Puerto Deseado
Het stadje, Puerto Deseado ligt 276 km ten zuiden van Comodoro Rivadavia aan de monding van de Río Deseado en de Atlantische Oceaan. De eerste bewoners vestigden zich hier in juli 1884 en nu telt het bijna 10.000 inwoners.
Maar al in 1524 was Hernando de Magalhães deze kust al aan het verkennen. En in 1586 kwamen enkele boten hier aan onder leiding van de Engelse zeerover Thomas Cavendish. Een van die schepen heette Desire en zo noemde hij deze plek Port Desire ofwel Puerto Deseado. In 1599 meerde in dit haventje de eerste Nederlandse expeditie onder leiding van admiraal Olivier van Noort. Zo staat er van deze man nog een standbeeld en is er bij de rivier een berg naar hem genoemd. Het was in de zeventiende eeuw, dat de ontdekkingsreiziger Sir John Narborough voor het eerst hier de pinguïns een naam gaf. Hij beschreef deze diertjes als volgt: ‘rechtop staand als kleine kinderen in witte schorten dicht opeen’... en noemde ze pengwyn, withoofden, zoals ze in Wales worden genoemd. Later in het Spaans werd dat vervormd tot pinguea, wat vet betekent.
Maar er is meer te zien dan deze grappige beestjes, want het natuurgebied rondom het stadje, Reserva Natural Ría Deseado, is voor de liefhebber van Patagonië zeker de moeite waard. In Puerto Deseado valt niet veel te beleven. Hooguit de moderne haven, waar grote schepen kunnen afmeren. De vis- en wolindustrie nemen er een belangrijke plaats in. Er is ook nog een station te zien, gebouwd door Joegoslaven en geïnspireerd op de Engelse stijl. Het heeft veel weg van een enorm Schots landhuis en het is mooi gerestaureerd.
Daar niet ver vandaan is Vagón Histórico, een treinwagon uit de 19de eeuw (1898), want rond die tijd was er een spoorlijn vanuit Puerto Deseado naar de Chileense grens, die Ferrocarril Patagónico heette. In 1920 was er in deze regio een grote arbeidersstaking. En deze wagon was het hoofdkwartier van kolonel Varela, de regeringsafgevaardigde, die moest bemiddelen. In plaats daarvan onderdrukte hij deze opstand zeer bloedig zo ook elders in Patagonië.
Deze wagon is elke dag open voor publiek tussen 10-17 uur. Waar foto’s en documentatie laten zien hoe het leven er toen uitzag.
Calle San Martín en Belgrano zijn de belangrijkste straten. En wandel ook even over de Costanera naar Punta Cascajo, daar bij de monding van de rivier. Hier heb je een prachtig uitzicht over de oceaan.
Cabo Blanco en Reserva Cañadón de Duraznillo
Een andere interessante excursie voert naar het natuurgebied Cabo Blanco, 80 km ten noorden van Puerto Deseado. Het is moeilijk te bereiken maar zeer de moeite waard, want het is een groot vogel- en robbenparadijs. Je ziet hier duizenden pelsrobben (Actrocephalus australis) in een omgeving die de indruk wekt, dat je helemaal alleen op de wereld bent met deze dieren en waar de immens grote Atlantische Oceaan voor je ligt. Dit is een van die plekken waar je ook het gevoel hebt dat je helemaal één bent met de natuur. De enige mensen die hier wonen werken rondom de vuurtoren. Je neemt de RN 281 richting Jaramillo en na zo’n 80 km is er een afslag, de RP 70 naar de kust. Bij de afslag met de RP 14 ga je richting estancia Madrugada. Daar kun je overnachten in een van de meest verlaten streken van Patagonië aan de rand van de oceaan. De familie Fabiani ontvangt je hartelijk (0297) 15-594123. Voor een kamer met pension betaal je € 50 per persoon. De eigenaar organiseert excursies in dit beschermde gebied van ruim 100 km2 dat, Reserva Cañadón de Duraznillo heet.
Naar de versteende bossen: Bosques Petrificados
Vanuit Puerto Deseado gaat de RN 281 richting Fitz Roy, waar je kunt afslaan naar Monumento Natural Bosques Petrificados, een nationaal park van versteende bossen. Je neemt dan de RN 3 naar het zuiden en na 70 km is er een afslag naar rechts de RP 49. Na zo’n 50 km kom je bij het park, dat zo’n 150 km2 groot is. Er zijn hier geen faciliteiten zoals een hostería of een confitería. Dit park ligt totaal afgelegen en heeft alleen een parkwachter.
Hier heerste 150 miljoen jaar geleden een vochtig klimaat en er was een geweldig woud van enorme araucariabomen, die zo’n 35 m hoog waren. Door klimaatveranderingen en vulkanische uitbarstingen (het ontstaan van het Andesgebergte) werd dit gebied bedekt door een aslaag. Hiermee werden de poriën van planten en dieren hermetisch afgesloten. Zo drong er een soort kristalzout in de cellen door, dat alle organische stoffen verving, zonder de celstructuur aan te tasten. Zodoende kun je nu versteende krabben of sparappels vinden tussen de gigantische versteende boomstammen, die soms een diameter hebben van 3 m en een lengte van 30 m. Het grote verschil met andere versteende wouden in noordelijke werelddelen, is dat hier geen verschuivingen door een ijstijd zijn geweest. Zo zijn volledige wouden bewaard gebleven en behoren ze tot de grootste ter wereld. Bij de ingang is een klein museum waar fossielen te zien zijn en wordt duidelijk uitleg gegeven over het ontstaan van deze versteende bomen.
Gelukkig heeft de provincie ingezien, dat dit unieke landschap beschermd moest worden. Sinds 1954 is het beschermd maar helaas was er toen al veel geplunderd. Nu is het verboden iets mee te nemen, wat je moet respecteren, ook al is de verleiding groot. Er is een parcours uitgezet en zo rijd je door een ‘maanlandschap’ en dan weer zie je tientallen grote versteende boomstronken liggen. Twee basaltachtige tafelbergen domineren het landschap, Cerro Madre en Hija (400 m hoog).
Je kunt kamperen bij estancia La Paloma (02967-480-6013) halverwege de RP 49 naar het park. Er zijn geen voorzieningen. Je kunt er alleen komen met een eigen (huur)auto of een excursie vanuit Puerto Deseado of Puerto San Julían (als er genoeg belangstelling is).
Familiereis-Tweepersoonskamer
Rondreizen
Rondreizen