Argentinië

Swipe

Architectuur

De koloniale architectuur in Argentinië heeft vrijwel altijd dezelfde basis. Zo bestaan de muren uit adobe. Dat wil zeggen grote brokken steen vervaardigd uit klei en stro. De daken bestonden eerst uit stro en riet en later kwamen uit steden als Lima en Quito de houten geraamtes met dakpannen. De huizen hadden geen etages en waren strak van vorm, vaak rechthoekig. De meest opvallende architectuur uit de begintijd zijn de kerken. Door invloed van de jezuïeten bleven ze in het begin simpel van vorm met weinig versierselen. De oudste kerken die je kunt bewonderen zijn in de provincie Jujuy. Zoals in Tilcara, Casabindo en Susques. In de grote steden, Tucumán en Buenos Aires, bestonden de koloniale huizen uit lemen muren, ruime binnenplaatsen (patio) en tuinen. In het algemeen was de eerste koloniale architectuur niet erg spectaculair.

Ook het stadsplan was simpel van opzet. De huizenblokken waren als een vierkant afgebakend. Met een centraal plein, waar altijd de kerk en de cabildo (stadhuis) stonden. De cabildo’s hebben, zoals je zult zien als je door Argentinië reist, allemaal dezelfde bouw. De voorkant bestaat uit een overdekt voorportaal, met daarachter een grote zaal en een patio. In de dorpjes Molinos en Cachi zie je nog prachtige exemplaren, maar ook in de grote steden als Salta, Jujuy en Luján. Daar zijn de cabildo’s meer verfraaid met mooie boogwerken in het voorportaal en grote bloemrijke patio’s.

Een huizenblok wordt ‘cuadra’ (vierkant) genoemd en is ongeveer honderd meter lang en breed. Een huizenblok tussen twee straten heeft altijd 100 huisnummers. De Argentijnen zeggen, je zult zoveel cuadra’s moeten lopen om bij die straat te kunnen komen. Je kunt dan altijd uitrekenen hoeveel meter je moet lopen om op je adres te komen. Ben je bijvoorbeeld bij huisnummer 0 en je moet naar 500, dan zul je een halve kilometer moeten lopen.

Pas halverwege de 18de eeuw begon onder invloed van de Spaanse onderkoning de architectuur te veranderen. Dat gebeurde eerst in Córdoba, op dat moment de belangrijkste stad van het land. De weelderige barokstijl, beïnvloed door stijlen uit Lima, kreeg grote invloed. Schitterende gebouwen, zoals de kathedraal, Monasterio Santa Teresa en de cabildo verrezen. Maar ook het huis van de onderkoning Sobremonte is een prachtig voorbeeld. Het is simpel en strak, maar de hekwerken zijn mooi versierd zo ook rondom de deuren en ramen. Maar wat zeer belangrijk is, het huis heeft een etage erboven gekregen.

Zo kwamen steeds meer mooie gebouwen in barokstijl in de handelssteden als Salta, Santa Fe en Tucumán. Pas halverwege de 19de eeuw onder invloed van de immigranten kreeg de architectuur in de grote steden een nieuw gezicht. Om de grote stroom immigranten onder te brengen werden de zogenaamde conventillo’s gebouwd. Dat zijn gebouwen waar veel gezinnen kunnen wonen met in het midden een grote binnenplaats (patio), waar de appartementen op uitkomen. De hoofdingang heeft meestal een fraaie poort van ijzerwerk en ondanks het feit dat het lange tijd kazernes voor arme gezinnen waren, wordt de laatste jaren gelukkig ingezien dat deze gebouwen een historische waarde hebben. Zo ook casas chorizos (worstenhuizen), die je ook nog steeds in grote steden kunt zien. Het zijn huizenblokken waar centraal een lange onoverdekte gang (chorizo) loopt die meestal uitkomt op een patio. Bijna alle appartementen komen uit op deze lange gang, die meer weg heeft van een steeg. Want niet alleen huisdeuren komen erop uit, maar ook kleine balkons en er staan vaak planten om de boel wat op te vrolijken. Je ziet deze huizen nog in de oude wijken van Buenos Aires en zijn zeker de moeite waard om even naar binnen te lopen.

In de 19de en begin 20ste eeuw werden bekende Franse en Italiaanse stadsarchitecten (o.a de Fransman Le Corbusier) naar Argentinië gehaald om belangrijke steden een Europees aanzicht te geven. Het ‘Haussmann effect’ (brede avenues) werd ook hier ingevoerd. Buenos Aires veranderde in het Parijs van Zuid-Amerika. De Italianen ontwierpen voornamelijk kathedralen, zoals die van Salta, Cartamarca en Tucumán, waar duidelijk de Corinthische stijl (veel zuilen) en zachte kleuren terug te zien zijn. De Fransen bouwden de belangrijkste overheidsgebouwen in de neoclassicistische stijl, vaak zeer pompeus (Casas de Gobierno in Tucumán en Jujuy zijn goede voorbeelden). Begin 20ste eeuw werden zelfs gigantische kerken, zoals die van Luján en La Plata, in neogotische stijl gebouwd.

Dit resulteerde in Salta in een tegenreactie. Daar wilde het stadsbestuur terug naar de koloniale architectuur. Men noemde het ‘terugkeer naar de traditie’. De stroming was anti-Europees. Het resultaat van deze stadsvernieuwing was twijfelachtig, want privéhuizen en bouwplannen werden bekroond als ze in neokoloniale stijl werden gerenoveerd of gebouwd. Wat gebeurde er: overal kwamen die smeedijzeren versieringen, houten vensterramen en balkons en witte muren weer terug. Het werd een fantasieloze renovatie.

Tussen 1920 en 1940 kwam er veel invloed uit Noord-Amerika van strakke hoge kubusachtige gebouwen (het mooiste voorbeeld is de wolkenkrabber Kavanagh in Buenos Aires en Casa de la Bandera in Rosario), terwijl in het merengebied de architect Bustillo de ‘Alpenstijl’ uit Midden-Europa als basis nam (Centro Cívico in Bariloche is een goed voorbeeld). Pas de laatste jaren wordt er weer verrassend gebouwd. Langs de Av. Lean-dro Alem en achter Puerto Madero (waar ook de Nederlandse ambassade is) zie je goed de nieuwe architectuur, met veel glaswerk en aluminium als basisvorm. Mooie voorbeelden zijn ook het IBM hoofdkantoor en in het 2001 gebouwde Malba museum in Palermo Chico allebei in Buenos Aires. Maar ook worden weer in veel steden oude gebouwen en wijken gerenoveerd, zodat het koloniale verleden gelukkig niet verloren gaat.

10 prachtige bestemmingen in Argentinië