten een halfverwoeste stad achter. De Tataren zouden in de ogen van de rooms-katholieken altijd ‘heidenen’ blijven. Ze gebruikten het grootste gebouw van de nederzetting, de kathedraal, om er hun paarden in onder te brengen. Als dank van Bela IV voor de genoten gastvrijheid ontving de stad op 16 november 1242 van de koning de Gouden Bul, een oorkonde waaraan de status van ‘koninklijke stad’ was verbonden.

Zagreb was daarmee in feite een vrije en onafhankelijke stad geworden met alle daaraan verbonden voordelen, zoals een eigen rechtspraak en autonomie waarbij het stadsbestuur alleen aan de koning verantwoording schuldig was. In het document werd ook precies uiteengezet wat de rechten en de plichten waren van en ten opzichte van de ban. Hij was de representant van de koning en trad in diens plaats op. In de praktijk kwam het erop neer dat de ban daadwerkelijk het gezag over het gebied uitvoerde. Zijn macht in Zagreb werd door het in de Gouden Bul bepaalde sterk beperkt en tot op de dag van vandaag neemt Zagreb een aparte plaats in onder de provincies van Kroatië.

In de loop van de 16e eeuw, nadat de conflicten tussen de stadsdelen tot het verleden behoorden (daartoe genoodzaakt door gemeenschappelijke vijanden), trad men steeds vaker naar buiten onder een gezamenlijke naam: ‘Zagreb’ en Zagreb groeide snel. De ligging droeg daaraan veel bij. Belangrijke verkeersaders maakten de stad tot een ontmoetingspunt van handel en trok industrie aan. Als gevolg van deze ontwikkeling verrezen er veel belangrijke bouwwerken in de stad, vestigden er zich veel politiek en economisch vooraanstaande mensen en toen in 1557 Zagreb officieel als hoofdstad van Kroatië werd aangewezen kwamen de ontwikkelingen in een extra stroomversnelling terecht.

Vanaf 1621 was Zagreb de permanente vestigingsplaats van de ban van Kroatië. Ook op het gebied van onderwijs werd een vooruitstrevend beleid gevoerd en al in 1606 werd het eerste gymnasium gebouwd. De universiteit opende in 1669 haar poorten. Koning Leopold I verleende de rechten daartoe en men startte met een theologische faculteit. Tegenwoordig studeren er ruim 50.000 studenten aan de universiteit.

Natuurlijk kende de stad tegenslagen. Tot viermaal toe werd Zagreb door brand verwoest, in 1645, in 1674, in 1706 en in 1731. Daartussendoor, in 1647 en in 1682 werd de bevolking gedecimeerd als gevolg van epidemieën. Revoluties teisterden het land, opstanden van boeren en soldaten gingen ook niet ongemerkt aan Zagreb voorbij.

De stad werd een militair bolwerk en daardoor voortdurend aangevallen door buitenlandse mogendheden. De onveiligheid in de stad was er dan ook de belangrijkste oorzaak van dat de ban in 1756 zijn zetel naar Varaždin verplaatste dat daardoor de hoofdstad van Kroatië werd. Twintig jaar later kwam daar een abrupt einde aan toen een geweldige brand Varaždin compleet verwoestte. In 1776 werd Zagreb opnieuw de hoofdstad van Kroatië, maar vooral het centrum van verzet tegen de Oostenrijks-Hongaarse (Habsburgse) overheersing. Om duidelijk te maken dat de Kroaten niets in te brengen hadden, vernietigde Joseph II, keizer van Oostenrijk en koning van Kroatië en Hongarije, de grondwettelijke rechten van beide landen en voerde het Duits in als officiële taal. Dat stuitte gedurende vijf jaar op veel verzet maar dat mocht niet baten.

Toen er in 1789 een einde kwam aan het Duitse bewind waren het de Hongaren die een begerige blik lieten vallen op Kroatië en voerden het Hongaars in als de landstaal. Dat ging niet door dankzij het grote verzet van ban Ivan Erdödy (zelf van Hongaarse komaf) en de bisschop van Zagreb, Maksimilijan Vrhovac. Zagreb nam opnieuw het voortouw in de strijd om onafhankelijkheid. In de tweede helft van de 18e eeuw dreigden Kaptol en Gradec uit hun jasje te groeien en in hoog tempo werden plannen ontwikkeld om buiten de muren van beide stadsdelen wegen aan te leggen en te gaan bouwen.

