El Fuerte
De belangrijkste toeristische attractie in de omgeving van Samaipata is het op 1949 m gelegen archeologische complex El Fuerte of vertaald uit het Spaans ‘het fort’, 9 km ten oosten van Samaipata. Afhankelijk van de weersomstandigheden kan je het best met de taxi hiernaartoe, 30 minuten, 50 Bs of alleen heen met de taxi, 30 Bs en terug lopen. Vanaf de ruïnes gaat de onverharde weg 3 kilometer bergafwaarts tot een riviertje. 400 meter stroomopwaarts van dit riviertje ligt het meertje Mamá Pascuala waar je lekker in kan baden. Na de rivieroversteek is het een kilometer stijgen en wederom dalen tot de hoofdweg Santa Cruz-Samaipata. Hierna is het nog 4 km langs de hoofdweg terug naar Samaipata.
De entree voor het archeologisch museum in Samaipata is hierbij inbegrepen. Dagelijks geopend van 9-17 uur.
Geschiedenis
El Fuerte dankt zijn bestaan aan de geografische ligging in de heuvels aan de voet van het Andesgebergte, waar het Amazonestroomgebied en El Chaco (de droge steppegebieden van Oost-Bolivia) elkaar ontmoeten. Hierdoor passeerden vele stammen de vallei. Archeologische vondsten hebben onthuld dat tussen 800 en 1300 na Chr. de Mojocoya en de Chané, twee etnische groepen uit de laaglanden, deze plaats gebruikten als ceremoniële plaats. De Inca’s vestigden zich hier vanaf het einde van de 15e eeuw tot 1540. Zij gaven de plaats de Quechuanaam Samaipata, ‘hoogtes om uit te rusten’. Dit was voor de Inca’s een belangrijke administratie-, controle en verdedigingspost en belangrijke ceremoniële plaats in het uiterste oosten van hun rijk. De belangrijkste vijanden van de Inca’s waren de Guaraní-indianen uit de laaglanden, die zelfs El Fuerte in bezit namen tijdens de Inca-tijd. Rond 1540 arriveerden de Spanjaarden, veroverden het gebied en hernoemden het El Fuerte of ‘het fort’. Het diende voor hen als verdedigingswerk, opslag- en handelsplaats op de route Asunción (Paraguay)-Lima (Peru). Zij verlieten het fort rond 1629 en stichtten de nederzetting op de huidige locatie in de vallei, die nu bekendstaat als Samaipata. Hierna raakte El Fuerte vergeten en werd bedolven onder de weelderige vegetatie. Enkele Europese ontdekkingsreizigers exploreerden de plaats, maar pas in 1974 werd El Fuerte erkend als een plaats van archeologisch belang. In dat jaar werd begonnen met opgravingen, het schoonmaken van de gebeeldhouwde rots en de aanleg van een wandelcircuit. In 1998 werd El Fuerte door de UNESCO tot wereldcultuurerfgoed verklaard.Rondwandeling van ongeveer 2 uur
Er is een gemarkeerde rondwandeling uitgezet die het hele archeologische complex aandoet. De wandeling begint met een stijging van 60 meter naar Mirador 1 waar een groot houten platform staat, vanwaar een heel goed uitzicht is op de 220 m lange en 60 m brede roca tallada, gebeeldhouwde rots. Deze monolithische rots van zandsteen werd door de diverse culturen gebruikt als ceremoniële plaats, getuige de afbeeldingen van dieren- en antropomorfische figuren, geometrische patronen en nissen. Mirador 2, dat 50 meter lager ligt, bestaat uit een houten wandelplatform van 40 m. Vanaf hier zijn aan de voet van de rots de afbeeldingen van twee poema’s (het symbool voor wreedheid en behendigheid), een jaguar (vitale kracht) en een slang (vruchtbaarheid en eeuwigheid) goed te zien. Al deze beesten komen nog steeds voor in de omgeving. Iets hoger op de rots is een Incamuur en daarboven liggen twee parallel lopende kanalen die onderling verbonden worden door zigzag lopende groeven. Waarschijnlijk hielden hier Incapriesters rituelen; zij lieten vloeistoffen zoals chicha (‘heilige’ gefermenteerde maïsdrank) en bloed in de kanalen vloeien als een offer aan Pachamama (Moeder Aarde). Op het hoogste gedeelte van de rots bevindt zich het Coro de los Sacerdotes (priesterkoor), twee cirkels van 5 en 7 meter doorsnede, met driehoekige en rechthoekige zitplaatsen. Waarschijnlijk