Noorwegen

Swipe

Geografie en geologie

Noorwegen is het meest noordelijke land van Europa en tevens een van de meest bergachtige, met een lengte van ruim 2000 kilometer. Van Zuid-Noorwegen naar de Noordkaap is even ver als naar de Middellandse Zee. Noorwegen heeft een oppervlakte van 323.758 km2, en ongeveer 5,5 miljoen inwoners, na IJsland het dunst bevolkte land van Europa. Ruim 60% van dit uitgestrekte land bestaat uit berggebied boven de 500 m hoogte, en 20% bestaat uit bergland en fjell boven 1000 m hoogte. Bergketens en plateaus worden doorsneden door diepe fjorden en rivierdalen. Voor de kust liggen circa 50.000 eilanden.

Noorwegen is verdeeld in 19 provincies of ‘fylker’, die weer zijn onderverdeeld in gemeenten of ‘kommuner’. Landschappelijk gezien kan Noorwegen in de volgende streken worden onderverdeeld:

•, West-Noorwegen (Vestlandet) wordt gekenmerkt door zijn vele fjorden die diep insnijden in het Noorse bergland. Met 204 km lengte is de Sognefjord de langste. Door de grote hoeveelheden neerslag (sneeuw) komen in het fjordengebied enkele grote gletsjers en ijskappen voor. De grootste is de Jostedalsbre, een ijskap met een oppervlakte van ruim 800 km2. Voor de kust van West-Noorwegen ligt een archipel van kleinere en grotere eilanden.

•, Oost-Noorwegen (Østlandet) is de glooiende landstreek rond Oslo en langs de grens met Zweden. Het gebied heeft lage bergruggen en is dichtbebost. Op de grens tussen Oost- en West-Noorwegen ligt een hele rij hoge bergketens en bergplateaus: Trollheimen, Dovrefjell, Rondane, Jotunheimen en Hardangervidda. Alle 230 bergtoppen boven de 2000 m hoogte liggen in deze bergmassieven, met als hoogste toppen de Galdhøpiggen (2469 m) en Glittertind (2464 m) in de Jotunheimen. Die bergen vormen een klimaatgrens tussen het regenachtige Vestlandet en het veel drogere Østlandet.

•, Zuid-Noorwegen (Sørlandet) is een glooiende streek van bergplateaus, rivierdalen, meren en loof- en naaldbossen. Langs de zuidkust ligt een scherengordel met kleine baaien, zandstrandjes en ontelbare eilandjes.

•, Midden-Noorwegen (Trøndelag) rond Trondheim is het overgangsgebied tussen het dichtbevolkte zuiden en het lege Noord-Noorwegen. De twee vrij vlakke provincies Sør-Trøndelag en Nord-Trøndelag zijn de belangrijkste landbouwgebieden van Noorwegen en hebben een kust van brede baaien en eilanden. Langs de grens met Zweden ligt het Noors-Zweedse gebergte, dat naar het noorden toe steeds hoger wordt. Voorbij het Børgefjellgebergte begint voor de Noren Noord-Noorwegen

•, Noord-Noorwegen (Nord Norge) beslaat ongeveer de helft van Noorwegen. ‘Bergen en de zee’ vormen het zich alsmaar herhalende thema van dit gebied met ontelbare eilanden, diepe fjorden en indrukwekkende rotskusten. De bekendste eilanden zijn de Lofoten, Senja en Magerøya met de Noordkaap. De besneeuwde bergen langs de kust van de provincies Nordland en Troms bereiken hoogtes van 1800 meter en maken indruk met steile, direct uit zee oprijzende rotswanden. Op sommige plaatsen is Noord-Noorwegen slechts 8 kilometer breed en grenst de kust direct aan het langgerekte Scandinavische bergland op de grens met Zweden. De meest noordelijke provincie Finnmark is iets lager en de bergen zijn nog maximaal 1067 m hoog. Finnmark heeft een kust met lange brede fjorden, gescheiden door vlakke, kale boomloze rotsplateaus die in het noorden eindigen met steile kliffen.

Noorwegen eindigt op het eiland Magerøya op 71°11’08” bij de Noordkaap abrupt met 307 meter hoge kliffen in de Noordelijke IJszee. De rotskaap Knivskjellodden vlakbij de Noordkaap ligt net iets noordelijker, en het noordelijkste punt van het vasteland vormt de onbekende Kapp Kinnarodden op het Nordkyn schiereiland. Het binnenland van Finnmark wordt gedomineerd door grote verlaten hoogvlaktes, de Finnmarksvidda, het domein van de rendierhoudende Samen, de muggen en het decor van de bekende roman ‘Nooit meer slapen’ van Willem Frederik Hermans.

•, Bij het koninkrijk Noorwegen horen ook de Arctische eilanden Jan Mayen en Spitsbergen.

10 prachtige bestemmingen in Noorwegen