Een koraalrif bestaat uit miljoenen op elkaar gepakte skeletjes van gestorven koraalpoliepen. Levend koraal hecht zich op de buitenzijde van het rif dat zo steeds verder uitgebouwd wordt. Er bestaan ook zachte koraalsoorten; deze komen vooral voor beneden de twintig meter. Veel koraalsoorten beschermen zich met (giftige) stekels die bij aanraking een brandende pijn veroorzaken. Voor duikers en snorkelaars zijn de afzonderlijke poliepjes nauwelijks te zien. Bovendien komen ze alleen ’s nachts tot leven; het koraal is dan op z’n mooist.

Tussen het koraal leven waterplanten, vissen en schaaldieren. Zij vinden er beschutting en voedsel en planten zich er voort. Koraal is onmisbaar voor het leven in de zee. Door hun biologische diversiteit en ecologische balans zijn de riffen even waardevol voor het leven op aarde als de tropische regenwouden. Net als de bomen op het land nemen riffen CO2 op uit hun omgeving.

Koraal is erg kwetsbaar en gevoelig voor de omgeving. Veel soorten groeien zeer langzaam en een stukje beschadigd rif heeft jaren nodig om zich te herstellen.