De Patagonische kust

Swipe

Río Gallegos

Wat hebben Butch Cassidy, Schotse schaapherders en een Amerikaanse taxichauffeur gemeen?

De inwoners, voornamelijk schapenscheerders, schapenfokkers en arbeiders uit de leerlooierijen van het tamelijk rustige Río Gallegos, waren lichtelijk ongerust over wat er die middag gebeurd was. Vlak bij Plaza Independiente was de bank van London beroofd van zo’n 20.000 peso’s. ‘Het waren gringo’s, Noord-Amerikanen’, vertelde men, Butch Cassidy, Sundance Kid en Etta Place, onbekenden voor de plaatselijke bevolking. Ongerust was men dan ook vooral over het brute geweld dat gebruikt was. De bankdirecteur en het personeel waren vastgebonden en daarna had Etta Place de isolatoren van de telegraafpaal aan flarden geschoten, zodat de enige politiepost van de buitenwereld was afgesloten.

Dit was begin 1900. Een dikke eeuw later is de roofoverval nog steeds zo’n beetje het meest boeiende dat er te vertellen valt over Río Gallegos. Deze ‘Far West’ stad is vooral een belangrijke stop-over voor reizigers richting Vuurland, het Chileense Patagonië of richting El Calafate. Als je er arriveert, krijg je het gevoel van ‘waar ben ik in ‘s hemelsnaam terechtgekomen?’.

Río Gallegos is immers een typisch Patagonische stad, waar het monotone van het landschap is terug te vinden in de stedenbouw: veel laagbouw, geen variatie en totaal geen inspiratie voor een mooie gevel. Het is een stad waar de mensen altijd, of het nu zomer of winter is, met een wollen vest of trui lopen, want koud is het er altijd En waar een biertje niet smaakt, maar wel een kop warme chocolademelk (un submarino). Toch heb ik een Amerikaan ontmoet die 15 jaar geleden in Río Gallegos is blijven ‘plakken’ en nu taxichauffeur is. Hij wil niet meer naar Amerika terug. Hij vindt het heerlijk: de rust, de natuur, de mensen... En daarin moet ik hem gelijk geven, want door al die keren dat ik hier een stop-over heb moeten maken of soms weleens enkele dagen bleef ‘plakken’ heb ik een zekere sympathie voor deze stad gekregen.

Río Gallegos is een snelgroeiende stad met 70.000 inwoners. In de regio is nog steeds grootschalige wol- en schaaphuidenindustrie te vinden. Het belangrijkste leven in deze stad speelt zich af op Av. J. Roca en Plaza San Martín, zoals eigenlijk in alle Patagonische stadjes.

Een bezoek aan de twee musea is de moeite waard, zeker voor diegenen die meer willen weten over de lokale geschiedenis, de indianen en de samenstelling van het landschap. Het kleine museum Los Pioneros, het voormalige huis van een Engelse kolonist, vertelt het verhaal van de eerste immigranten: voornamelijk Engelse en Schotse schaapherders van de Falklandeilanden, die rond 1885 bij de monding van de rivier Gallegos aankwamen. Voor hen was Patagonië ‘Old England’. Op de estancia’s spraken zij Engels, ze hadden Engels geld en een Engelse krant, ‘The Magellan Times’, en zelfs de schapen kwamen uit Engeland. De eigenaar spreekt Engels en zijn grootouders waren een van de eerste kolonisten. Elke dag open van 10-20 uur.

De belangrijkste straat is Av. J. Roca, daar vind je hotels, twee grote supermarkten, de beste winkels en enkele goede restaurants. Bovendien telt Río Gallegos nog steeds een Engelse club (Club Brittanica, in Av. J. Roca 935), hoewel er allang geen woord Engels meer gesproken wordt. Elk jaar op 18 april komen de oudgedienden om nostalgische redenen bij elkaar, maar ja de meesten zijn al meer dan tachtig dus wil je dit eens meemaken, wacht dan niet te lang! Een Spaanse club is er ook in Av. J. Roca 862. Dit clubgebouw valt op, omdat de gevel het mooiste van de hele straat is. Bij beide clubs kan men eten en drinken.

Moet je toch een dag blijven, loop dan met me mee langs enkele historische huisjes en interessante bezienswaardigheden. De start is bij Plaza San Martín en Av. J. Roca daar loop je richting Piedra Buena. Die ga je links in en op de eerste hoek met Alcorta staat Casa de Gobierno (het gouverneurshuis). Het balkon is nu een monument, want van hier sprak president J. Roca in 1899 het volk toe toen hij vrede had gesloten met zijn Chileense collega Echáurren na moeilijkheden over de Straat van Magalanes. Op de hoek van T. de Loqui staat de eerste school van de stad, nog een mooi gebouw van golfplaten. Zo ook de andere oude huisjes in T. de Loqui. Trouwens, in Av. J. Roca bij de nrs. 36 en 6 staat ook nog een van de eerste golfplatenhuisjes, mooi gerestaureerd met uitleg over de historie.

Daarna ga je links Muratore in, want ook hier staan nog enkele oude huisjes. Op de hoek bij Alcorta links is Casa de Gregores en Museo Naval, allebei een van de eerste huizen van de stad, en fraai gerestaureerd. Nu loop je tot Av. San Martín, daar ga je rechtsaf en loop je rechtdoor tot de ACA. Net daarvoor links in Gdor Lista bij nr. 60 staat een fraai huis uit 1902 waar toentertijd Belgen een lederwarenwinkel hadden. Kijk eens naar het houtwerk. Het is trouwens heerlijk wandelen in deze straat, want je bent in een mooie buurt van villa’s. Als je deze straat uitloopt tot Mendoza kom je bij het kerkhof van de stoomlocomotieven. Treinliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen, want tientallen oude stoomlocomotieven en onderdelen zijn daar te bewonderen. Er is een Museo Ferroviario Roberto Galián, met allerlei historische informatie en foto’s over de zuidelijkste treinlijn van Río Gallegos naar Río Turbio. Open van ma. t/m vr. van 9-16 uur.

10 prachtige bestemmingen in Río Gallegos en Argentinië