Het uiterlijk van het landschap van Mallorca wordt mede bepaald door twee bergruggen: het Tramuntana-gebergte (Siërra de Tramontana) vormt de noordwestkust, terwijl het Levante-gebergte (Siërra de Levante) tegen de zuidoostkust aanligt. Tussen deze twee bergruggen op Mallorca in ligt een vruchtbare vlakte die men Es Pla noemt. De meeste agrarische activiteiten vinden hier plaats; het is een gebied met veel landbouwnederzettingen.

De hoogste bergen van het eiland Mallorca liggen in het Tramuntana-gebergte (letterlijk: gebergte van de noordenwind). De hoogste berg is de Puig Major (1443 m), gevolgd door enkele bergtoppen die boven de 1000 m reiken, waaronder de Teix (1062 m), de Galatzó (1026 m), de Massanella (1340 m), de Tomir (1102 m), de Alfabia (1068 m) en de L'Ofre (1090 m). In de lagere bergen van Levante reikt de Talaia Freda tot 561 m en de Puig Morey tot 560 m.

Vanuit de bergen op Mallorca lopen diepe ravijnen (torrents) naar de kust. De indrukwekkendste kloof is de Torrent de Pareis, gelegen aan de noord-westkust bij het vissersdorp Sa Calobra. De beddingen van deze kloven staan meestal droog, maar kunnen in perioden van neerslag veranderen in woeststromende rivieren. Met name in het voor- en najaar kunnen nietsvermoedende wandelaars onaangenaam verrast worden door het snel stijgende water.