Het noorden: duinen en vulkanen

Swipe

Los Lobos

Vanuit Corralejo is in een mum van tijd het ongerepte Isla de Lobos bereikbaar. Dit beschermde vogeleilandje (Parque Natural Islote de Lobos) ligt slechts drie kilometer van Fuerteventura, is amper 6 km2 groot en is een van de laatste natuurlijke, autoloze enclaves van Europa. Ooit was het een ‘hangout’ voor passerende piraten maar echt bewoond is het nooit geweest, een paar seizoenvissers en de vuurtorenwachter daargelaten.

Sinds de komst van de toeristen is het een geliefde dagtochtbestemming voor vogelspotters en wandelaars. Verkeer is er niet, lawaai is een onbekend fenomeen, mensen kom je er niet of nauwelijks tegen. Het eilandje is omgeven door kristalhelder water, een van de mooiste duiklocaties van de Canarische Eilanden. Als je toch in Corralejo verblijft zou het zonde zijn dit natuurparadijsje over te slaan.

Zeehonden

Lobos betekent in het Spaans ‘wolven’ maar die leven hier in het geheel niet. De naam verwijst naar de monnikszeehonden (Monachus monachus), ook wel zeewolven genoemd (lobos marinos in het Spaans). Zij brachten hier tot halverwege de 19e eeuw hun jongen groot en vormden een welkome afwisseling op het eenzijdige dieet van de Europese zeevaarders.

Franse en Spaanse soldaten waren niet alleen uit op het vlees en de huiden van de dieren maar ook op het vet dat als brandstof diende. Gadifer de la Salle, metgezel van ontdekkingsreiziger Jean de Bethencourt wist te overleven op een dieet van zeewolvenvlees toen hij door muitende soldaten rantsoenloos op Lobos was achtergelaten.

Los Lobos vormt nu behalve voor vogels ook een biotoop voor reptielen, konijnen en tientallen plantensoorten (waarvan sommige nergens anders in de wereld voorkomen) maar de kans een zeehond te spotten is nihil – zij zijn hier uitgeroeid.

Uniek landschap

Isla de Lobos vormt het eindpunt van een reeks in zuidwest-noordoost liggende jonge vulkanen op het noordelijke deel van het hoofdeiland. Lobos heeft een zacht golvend landschap dat bedekt is met opgeworpen basaltbrokken en hornitos , heuveltjes die ontstonden door gasbubbels in lavastromen. Het geheel wordt wel vergeleken met een puntige drakenstaart. Hoogste punt is de vulkaan Caldera de Lobos (127 m) die te beklimmen is.

Langs de grillige kustlijn liggen duingebiedjes, agavevelden en blauwgroene baaien tussen donkere rotsen. Las lagunitas, de zoutmoerassen aan de oostkust, zijn onderhevig aan getijdenwisselingen en hebben daardoor een bijzonder en kwetsbaar ecosysteem. Verrassend kleurig zijn ze, dankzij plantjes met bloemen in fluoriserende tinten roze, rood, geel, paars en wit. Talloze vogels scharrelen er rond, op zoek naar voedsel of een broedplaats.

Wandeling

Een wandeling rond deze oase van rust neemt drie tot vier uur in beslag, iets langer als je ook de korte maar stevige klim maakt naar de kraterrand van de Caldera de Lobos. Vanaf de kraterrand (de route staat aangegeven) is het uitzicht op Lobos en de kust van Fuerteventura en Lanzarote magnifiek. Wegwijzers langs de hoofdroute maken het wandelaars gemakkelijk en leiden in een rondje over het eiland. Je kunt de route zowel rechtsom als linksom lopen.

Ga je rechtsom dan passeer je eerst El Puertito, een wat merkwaardig gehucht aan een baai. Vissers en vagebonden hebben er met lavastenen woninkjes geknutseld rond een kleine haven. Ga je linksom dan passeer je kort na de pier een duinengebiedje met daarachter een mooi wit strandje waaraan het lauw-warme zeewater van een ondiepe lagune knabbelt (Playa de la Caleta). Daarachter ligt de Caldera-vulkaan.

Verste punt van de wandelroute, linksom of rechtsom, is de hooggelegen vuurtoren met de vuurtorenwachterwoning (1863). De woning is verlaten, de vuurtoren werkt tegenwoordig volledig automatisch. Volg het verharde pad naar boven en kijk dan achterom voor een mooi zicht op de hornitos, die als pukkels in het landschap verspreid liggen. Aan de andere kant van het gebouw zijn de stranden van Lanzarote te zien.

10 prachtige bestemmingen in Los Lobos en Fuerteventura