Een viertal grotten is voor publiek opengesteld. De Katerinská Jeskyne (Katherinagrot) kan bogen op het bezit van het grootste koepelgewelf in de Moravische Karst. De akoestiek is hier zo goed dat er regelmatig concerten gehouden werden. De grot is genoemd naar het meisje Katherina, dat de grotten in liep op zoek naar een verdwenen schaap. Het arme kind verdwaalde en stierf. Als u uw verbeelding de vrije loop laat, kunt u in de kalksteen diverse figuren herkennen. Zo heeft een heks in het kalksteen een plekje gevonden. Of dat de boze stiefmoeder uit het verhaal van de Macochakloof is (zie verderop), is niet bekend…

De een stukje noordelijker gelegen Punkevní Jeskyne is de meest bezochte grot van de vier. Door deze grot slingert de Punkva rivier als een glinsterend lint. Een boottochtje op het water vormt een bijzondere attractie. In de grot voeren gangen naar de bodem van de Macochakloof. Tussen de steile wanden door kunt u maar een klein stukje van de hemel zien. Vlak bij de ingang van de grot leidt een pad (rode merktekens) omhoog naar de bovenkant van de kloof (u kunt ook met de auto naar boven). De 138 meter diepe kloof ontstond doordat het dak van een van de grotten instortte.

De kloof dankt haar naam Macocha (stiefmoeder) aan een wrede vrouw die haar stiefkind over de rand van de kloof gooide. Gelukkig bleef het kind aan een uitstekende tak hangen en werd door de dorpsbewoners gered. De stiefmoeder zelf was minder fortuinlijk. De woedende dorpelingen joegen haar voor straf over de richel.

Vlak bij het dorpje Sloup vindt u de grot Šošuvské Jeskyne. De kleinste, maar daarom niet minder interessante grot is de Jeskyne Balcarka.

Vijftien kilometer ten noordwesten van Blansko vindt u het kasteel van Lysice, met pseudo-stylistisch meubilair en een verzameling Boheems glas. Het empireslot Boskovice staat 16 km ten noorden van Blansko. Het is in de empire- en biedermeierstijl ingericht.