In Zwitserland kunt u 's winters skiën, snowboarden, langlaufen, winterwandelen, schaatsen, zwemmen, tennissen, curling, bobsleeën, schaatsen, paardrijden en nog veel meer.

Topbestemmingen

De zogenoemde topbestemmingen in Wallis zijn: Zermatt, Saas-Fee, Verbier, Nend az, Veysonnaz, Crans-Montana, Champéry, Les Crosets en Torgon.

Topbestemmingen in Graubünden zijn: St. Moritz, Pontresina, Davos, Klosters, Arosa, Laax en Flims.

Bekend in het Berner Oberland zijn: Grindelwald, Mürren, Wengen, Gstaad, Saanenmöser en Château-d'0ex.

In de Alpes Vaudoises liggen: Villars, Leysin en Les Diablerets.

In CentraalZwitserland is Engelberg aan de voet van de berg Titlis een topbestemming.

Op sommige hooggelegen plaatsen kan men ook zomers skiën.

Langlaufen

In al deze wintersportplaatsen heeft men ook langlaufloipen uitgezet. De aantrekkelijkste langlaufgebieden liggen in de Zwitserse Jura en in het Ober-Engadin. Uitstekend langlaufen kunt u ook in het Obergoms in Wallis, in Kandersteg in Berner Oberland en verder in een groot aantal plaatsen in Centraal-Zwitserland, Oost-Zwitserland en rond het Meer van Genève.

Snowboarden

Snowboarders van de klassiekealpine stijl kunnen op de gewone skipistes terecht. De freestylers kunnen naar de speciaal voor hen gereserveerde plekken met halpipes en obstacle parks. Wintersportplaatsen met goede voorzieningen voor snowboarders zijn: Davos, Laax en Scuol in Graubünden; HochYbrig in CentraalZwitserland; Adelboden en Hasliberg in Berner Oberland; Leysin in de Alpes Vaudoises; Haute Nendaz en Verbier in Wallis.

Wintersportartikelen

Deze kunt u in alle Zwitserse wintersportplaatsen huren. Bij ski's zijn skibreuk en reparatiekosten vanaf 3 dagen bij de huurprijs inbegrepen; verzekering van gehuurde ski's tegen diefstal en verlies is mogelijk.

Wandelen

Er zijn in Zwitserland talloze wandelmogelijkheden in bergen en dalen, langs gletsjers en door eeuwenoude dorpen en steden. Meren, bossen, wijngaarden, alpenweiden en snelstromende rivieren vormen het aantrekkelijke landschap waardoor de ontelbare wandelpaden lopen. Voorts zijn er tien nationale wandelroutes uitgezet over afstanden van 200 tot 400 km. Al deze wandelpaden zijn gemarkeerd met dezelfde gele borden met zwarte letters. Aan het begin van een rondwandeling staat tevens de lengte van de tocht op dit bord vermeld. Op alle kruisingen van wandelwegen wijzen deze borden u de juiste weg; bij tussenmarke ringen maakt men vaak gebruik van gele pijlen op bomen, stenen en palen om de wandelaar in de goede richting te leiden. De met geel gemarkeerde wandelwegen zijn voor ongeoefende wandelaars begaanbaar; dat wil echter niet zeggen dat u in het reliëfrijke landschap niet hoeft op te letten! Ga ook nooit de bergen in zonder stevig schoeisel met goede profielzolen.

Heeft men op het bord de kleuren rood witrood toegevoegd en staan deze kleuren eveneens op de tussenmarkeringen op stenen, bomen en palen, dan wil dat zeggen dat de te lopen route zwaarder is dan gewoonlijk! Moeilijke punten op de route worden bovendien aangegeven met een gevarenteken.

Opgelet: De Koninklijke Nederlandse Alpen Vereniging adviseert de bergsportliefhebber/ster het volgende: Wie in ons vlakke land wandelt staat niet stil bij de zwaartekracht, maar wie in de bergen wandelt moet daar wel degelijk aan denken. Want dan kan de zwaartekracht plotseling een verrassende en soms fatale rol spelen. Men kan er rekening mee houden door:

Op het pad te blijven. Gras en puinhellingen zijn gevaarlijker dan men denkt, vooral nat gras glijdt uitstekend. Zorg daarom voor stevige bergschoenen met een goede profielzool.

Van tijd tot tijd na te gaan: 'Kan ik hier ook weer terug?' Omlaag is altijd moeilijker dan omhoog. Let vooral ook op de tijd. In het donker wordt een terugweg gevaarlijk.

Goed op te letten hoe het hele verloop van een pad is. Paden zijn nu eenmaal geen wegen. U kunt ze bijvoorbeeld in mist gemakkelijk kwijtraken. Loop nooit achter dieren aan. Zij hebben hun eigen paden die voor u heel gevaarlijk kunnen zijn. Neem vooral enkele markante punten goed in u op, zodat u ook bij slecht zicht de weg terug kunt vinden. Kijk daarom ook zo nu en dan achterom, het pad ziet er dan altijd heel anders uit.

Het mijden van steile sneeuwhellingen. Wees bijzonder voorzichtig bij het oversteken van sneeuwresten die zijn overgebleven van lawines. U glijdt er gemakkelijk op uit en uitgebreide schaafwonden zijn dan vaak nog het minst ernstige gevolg. De beste bescherming hiertegen is een laag textiel van goede kwaliteit. Een korte broek en shirts met korte mouwen zijn dus sterk af te raden.

Goed op te letten op vallende stenen of ijs. Gevaarlijke plaatsen zijn dikwijls herkenbaar omdat er vers puin of ijs ligt. Blijf hier nooit stil staan, maar loop snel door.