Op de plaats waar de belastingen werden geïnd, startte men in 1765 met de aanleg van een plein: Harmica. Elke bezoeker aan Zagreb heeft het plein bezocht, tegenwoordig is het als Trg Ban Jelačić het centrum van Zagreb. In 1819 werd de eerste officiële volkstelling in Zagreb gehouden en men kwam tot een inwoneraantal van 9.136. Daarna ging het razendsnel en met name in de tweede helft van de 19e eeuw kende Zagreb een geweldige bevolkingstoename: rond de eeuwwisseling werd het aantal inwoners tussen 60.000 en 80.000 geschat. In 1940 was dat aantal al opgelopen tot 280.000. Binnen 60 jaar zou Zagreb ongeveer een miljoen inwoners hebben.

Kroatië beleefde een periode van betrekkelijke rust waarin het land verder bouwde aan de eigen identiteit. Er kwamen Kroatische kranten en tijdschriften en op veel plaatsen in Zagreb werden openbare leeszalen geopend. Nog steeds telt Zagreb vele bibliotheken. In een ervan werd in 1846 het eerste museum van Zagreb geopend, het Nationaal Museum. De Kroatische taal werd in 1860 definitief (her)ingevoerd na jarenlange (taal)strijd. Ook verscheen in dat jaar het eerste politiek getinte dagblad, de Pozor, in Zagreb, geheel in de Kroatische taal.

Al in 1847 nam de sabor (volksvertegenwoordiging) een principebesluit over de invoering van het Kroatisch als nationale taal. Daarover werd in 1848 door het gemeenschappelijk Hongaars/Kroatische parlement gedebatteerd. De voorzitter, de Hongaar Lajos Kossuth sabelde het voorstel echter neer en verklaarde tegenover de Kroatische vertegenwoordigers dat, wat hem betrof, Kroatië niet eens bestond.

In een periode waarin Zagreb zijn grootste culturele doorbraak beleefde kwam, in 1868, het Kroatisch-Hongaars Akkoord tot stand. Enerzijds werkte dit de ontevredenheid onder de Kroaten in de hand (Kroatië werd niet geheel onafhankelijk) en leidde dit tot de Rakovica-opstand in 1871, anderzijds was het van enorme betekenis voor de vorming van het huidige Kroatië.

De Hongaren bleven hun invloed tot op zekere hoogte behouden, maar Kroatië kreeg vergaande vrijheden, een eigen sabor met een eigen ban die als premier de volksvertegenwoordiging zou leiden. Ook werd geregeld dat er een eigen ministerie van binnenlandse zaken zou komen, eigen rechtspraak, een eigen scholingsprogramma en zelfs een eigen leger (domobrani) waarover het bevel gevoerd zou worden door Kroaten. Het Kroatisch zou als officiële taal ingevoerd worden. Al deze maatregelen zouden de geschiedenis van de staat Kroatië sterk beïnvloeden, het waren landelijke maatregelen, maar ze werden in Zagreb ingevoerd en de inwoners van Zagreb ondervonden er als eersten de gevolgen van. Veel inwoners waren echter van mening dat Zagreb, als onafhankelijke staat, wel andere zaken aan het hoofd had. In 1862 kwam de eerste internationale spoorwegverbinding tot stand tussen Wenen en Sisak via Zagreb.

In 1865 kwam de spoorwegverbinding tussen Zagreb en Karlovac gereed, die in 1873 werd doorgetrokken tot aan Rijeka. In 1892 werd het centraal station opgeleverd, in die tijd het meest zuidelijk gelegen gebouw van Zagreb. Daartussen, in 1870, was het al mogelijk geworden om per spoor naar Boedapest te reizen. De economie van de stad maakte een geweldige groei door, al duurde het tot 1926 alvorens ook verder gelegen plaatsen bereikt konden worden. Split was de laatste grote plaats die een rechtstreekse spoorwegverbinding met Zagreb kreeg. Ook op het gebied van energievoorziening werd hard gewerkt.

