Meran (Merano)
In het prachtige Passeiertal, omgeven door bergen waarop wijnbouw bedreven wordt vanwege het zeer milde klimaat, ligt Meran. Ver voor het begin van onze jaartelling woonden er al mensen, het waren de Romeinen die er een garnizoensplaats van maakten. Ze noemden het Castrum Maiense, de naam is nog terug te vinden in de naam van de stadswijken Ober- en Untermais. In de 9e eeuw was het in het bezit van de bisschoppen van Chur en stond het bekend als Mairana. In 1233 kwam Meran en de wijde omgeving ervan in het bezit van de graven van Tirol en van 1317 tot 1420 was het zelfs de hoofdstad van Tirol. Nadat deze positie was overgenomen door Innsbruck sliep het stadje in totdat men er, in 1836, de geneeskrachtige werking van de bronnen ontdekte. Vooral in het voor- en najaar werd Meran vanwege het klimaat een geliefde ontmoetingsplaats voor de Europese vorstenhuizen en adel. Het hedendaagse Meran straalt die allure nog steeds uit.
Wandelen door Meran
In enkele uren kunt u alles wat Meran te bieden heeft gezien hebben, of u erop uitgekeken bent is nog zeer de vraag. Meran heeft iets wat u aan de stad bindt, onverklaarbaar maar vele mensen nemen dagelijks plaats op een van de tientallen terrasjes, bewonderen de omgeving en laten de wereld aan zich voorbijtrekken.
We beginnen onze wandeling voor het Kurhaus. Het biedt plaats aan 1000 mensen en het werd in 1914 geopend. Het is gebouwd in jugendstil naar een ontwerp van de Oostenrijkse architect Friedrich Ohmann. Als u de kans heeft moet u er zeker een voorstelling bijwonen, u kunt dan meteen het prachtige interieur bewonderen.
Met het Kurhaus achter u gaat u rechtsaf en meteen links de brug over naar de grote ondergrondse parkeerplaats. Aan uw rechterhand ziet u de nieuwe thermen, geopend in januari 2006. Ze vormen een uitbreiding en voortzetting van eeuwenlange tradities van bad- en saunafaciliteiten. Even rechts aanhouden, het grote plein oversteken en u bevindt zich in de Piave Strasse, aan de overkant ziet u de Schiller Strasse. In deze straat bevindt zich de synagoge waarin het joodse museum is ondergebracht. U kunt er alles aan de weet komen over de gebruiken binnen een joodse gemeenschap en over de geschiedenis van de joodse gemeenschap in Meran.
Terug naar de brug die u zojuist overstak, u blijft nu op de oever waarop de thermen gevestigd zijn en u wandelt langs het water naar de volgende brug. Aan de rechterkant ziet u de Heilge Geest kerk. Meinhard II (van Gorizia-Tirol) gaf opdracht tot de bouw ervan, de kerk kwam in 1271 gereed. Helaas, een overstroming van de Passer verwoestte de kerk volledig in 1419. De herbouw kwam gereed in 1483. Let op de portalen en op het hoofdaltaar uit 1520. Jörg Lederer tekende voor het schitterende houtsnijwerk, taferelen uit het leven van Maria. Naast de kerk bevindt zich het postkantoor. Aan de andere kant van de kerk liggen het Elisabeth Park en het Marconi Park. In het laatstgenoemde kunt u minigolf spelen. Dit Elisabeth Park is genoemd naar Elisabeth van Beieren, beter bekend als Sissi en het aardige verschijnsel doet zich voor dat óók de eerdergenoemde Meinhard II was getrouwd met een Elisabeth van Beieren, maar dat was rond het midden van de 13e eeuw. Hun dochter Elisabeth werd de stammoeder van alle Habsburgers.
U steekt nu de Postbrücke over en direct voorbij de speelplaats ziet u de Bozner Tor, een van de torens die in vroeger dagen deel uitmaakten van de verdedigingswerken van de stad. U kunt nu terugwandelen naar het water en linksaf langs de rivier naar de volgende vroegere toegang tot de oude stad wandelen, de Passeier Tor. Erachter ziet u de Pulverturm, de kruittoren. Deze werd gebouwd aan het begin van de 14e eeuw en gaf toegang tot het vroegere kasteel Ortenstein. Al in 1629 diende de toren als wapen- en kruitdepot. Vanaf de toren heeft u een prachtig uitzicht over de stad.