was dit een plaats van zon- en sterrenaanbidding en opoffering. Aan de voet van de rots zijn vijf Incatempels te bewonderen die gekenmerkt worden door de nissen in trapezevorm. Alleen de Inca’s gebruikten deze vorm van architectuur. In de nissen bevonden zich gouden en zilveren afgodsbeeldjes en in de vier grote nissen daarnaast plaatste men op speciale dagen de mummies van de voorouders, een Incatraditie. Bij de Plaza de las Tres Culturas zijn de sporen aangetroffen van de drie culturen die in El Fuerte verbleven. Hier is een vaas gevonden die rond 800 na Chr. gemaakt is door de Mojocoya, een stam uit de laaglanden. Daarnaast liggen de funderingen van Incavertrekken. De Spanjaarden hebben daarna alle gebouwen van de Inca’s vernietigd op hun zoektocht naar goud en zilver en ten slotte de bouwstenen gebruikt voor hun eigen koloniale gebouw, ontworpen in de vorm van een W (architectuur uit Andalusië), met een patio. Waarschijnlijk verbleven hier Spaanse soldaten, aangezien grote ovens zijn aangetroffen voor het prepareren van voedsel voor veel mensen. Vanaf hier is een goed zicht op de grote hoeveelheid rijen zitplaatsen en nissen, ingekerfd in de rots, die het idee geven van een enorm amfitheater. Misschien werden er op de grote plaza beneden de rots, voorstellingen of ceremonies gehouden. Teruglopend over het wandelpad staan enige funderingen van Incavertrekken. Vanaf hier is een uitzicht op Samaipata. Vervolgens gaat de route langs de Acllawasi (huis van de maagden van de zon). Er is niet veel te zien maar hier zijn potten met weefsels uit de Incaperiode aangetroffen. Deze suggereerden dat hier de intelligente en mooie vrouwen leefden, die speciaal uitgekozen werden door de Incaheerser zelf en zich voornamelijk bezighielden met het weven van textiel (voor opoffering aan de goden en voor handel) en het bereiden van de heilige chichadrank. Op de grote centrale plaza werden bijeenkomsten en evenementen gehouden. Boven de plaza bevonden zich negen landbouwterrassen, die gezegend waren met een ingenieus aangelegd irrigatiesysteem . Aan de plaza lag de grootste constructie van het complex, de Kallanka, het administratieve centrum van de Inca’s. De afmetingen, 68 m lang, 16 m breed en 16 m hoog, geven aan dat Samaipata een belangrijke regionale hoofdplaats was tijdens het Inca-rijk. De ingangen van het gebouw zijn groot (3,5 m) en suggereren dat de Inca op zijn troon het gebouw werd binnengedragen. Een doodlopend pad leidt naar de Chincana (doolhof) een perfect rond gevormd gat in de grond met een diepte van 12 m. In het jaar 1940 was dit gat 36 m diep. Er zijn diverse speculaties over de functie zoals wateropslagplaats, een tunnelsysteem om aan de vijand te ontsnappen of een plaats om zich te verstoppen. Het hoofdpad doorkruist een Incawooncomplex. Hier bevond zich een controlepost, de enige toegang tot het complex. Rond de huizen is veel keramiek uit de Inca-tijd aangetroffen. Nu begint hier een ecologisch wandelpad en volgen een woonsector en een controlepost alvorens de oostelijke kant van de rots bereikt wordt. Hier bevindt zich een Incamuur in L-vorm en de Temple de las Cinco Hornacinas (vijf nissen). Misschien was dit een plaats voor meditatie en aanbidding van de nabije heilige berg La Muela del Diablo (de kies van duivel) waar de Apus (berggeesten) leefden. Het wandelpad daalt ten slotte af naar de hoofdingang.Departement Santa Cruz
Rondreizen
Tijdens dit overland-avontuur door Bolivia, Argentinië en Chili ontdek je de vele gezichten van de Andes en de desolaatheid van de zoutvlaktes...
Rondreizen-Hotel
Ga met ons mee op deze nieuwe rondreis met zowel hoogtepunten als onbekende plekjes van drie indrukwekkende landen! We doen een boeiende...
Groepsreizen-Tweepersoonskamer
Een tocht door de overweldigende natuur van de hoge Andes en de woestijngebieden aan de kust. Grillige canyons, hoge bergtoppen en een...