Galicië en de Cantabrische kust

Swipe

Santiago de Compostela

De legendarische Engelse generaal Wellington die begin 19e eeuw Napoleon uit Spanje verdreef, noemde Santiago 'de stad van het verderfelijk bijgeloof’. U hoeft niet gelovig of bijgelovig te zijn om de gewijde sfeer van de stad te ervaren. Santiago is met 95 duizend inwoners in grootte de tweede stad van de provincie La Coruña.

De stad is verrezen rondom de laatste rustplaats van de apostel Jacob die 44 jaar na de kruisiging van Christus door de Romeinen in Jeruzalem werd vermoord.

Bij leven zou Jacob voor het eerst in Padrón, dat een kleine 20 km lopen ten noorden van Santiago ligt, hebben gepredikt. Na zijn onfortuinlijke dood in het Heilige Land belandden zijn stoffelijke resten op wonderbaarlijke wijze op de rotskust van Galicië bij Cabo Finisterre, ruim 70 km lopen vanaf Pedrón.

Over het hoe en wat zijn de historici het nooit eens geworden, op die in Rome na. Hoe het ook zij, Cabo Finisterre geldt formeel als het eindpunt van de Pelgrimsweg naar Santiago (El Camino de Santiago of St. Jacobsroute). De meeste pelgrims houden het na maanden afzien echter op Santiago.

Het moderne Santiago is na Rome en Jeruzalem uitgegroeid tot het belangrijkste bedevaartsoord in de christelijke wereld. De stad heeft zich volledig ingesteld op een niet aflatende stroom toeristen, twee miljoen per jaar. Daarvan waren er in 2011 180 duizend die als pelgrim een bezoek brachten aan de crypte van de Heilige Jacob in de kathedraal.

Achter het onmetelijke door monumentale gebouwen omsloten Plaza del Obradoiro, strekt zich naar het oosten toe het (autovrije) sacrale gebied van de stad uit dat zorgvuldig is gerestaureerd. Naast de kathedraal bestaat dat uit een achttal kloosters met hoge, blinde muren, evenzoveel kerken en het bisschoppelijk paleis. Vanaf de zuidoostelijke uitgang van het Obradoiro-plein voeren trappen naar de benedenstad die intiemer en gezelliger is dan het statige sacrale gebied.

Bezienswaardigheden

De kathedraal van Santiago (Basílica de Santiago) domineert de stad. Met de bouw ervan is in 1078 begonnen op de plaats van een door de Moren verwoeste kapel. Hoewel intussen al gewijd, werd er nog tot in het begin van de 13e eeuw aan de kathedraal gebouwd. Veel van de uitbundige decoraties zijn pas in de 17e en 18e eeuw aangebracht waarvoor onder andere de bouwmeesters Casas y Nóvoa en Mateo tekenden. Daarbij werd de aanvankelijk sobere stijl volledig verlaten.

Centrale figuur in de façade is Sint Jacob: hij troont hoog op een prachtig bewerkte pilaar die de Boom van Jesse symboliseert. Tot de vaste rituelen van de pelgrims behoort het aanraken van het beeld bij het betreden van de kathedraal. De westgevel grenst aan de met keien geplaveide Plaza del Obradoiro en wordt geflankeerd door twee 70 meter hoge torens. Deze minutieus gedecoreerde en in churriguereske stijl opgetrokken façade, dateert uit de 18e eeuw en is van de hand van Fernando Casas y Nóvoa.

Imponerend is de Pórtico de la Gloria achter de hoofdingang in de westelijke gevel. Mateo verwerkte hierin op onnavolgbare wijze het Laatste Oordeel. In het halfduistere Romaanse interieur schittert de Capilla Mayor met een oogverblindend hoogaltaar. Het gaat bijna ten onder aan een overdaad aan zilver, edelstenen en bladgoud. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het etaleren van zoveel kerkelijke rijkdom zelfs in de 18e eeuw weerstand opriep.

Aan het grote plein waaraan de kathedraal staat, ziet u met de klok mee de Collegiale kerk van San Jerónimo (Colegio de San Jerónimo) uit begin 16e eeuw, het Rajoy-paleis (Palacio de Rajoy) dat uit de 18e eeuw dateert en nu als raadhuis in gebruik is, en tot slot een van Spanje's mooiste hotels, het in de 16e eeuw in platereske stijl opgetrokken voormalige hostal Los Reyes Católicos.

Het huidige hotel werd ooit gebouwd in opdracht van Ferdinand en Isabella als logement en ziekenhuis voor de pelgrims. Menig gefortuneerde Spanjaard - die zijn er nog in overvloed - heeft er een vaste suite. Het is de moeite waard het typisch Spaanse interieur en de stille, met arcaden omgeven binnenplaatsen te gaan bekijken.

Santiago telt verder een groot aantal kloosters en seminaries, zoals het San Palayo de Antealtares-klooster (Monasterio San Palayo de Antealtares) dat uit de 18e eeuw dateert; het staat recht tegenover de achterzijde van de kathedraal aan de Plaza de la Quintana. Via de trappen links belandt u op de Plaza Inmaculada waaraan het San Martín Pinario-klooster (Monasterio de San Martín Pinario) staat.

Evenementen

Dagelijks om 12 uur is er in de kathedraal een pelgrimsmis. Daarbij worden de namen genoemd van de die dag gearriveerde bedevaartgangers. Jaarlijks wordt op de 25e juli de naamdag van de Heilige Jacob gevierd. De feestelijkheden bestaan uit processies, folkloristische manifestaties en aan het slot van de dag feestelijk vuurwerk.

De oostelijke façade van de kathedraal kijkt uit over de Plaza de la Quintana. In deze gevel bevindt zich de Puerta Santa, de ‘heilige deur’ of ‘gouden poort’; deze wordt sinds 1450 alleen geopend in een Heilig Jaar, voor het laatst in 2010. Er is sprake van een heilig jaar als de naamdag van de heilige Jacob (25 juli) op een zondag valt. De eerstvolgende keer is dat in 2021.

10 prachtige bestemmingen in Santiago de Compostela en Spanje