Via de Passeier Tor en de Passeiergasse komt u op de Pfarrplatz met de grote St.Nikolaus parochiekerk. De kerk is genoemd naar de schutspatroon van de stad en de 83 meter hoge toren is het symbool van de stad Meran. De driebeukige kerk werd in de 14e en de 15e eeuw in laatgotische stijl gebouwd met uitzondering van het bovenste gedeelte van de toren die onmiskenbare renaissancetrekjes heeft. Het altaar uit 1500 en de kansel gelden als de grootste kunstwerken van de stad. In de kerk bevinden zich ook fresco’s uit het begin van de 15e eeuw en schilderijen uit de 18e en de 19e eeuw. Kijk zeker ook even naar de gebrandschilderde ramen in de zuidelijke zijbeuk.
Rechts van de kerk (of schuin erachter, aan het begin van de Passeiergasse) staat de St.Barbara kapel. Let op de prachtige gewelven van deze in 1450 gewijde kapel. De smalle straat die op het kerkplein uitkomt heet Laubengasse, algemeen bekend als Lauben. Het smalle gedeelte wordt Waterlauben genoemd, het brede gedeelte, voorbij het gemeentehuis, Berglauben. Het is de belangrijkste winkelstraat van Meran. Op nummer 68 bevindt zich het Frauenmuseum Evelyn Ortner. U kunt er de geschiedenis van de aristocratie van de stad over een periode van 200 jaar bewonderen, met nadruk op de kleding en de opmaak van de vrouwen die ertoe behoorden. Op het kruispunt wordt Lauben breder, u ziet het gemeentehuis. Ga daar even rechtsaf en u komt bij de Vorstenburcht (Landesfürstliche Burg). Het kasteel werd gebouwd in de 15e eeuw in opdracht van hertog Sigismund die het in 1470 als stadsresidentie in gebruik nam. Het bouwwerk geldt als een van de best bewaard gebleven kastelen van Zuid-Tirol.
U wandelt nu terug naar Lauben, bij het gemeentehuis gaat u rechtsaf het brede gedeelte in. Aan het einde van de straat ziet u schuin aan de overzijde de Kornplatz, soms is er een leuke markt, in elk geval vindt u er sfeervolle terrasjes. Bent u in geen van beide geïnteresseerd, ga dan aan het einde van Lauben linksaf tot aan de Theaterplatz. Onderweg passeert u het stedelijk museum, een must als u van geschiedenis houdt, er is heel veel materiaal ondergebracht dat duidelijk maakt hoe het Zuid-Tirol in het algemeen en Meran in het bijzonder verging vanaf de vroegste tijd, ruwweg tot 1800 v. Chr.. Het dodenmasker van Napoleon valt een beetje uit de toon, maar het behoort wel tot de interessantste items van het museum.
Op de Theaterplatz staat het prachtige theater van Meran, een architectonisch hoogstandje van de eerste orde. Het werd ontworpen door de uit München afkomstige architect Martin Dülfer in vroege jugendstil, het kwam gereed in 1901. In het theater bevindt zich onder meer een bibliotheek waar u de teksten terug kunt vinden van alle stukken die er vanaf de opening tot 1930 ten tonele werden gevoerd.
U bent niet in Meran geweest als u niet langs de promenades geslenterd hebt of niet hebt genoten van de voorbij wandelende massa vanaf een der vele terrasjes. Vanaf het theater gaat u linksaf de Passerpromenade op. Deze gaat naadloos over (en het gedeelte dat voorbijgaat aan het Kurhaus wordt ook zo genoemd) in de Kurpromenade en voorbij de Postbrücke, die u aan het begin van de wandeling overstak, in de Winterpromenade. U steekt de rivier over via de prachtige (eerstvolgende) boogbrug en wandelt via de Zomerpromenade, weer terug naar de Postbrücke. Onderweg passeert u het Elisabeth Park met het standbeeld van keizerin Elisabeth van Oostenrijk, bij velen beter bekend als Sissi, die veelvuldig in Meran verbleef.
Als u wat meer tijd hebt (en wat meer conditie) dan wandelt u aan het einde van de Winterpromenade rechtdoor. U komt dan op de Gilfpromenade. Aan het einde ervan komt u via de Zenobergstrasse bij de in de 12e eeuw gebouwde Zenoburg. Onderweg heeft u een prachtig uitzicht op de diepe kloof die de rivier door de loop van de jaren heeft uitgesleten. Wilt u iets van de omgeving zien volg dan nog de ongeveer 4 kilometer lange Tappeiner Weg die via de Pulverturm, door de velden en langs de flanken van de Segenbühel voert. Het levert prachtige vergezichten op en in het voorjaar kunt u genieten van de bloeiende appelgaarden. Wilt u het nóg beter zien laat u dan met de stoeltjeslift naar de 514 meter hoge Segenbühel brengen.