Stil te staan, wanneer u om u heen kijkt. Dit voorkomt onnodig struikelen.

Het weer tijdens het wandelen kan in de Alpen snel veranderen. Reken hierop door:

Altijd warme en waterdichte kleding mee te nemen. Een natte, vermoeide en koude wandelaar heeft niet vee) energie meer. Zorg ook, dat u altijd iets te eten bij u heeft. Een gevulde veldfles is ook geen luxe.

Bij onweer met gevaar voor blikseminslag (er is gevaar wanneer er minder dan 12 seconden zitten tussen de bliksemflits en het bijbehorende gedonder) nooit onder overhangende rotsen gaan zitten, dat is erg gevaarlijk. Maak dat u wegkomt van bergkammen en toppen. Als het onweer heel erg is, ga dan op uw hurken zitten midden op een helling. Houd u zelf zoveel mogelijk droog en eet wat. Leg in ieder geval metalen voorwerpen minstens 10 m van u vandaan.

Algemeen advies

In het algemeen wordt het volgende geadviseerd:

Bereid bergtochten goed voor. Lees de gidsen goed en bestudeer de wandelkaarten met ingetekende routes. Leer omgaan met kaart en kompas. Goede wandelkaarten zijn bij de plaatselijke toeristeninformatiekantoren verkrijgbaar.

Zorg voor een goede lichamelijke conditie. Wandelen in de bergen vraagt nu eenmaal meer van uw lichaam dan wandelen in Nederland. Tochten van 6 tot 8 uur zijn zeker geen uitzondering. Oefen in Nederland met uw uitrusting. Loop uw schoenen goed in en voorkom daarmee blaren.

De een is gevoeliger voor zonlicht dan de ander, maar een goede zonnebril

en een crème of pasta voor lippen en voor alle aan het zonlicht blootgestelde lichaamsdelen, zijn in de bergen onontbeerlijk.

Bestudeer bij uw voorbereiding 'alpiene leerboekjes'.

Blijf kalm en overleg eerst, wanneer er een ongeluk is gebeurd en ga pas daarna handelen. Laat een gewonde als laatste redmiddel alleen achter. Leg hem/haar eerst op een goed gemarkeerde plaats, liefst enigszins beschut, maar vooral goed zichtbaar, ook vanuit de lucht.

Vergeet nooit dat een wandeling niet eindigt bij het verste of hoogste punt, maar pas na veilige terugkeer op de plaats waar de wandeling werd begonnen, of gepland was te eindigen. Verdeel uw krachten over de gehele wandeling.

Bergbeklimmers/sters dienen de volgende (internationaal erkende) noodsignalen te gebruiken:

Hoorbare signalen: luid roepen of fluiten, zes keer per minuut, met regelmatige tussenpozen, vervolgens één minuut pauze en dan opnieuw, dit betekent 'HULP NODIG'; drie keer per minuut is het signaal voor 'BEGREPEN'. Zichtbare signalen: beide armen omhoog, een rode vuurpijl of een rode doek met een witte cirkel, betekent 'HULP NODIG'; één arm omhoog, betekent 'GEEN HULP NODIG'.

Respect voor de natuur: Het is van groot belang dat u tijdens uw wandeling rekening houdt met de veelzijdige natuur. Neem daarom uw picknickafval mee, doof uw kampvuur, blijf zoveel mogelijk op het pad, vertrap geen planten, stoor geen dieren en pluk geen alpenbloemen.

Watersport

In Zwitserland is een groot aantal meren waar u heerlijk kunt zwemmen, windsurfen, zeilen, roeien en waterskiën. Watersporters moeten er te allen tijde rekening mee houden dat het weer in de Alpen snel kan omslaan. Het is dan verstandig om zo snel mogelijk naar de wal te varen. In het algemeen is het water in de berg en stuwmeren te koud om in te zwemmen.

Fietsen

In Zwitserland kan uitstekend gefietst worden, met name op de Zwitserse Hoogvlakte, maar ook in de dalen van Ticino, het Engadin en Wallis. In het BernerOberland kunt u de AareRadweg (Aare Bike Trail) volgen. Deze eerste toeristische langeafstandsfietsroute in Zwitserland begint bij de Aarekloof in Meiringen en eindigt bij de monding van de Aare in de Rijn aan de DuitsZwitserse grens. De AareRadweg staat in het programma van enkele Nederlandse reisorganisaties.

De wegen voor fietsers in Zwitserland zijn gemarkeerd met donkerrode borden waarop een witte fietser staat afgebeeld. Een aantal fietsroutes is met deze borden gemarkeerd. Op de borden staat de moeilijkheidsgraad aangegeven; A is bijvoorbeeld een makkelijke route van 15 tot 25 km, B is een wat moeilijker route van 25 tot 35 km, enzovoort. Fietsen kunnen binnen Zwitserland tegen het eenheidstarief van per trein vervoerd worden. Fietsen kunnen ook met een IC (Inter-Citytrein) mee.

Fietsen huren: In Zwitserland kunt u bij 250 treinstations fietsen huren, waaronder citybikes (eventueel met een gratis kinderzitje), mountainbikes en kindermountainbikes. Het is verstandig om een fiets van tevoren te reserveren bij het station (in het telefoonboek te vinden onder Bahnhof, Gare of Stazione). Een fiets hoeft niet naar hetzelfde station te worden teruggebracht (wel bij een halve dag huur); men mag hem bij een ander station weer inleveren. Informatie over fietsroutes kunt u bij Zwitserland Toerisme krijgen.