Al in 1863 werden er gaslantaarns in de stad geplaatst en werden tevens de eerste huishoudens op een openbaar gasnet aangesloten. In 1864 had Zagreb de eerste grote tentoonstelling binnen zijn poorten. Samen met Slovenië en Dalmatië werd in de gebouwen van de universiteit een economisch-culturele tentoonstelling ingericht. Vanaf 1909 werden jaarlijks internationale tentoonstellingen georganiseerd en Zagreb is nog steeds toonaangevend op dit gebied.

Een andere opmerkelijke plaats werd in 1876 gecreëerd. In dat jaar werden de eerste doden op de Mirogoj begraafplaats ter aarde besteld. Tot aan die tijd was het de gewoonte om de doden op het ‘kerkhof’ te begraven. Deze gigantische begraafplaats werd opgezet om een laatste rustplaats te bieden aan een stad met ongeveer 25.000 inwoners.

Tot op heden werden op Mirogoj bijna 300.000 mensen begraven. Inmiddels is er een tweede grote begraafplaats geopend: Miroševac. De eerste telefoonaansluiting in Zagreb kwam in 1887 tot stand en in 1890 reed de eerste paardentram door de stad (in 1910 werd een aanvang gemaakt met de vervanging door elektrische trams). Door de loop van de eeuwen, na de samenvoeging van de oorspronkelijke stadsdelen, verrezen tientallen monumentale bouwwerken in de stad. Een aantal ervan zal tijdens een stadswandeling nader bekeken worden. Doordat er aanvankelijk veel met hout gebouwd was en de stad meermalen door branden, overstromingen en aardbevingen geteisterd werd, bestond er ook ruimte in overvloed voor de aanleg van parken.

Een belangrijke rol in de totstandkoming van het huidige Zagreb was de architect Herman Bollé. Veel gebouwen in het lagergelegen stadscentrum werden door hem ontworpen. Ook als kunstenaar kreeg hij grote bekendheid en vooral veel smeedijzeren kunstwerken werden door hem bedacht. Ondanks het feit dat het Zagreb voor de wind ging, was men toch niet gelukkig met de gedeeltelijke afhankelijkheid van Hongarije. Men besefte terdege dat een onafhankelijk Kroatië de stad verder economisch zou opstuwen. Het kwam dan ook regelmatig tot demonstraties voor onafhankelijkheid en de studenten grepen het bezoek van Frans Josef I, keizer van Oostenrijk en koning van Hongarije, aan om hun eisen kracht bij te zetten.

Tijdens diens bezoek, op 16 oktober 1895, werd de Hongaarse vlag publiekelijk verbrand. Stjepan Radićwas een van de organisatoren van deze demonstraties en hij zou later een belangrijke rol spelen in de Kroatische politiek, eindigend met de moord op hem in het parlement in 1928.

In deze tijd was Zagreb ook het middelpunt van het verzet tegen de al dan niet vermeende overheersing door de Serven. Duidelijk is dat ban Khuen Hedervary sterke sympathie aan de dag legde voor de Serven en ook dat leidde tot demonstraties waarbij Servische vlaggen werden verbrand. Men gebruikte daarvoor de vlaggen die werden uitgestoken bij Servische instellingen. De bloedigste demonstratie vond plaats in 1902. Aanleiding daartoe was een artikel in de Zagrebse krant Srobran, overgenomen uit een krant uit Belgrado, waarin alles wat Kroatisch was niet alleen systematisch als onbetekenend werd afgedaan, maar waarin het bestaan van Kroatië als volk en natie glashard werd ontkend. Zagreb werd opnieuw het middelpunt van felle demonstraties, ditmaal tegen de Serven en tegen de Hongaarse invloeden. Het zou de aanleiding vormen tot het aftreden van ban Hedervary.

