Spišská Sobota ligt zo'n 1,5 km buiten het centrum van Poprad. Ooit was het een zelfstandig stadje, maar nu is het door zijn grote buur opgeslokt. De kern is het Sobotské Námestie, evenals het plaatsje zelf genoemd naar de vroeger wekelijks gehouden zaterdagmarkt (sobota = zaterdag). Alle bezienswaardigheden staan op of rond dit langgerekte plein. Opvallend zijn de burgermanshuizen met hun uitstekende houten daken. Deze bouwstijl is typisch voor de Spišs. De zolders werden door kooplieden als opslagruimte gebruikt. Achter de huizen liep een brede steeg waar geladen en gelost kon worden.

De belangrijkste kunstschatten van het dorp bevinden zich in de parochiekerk van Sint-Joris. Het pronkstuk is het rijk beschilderde houten hoofdaltaar van Sint-Joris, dat in 1516 gemaakt werd door meester Pavol van Levoca. Onder de heilige zelf lijken de twaalf apostelen zich tijdens het laatste Avondmaal goed gelaafd te hebben. Het zijaltaar van de heilige Anton (rechts) is eveneens van meester Pavols hand. Links van het hoofdaltaar staat het al even verfijnde altaar van Maria, met op de zijpanelen scènes uit haar leven.