Oost-Tirol

Swipe

Fauna

Op de grond vindt u tal van dieren, meest van Midden-Europese origine. Zo zal het eenvoudig zijn om reeën te ontdekken en vossen, eekhoorns, hazen en dassen. Meer karakteristiek zijn de gemzen, geweldige springers en zeer bedreven in het beklimmen en afdalen van op het oog onmogelijke rotsen. Natuurlijk komt u oog in oog te staan met de grote bergmarmotten (Murmeltiere) die op sommige plaatsen bijna handtam zijn.

In Oost-Tirol vindt u ook vele soorten vogels, er zijn zeer zeldzame soorten bij. Hoewel weinig mensen het gebied speciaal bezoeken vanwege de vogels, de liefhebber vindt er veel van zijn gading. Niet alleen diverse mezensoorten, ook tal van spechten, vaak bontgekleurd, zijn eenvoudig te vinden. Het wordt moeilijker om het goudhaantje of de barmsijs te vinden. In de bossen, tussen dichte grondbegroeiing vindt u, als u geluk heeft, de auerhaan, vooropgesteld dat er bosbessen groeien. Tussen het groen valt de grote donkere vogel met de rode vlek boven de ogen direct op. De zeldzame notenkraker behoort tot de kraaienfamilie, hij is echter bruin met lichte spikkels. Horen kunt u hem zeker, in de buurt van pijnbomen (hij voedt zich voornamelijk met de zaden van deze boom) zult u zijn typisch kraaiengeluid zonder al te veel inspanning waar kunnen nemen.

Op de grens van bomen en gras vindt u de korhoen en langs de bergbeken in diverse vegetatiezones zijn de gele kwikstaart en de waterspreeuw eenvoudig te ontdekken. Hoog in de bergen leven geheel andere vogels. Diverse soorten zwaluwen nestelen tussen de rotsen. In de grassen leeft de waterpieper, maar als u hoog boven uw hoofd een betrekkelijk kleine vogel de wonderlijkste capriolen ziet uithalen dan heeft u deze vogel in beeld. Op grote hoogte leeft de rotskruiper, de naam zegt precies waar u dit roodgevleugelde vogeltje kunt aantreffen.

Ook de sneeuwhoen mag niet onvermeld blijven. In de winter hagelwit, buiten het sneeuwseizoen verandert zijn kleur naar bruin. De sneeuwvink en de alpenkauw vindt u op dezelfde hoogte. De laatstgenoemde wordt wel de huismus onder de bergvogels genoemd, hij is overal te vinden waar mensen voedsel achterlaten. U herkent de kauw aan zijn zwarte verenkleed en zijn geelachtige snavel.

Onder de roofvogels vindt u de steenarenden. Ze zijn niet bijzonder zeldzaam, maar ze hebben een leefgebied nodig van zon 100 km2 per paar. De lammergier is wel echt zeldzaam. Hij ontleent zijn naam aan het feit dat hij in de vele verhalen die de ronde doen over deze geweldig grote vogel (met meer dan 2,5 meter spanwijdte de grootste roofvogel van Europa) wordt neergezet als een rover die het op lammeren en ander jong wild gemunt heeft. Ook jonge kinderen vallen (in die verhalen) ten prooi aan de vogel en dat zou de reden zijn waarom men op grote schaal jacht op hem maakte. De lammergier wordt met uitsterven bedreigd. Ook de grootste uilensoort, de oehoe, leeft in Oost-Tirol en verder kunt u er ook grote kraaiachtigen zoals de raaf bewonderen.

Wild water is niet alleen een prettige omgeving voor de kano‘rs. Forellen voelen zich er uitstekend in thuis en de beekforel is dan ook de meest voorkomende vis in dit soort wateren. In mindere mate worden de snelstromende wateren bevolkt door de regenboogforel, deze vraagt een zeer schone leefomgeving en wat dieper water. De meren in Oost-Tirol en omgeving herbergen meerforellen en meerzalmen. Langs het water en op het land treft men tal van hagedissensoorten aan. De alpensalamander is vooral 's nachts actief. Wist u dat een wijfje van deze soort levende jongen baart? Doorgaans zelfs een tweeling.

In de directe omgeving van kleine meertjes en poelen leven diverse soorten hagedissen en salamanders, maar ook kikkers en padden. De laatstgenoemde soort verplaatst zich soms over zeer grote afstanden naar een paargebied. Waarom dat juist op die plaats moet gebeuren behoort tot de vele raadselen die de pad nog omgeven. Op tal van plaatsen staat aangegeven dat u overstekende padden kunt verwachten. Al zijn er tientallen slangensoorten in Oost-Tirol, er is er maar een waar u voor op moet passen: de adder. Hij komt voor tot op een hoogte van meer dan 2.000 meter in gebieden met lage begroeiing.

10 prachtige bestemmingen in Oost-Tirol