Bent u er met de auto dan kunt u deze in Dorf Tirol laten staan, het kasteel ligt op nauwelijks twee kilometer van de dorpskern. Borden wijzen u de weg. Vanuit het dorp kunt u mooie en goed bewegwijzerde wandelingen maken in de Texelgruppe waarvan de meeste toppen hoger reiken dan 2500 meter. Even ten noordwesten van Meran ligt Algund, een dorpje dat jaarlijk vele gasten trekt. Het vormt de toegang tot Vinschgau. U kunt er wandelen in dezelfde bergen als die welke u vanuit Dorf Tirol kunt bereiken, in het voorjaar kunt u er lange wandelingen maken door de bloeiende appelgaarden en langs duizenden wijnstruiken. De Waalweg van Algund geniet grote bekendheid. Vanuit Algund kunt u, met behulp van een stoeltjeslift, Vellau bereiken, een klein dorpje, of eigenlijk een wijk van Algund, op een hoogte van ruim 900 meter. Het uitzicht op Meran is fantastisch.
Huur een fiets
In Meran en de directe omgeving zijn enkele fietsroutes uitgezet. Ze brengen u op plaatsen die u te voet niet zo gauw zou bezoeken. Fietsen zijn op diverse plaatsen te huur, bijvoorbeeld bij het station. Zo kunt u een kijkje nemen bij de paardenrenbaan die zich achter de gebouwen van de thermen bevindt. De grote prijs van Meran wordt hier jaarlijks verreden, maar als u in het voor- of najaar in Meran bent is het wellicht juist tijd voor de rennen met de haflinger paarden. Hafling, waar de paarden oorspronkelijk vandaan komen, ligt op enkele kilometers ten zuidoosten van Meran. Het is een prachtig gebied om te wandelen en te fietsen, het dorp wordt omgeven door lariks- en dennenbossen en natuurlijk weilanden. Breng ook een bezoek aan de St.Katharinakirche, u kunt deze niet missen, ze staat op een kleine heuvel. De kerk is bekend vanwege het houtsnijwerk waarmee het kleine altaar versierd is en de prachtige reliekschrijn. Vanaf de kerk heeft u een mooi uitzicht op Meran. Als u naar Meran terugrijdt houd dan even de Schenna Strasse (de weg waar u Meran weer binnenkomt) in zuidelijke richting aan en breng een bezoek aan Schloss Trauttmansdorff met de botanische tuinen en het Touriseum, een museum dat geheel gewijd is aan het toerisme. Gaat u in noordelijke richting de Schenna Strasse op dan passeert u het gebied van Meran 2000, het wintersportgebied van Meran. Er zijn lichte en middelzware afdalingen op hellingen die zich rond de 2000 meter bevinden. Enkele van de liften zijn ook buiten het winterseizoen in gebruik. Behalve dat u er boven de te verwachten restaurants vindt, kunt u er ook fraaie wandelingen maken. Sinds oktober 2006 is er ook een zomerrodelbaan in gebruik. Via het dorp Schenna en noordelijk Meran kunt u doorsteken naar Dorf Tirol. De graven van Tirol zetelden tot 1253 in Schloss Tirol, net buiten het dorp. Tegenwoordig is daar het museum voor cultuur en geschiedenis van Zuid-Tirol gevestigd. Een aanrader voor de liefhebber en niet alleen om het museum. In de onmiddellijke omgeving liggen nog enkele burchten die bezocht kunnen worden, zoals de Brunnenburg uit de 13e eeuw met het landbouwmuseum. Er is ook een fraaie wapenverzameling bijeengebracht.Bent u er met de auto dan kunt u deze in Dorf Tirol laten staan, het kasteel ligt op nauwelijks twee kilometer van de dorpskern. Borden wijzen u de weg. Vanuit het dorp kunt u mooie en goed bewegwijzerde wandelingen maken in de Texelgruppe waarvan de meeste toppen hoger reiken dan 2500 meter. Even ten noordwesten van Meran ligt Algund, een dorpje dat jaarlijk vele gasten trekt. Het vormt de toegang tot Vinschgau. U kunt er wandelen in dezelfde bergen als die welke u vanuit Dorf Tirol kunt bereiken, in het voorjaar kunt u er lange wandelingen maken door de bloeiende appelgaarden en langs duizenden wijnstruiken. De Waalweg van Algund geniet grote bekendheid. Vanuit Algund kunt u, met behulp van een stoeltjeslift, Vellau bereiken, een klein dorpje, of eigenlijk een wijk van Algund, op een hoogte van ruim 900 meter. Het uitzicht op Meran is fantastisch.
Meran en omgeving (Merano e dintorni)
Het 3-sterrenhotel Ingram is gelegen in het Italiaanse plaatsje Selva Di Val Gardena, Zuid-Tirol. Hotel Ingram heeft een lange traditie van 100 jaar....