In 1904 werd in Zagreb door de gebroeders Stjepan en Antun Radićde Kroatische Democratische Boerenpartij opgericht die later zou uitgroeien tot de grootste partij van Kroatië met de steun van ruim 90% van het Kroatische deel van de bevolking. Intussen ging het economische leven in Zagreb ook gewoon door en in 1910 telde de stad al meer dan 100 bedrijven die zich bezighielden met de meest uiteenlopende takken van industrie. Er waren drukkerijen, de hout- en metaalindustrie was er goed vertegenwoordigd en natuurlijk werd er veel gebouwd om in de woonbehoeften van de snel groeiende bevolking te voorzien. De werkers in de stad waren goed georganiseerd. Reeds in 1890 werd de 1-mei viering ingesteld.

In 1894 leidde dat tot de oprichting van een Sociaal Democratische Arbeiderspartij, aangesloten bij de internationale socialistische beweging. Het was dié partij die, vanuit Zagreb, de aanzet zou geven tot de vorming van de staat Joegoslavië. Op 3 mei 1918, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, kwam de sabor in Zagreb bijeen met vertegenwoordigers van verschillende partijen. Het leidde tot de vorming van een onafhankelijke en democratische staat der Zuid-Slaven, die op 6 oktober van dat jaar gestalte kreeg.

Vanaf 29 oktober daaraanvolgend werd de macht daadwerkelijk uitgeoefend en werden diplomatieke betrekkingen aangeknoopt tussen Kroatië en Bosnië-Herzegovina, Dalmatië en Slovenië. De daarin opgenomen verklaring dat Kroatië onverbrekelijk aan Servië verbonden zou blijven, viel in verkeerde aarde en leidde onder andere tot de opstand van het Kroatische leger in Zagreb op 5 december 1918.

De opstand kon niet voorkomen dat Kroatië opging in een gezamenlijke republiek met Servië en Slovenië (SHS), waarbij slechts een zeer ondergeschikte rol was weggelegd voor Kroatië. Belgrado, en niet Zagreb, werd als hoofdstad aangewezen en opnieuw startte een periode van verzet vanuit de Kroatische hoofdstad. Het mondde uit in fysiek en diplomatiek geweld en het zou aanleiding vormen tot de moord op Stjepan Radićin 1928. Tussen de beide wereldoorlogen woonden en werkten veel vooraanstaande kunstenaars in Zagreb en ontstond ook de ‘Zagrebse School’ als beweging in de ontwikkeling van de architectuur. De Kroatische radio, met uitzendingen gericht op Slovenië, Servië en Kroatië, startte zijn uitzendingen in 1926.

Op 10 april 1941 werd een onafhankelijke staat Kroatië uitgeroepen met Zagreb als hoofdstad. De directe aanleiding daartoe was de capitulatie van het Joegoslavische leger na de inval door de Duitsers.

Zagreb werd een Duits bolwerk en haard van verzet, wat uitmondde in een stadsguerrilla, niet alleen gericht tegen de Duitse overheersers, maar ook tegen aanhangers van het Servische bewind die na de aanval van de Duitsers op de Sovjetunie gezien werden als verlengstuk van dit communistische regime. In 1945 leidde dit tot een rassenstrijd tussen Serven en Kroaten, waarbij niet alleen duizenden militairen en burgers omkwamen, maar Zagreb het centrum werd van gevangenissen waar Kroaten wachtten op hun executie. Kroatië moest het onderspit delven en werd in 1945 als republiek, met Zagreb als hoofdstad, ingelijfd bij Joegoslavië.

Pas in 1987 deed Zagreb opnieuw van zich spreken. Het genootschap van Kroatische schrijvers en de Zagrebse jeugdradio, kondigden openlijk verzet aan tegen de centrale regering in Belgrado. In 1989, op 28 februari, trad de eerste politieke partij van de periode na Tito, de Kroatische Democratische Unie, naar buiten tijdens een vergadering van Kroatische schrijvers in Zagreb. Deze vergadering mag worden gezien als het begin van het huidige Kroatië onder Tuđman. Het zou nog tot 8 september 1991 duren en nog duizenden mensenlevens kosten voordat de republiek Kroatië werd uitgeroepen.

Op 15 januari 1992 werd Kroatië als republiek erkend door de landen van de Verenigde Naties en werd het de onafhankelijke staat van vandaag met Zagreb als hoofdstad.

10 prachtige bestemmingen in De geschiedenis van Zagreb en Kroatië