Istrië

Swipe

Brijuni (Brioni) Nationaal Park

Een groepje van 14 eilanden (Vanga, de zomerresidentie van Tito meegerekend) in de Adriatische Zee vormen samen het Brijuni nationale park. Vele miljoenen jaren geleden, toen in dit deel van Istrië nog dinosaurussen rondliepen, maakte het deel uit van het Kroatische vasteland. De sporen van deze voorhistorische dieren zijn nog op het hoofdeiland terug te vinden, met name bij Ploce, waar de voetafdrukken van ‘Igvanodon’ (iguanodon, een rechtoplopende, ongeveer 10 meter hoge archosauriër), weinig aan de fantasie overlaten. U kunt er niet heen, het gebied is (nog) voor het grote publiek gesloten. Er zijn echter nog tal van andere redenen om Brijuni te bezoeken.

Het Fažana kanaal wordt vanuit de gelijknamige plaats op vrijwel elk uur van de dag met een ferry overgestoken. Veel reisorganisaties bieden dagtrips aan naar Veli Brijuni, het hoofdeiland van de gelijknamige archipel met Brijuni als ‘hoofdstad’. In de eerste plaats gaat het om een natuurgebied, in de tweede plaats is het een belangrijke archeologische vindplaats. In de laatste plaats, die de vorige twee dreigde te overvleugelen, was het een vakantieparadijs voor beter gesitueerden, koninklijke families en anderen die genoeg geld hadden om de natuur ongestraft schade toe te brengen. Het staat bekend als exclusief conferentieoord en als bestemming voor dagjesmensen die het onder begeleiding van een gids of op eigen gelegenheid te voet of per fiets kunnen bekijken. Er rijdt ook een elektrisch aangedreven treintje over het hoofdeiland.

De gehele archipel is autovrij. De legende vertelt dat de Schepper de bedoeling had om door Brijuni de mensheid aan het paradijs te herinneren. Na de zondeval koos hij daarvoor deze plek uit. Natuurlijk kwam de duivel achter dit plan maar de Schepper zond een legertje engelen om de invloed van de duivel te minimaliseren en nog steeds worden op de toppen van de golven in het kanaal van Fažana engelen waargenomen die de eilandengroep beschermen. Iedereen kan dit waarnemen tijdens de periode waarin kwade winden (bora) de eilandengroep bedreigen. In 177 v.Chr. namen de Romeinen bezit van de eilanden en toen al werden er buitenverblijven gebouwd voor welgestelde Romeinen. In 1893 gingen de eilanden over in particuliere handen.

Paul Kupelwieser werd eigenaar van de met malaria besmette eilanden. De Berlijnse bacterioloog Robert Koch bestreed de malariamug met succes waarna er een exclusieve ontmoetingsplaats van gemaakt werd voor de machtigen der aarde. Dat lukte zonder al te veel inspanning. Na de Eerste Wereldoorlog raakten de luxueuze onderkomens in verval en bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog deden de rest. In 1947 bezocht Tito de eilandengroep en besloot de traditie in ere te herstellen, u vindt er luxehotels, golfcourses en tennisbanen.

Natuurlijk ontbreken de uitgebreide voorzieningen om er in alle rust (of in het geheim) te vergaderen niet. Het werd gesloten voor het toerisme en het vormde lange tijd het exclusieve buitenverblijf van Tito. Bij uw bezoek aan de archipel kunt u zich een aardige voorstelling maken in welke (altijd ontkende) weelde Tito hier geleefd moet hebben. Hij verbleef er gemiddeld 6 maanden per jaar en ontving er tal van gasten onder wie de vroegere koning en koningin van België: Boudewijn en Fabiola en de vroegere koningin van Nederland: Juliana. In het museum kunt u daar gedetailleerd kennis van nemen.

De nationale vlaggen van de staatshoofden die hij er officieel ontving sieren een van de wanden in het museum. Vreemd genoeg ontbreekt de vlag van Duitsland, hoewel voormalig bondskanselier Willy Brandt er een veelgeziene gast was. Hij kwam echter nooit als staatshoofd, steeds als persoonlijke vriend van Tito, die vele illustere vrienden en vriendinnen in zijn buiten ontving onder wie Gina Lollobridgida en Sophia Loren. Foto’s van velen van hen, gemaakt tijdens hun bezoek, zijn eveneens in het museum ondergebracht. Hoewel het verblijf van Tito niet op het hoofdeiland was gelegen had hij er toch enkele plaatsen waar hij graag met vrienden (en vriendinnen) vertoefde. Het bekendst is ‘Tito’s cabin’ een uit natuurlijke materialen opgetrokken hut te midden van hoog opgaande struiken nabij enkele meertjes. Dit gedeelte en nog enkele delen van het eiland waar zich militaire objecten bevinden, zijn niet voor het publiek toegankelijk.

U moet Brijuni gezien hebben. De uitbundige vegetatie met eucalyptussen en ceders, pijnbomen en oeroude olijfbomen (de oudste is minimaal 1.600 jaar oud), is op een aantal plaatsen omgevormd tot schitterende parken. Er groeien en bloeien meer dan 680 soorten planten en bloemen en er leven meer dan 250 soorten vogels. Er is een dierentuin en een safaripark. De dieren die er te bewonderen zijn, zijn meestal nakomelingen van dieren die Tito ooit ten geschenke kreeg. Een aantal bouwwerken vraagt de aandacht. Zo kunt u er een Romeinse villa uit de 1e eeuw bezichtigen, er is een Byzantijnse vesting uit de 6e eeuw en een benedictijnenklooster uit de 13e eeuw. Dit werd al in 1312 verlaten in verband met een pestepidemie. Aan de haven van het plaatsje Brijuni staat een vestingtoren uit de 12e eeuw. Naast de toren bevindt zich het etnologisch museum, ondergebracht in een in 1954 gerestaureerde Venetiaanse citadel uit de 16e eeuw. In het museum vindt u naast de informatie die u in een volkenkundig museum kunt verwachten, informatie over de recentere geschiedenis.

Er is een permanente tentoonstelling waar u zich een beeld kunt vormen van Brijuni onder Tito’s bewind. Brijuni speelde een belangrijke rol in de geschiedenis van de landen die zich niet of niet geheel aan de Russische politiek conformeerden. Met de ondertekening van de ‘Verklaring van Brijuni’ richtten de presidenten Tito, Nehroe en Nasser, respectievelijk van Joegoslavië, India en Egypte, op 19 juli 1956 de liga van niet (aan Rusland) gebonden staten op. Op 1 april 1984 besloot de Joegoslavische regering om Brijuni tot nationaal park te verklaren.

Brijuni Nationaal Park: www.np-brijuni.hr/en

 

10 prachtige bestemmingen in Brijuni (Brioni) Nationaal Park en Kroatië