Weefkunst
Bolivia heeft een rijke traditie van weefkunst die dateert uit precolumbiaanse tijden. Voorheen werd alleen textiel gemaakt voor de productie van kleding maar in de loop van de tijd werden gecompliceerde weeftechnieken en ontwerpen ontwikkeld en vormde weefsel een belangrijk sociaal element in het leven van de bewoners van de Andes. Zelfs vandaag de dag speelt het weven van textiel een belangrijke rol en de hele familie doet mee aan de productie. Simpele weefgetouwen worden gebruikt voor uiteenlopende weefsels; van dagelijkse kleding tot hoogwaardige weefsels voor het gebruik bij ceremonies en festiviteiten.
Tijdens de precolumbiaanse tijden werd textiel gezien als het belangrijkste en meest waardevolle bezit, belangrijker dan zilver en goud en was het de meest gezochte handelswaar. Het grootste gedeelte van de textiel werd weliswaar gebruikt als kleding, maar textiel was niet alleen voor praktisch gebruik, belangrijker was de politieke, religieuze en sociale rol die het speelde. Zo werd de beste textiel geweven met het doel ritueel verbrand te worden. Daarnaast werden de kwalitatief beste weefsels cadeau gedaan om politieke en sociale relaties te versterken.
Tijdens het Spaanse bewind werd, na een indianenopstand in 1780, besloten dat de inheemse bevolking gelijk gekleed moest gaan als de kolonisten en daarom hun traditionele kleding niet meer mocht dragen. De indianen moesten voortaan de kleding dragen die de Spaanse leider bepaalde. Deze kleding werd nagemaakt van de kleding uit de geboortestreek van de leider, vandaar de Spaanse invloeden in de inheemse kleding zoals we die vandaag de dag kennen!
In de afgelegen gebieden van de Andes konden de comunidades (nederzettingen) met hun weefkunst tot een bepaalde hoogte doorgaan. Zo werden bijvoorbeeld bepaalde weefsels alleen gebruikt tijdens feesten en ceremonies werden van generatie tot generatie overgedragen. Zodoende zijn er waardevolle antieke weefsels bewaard gebleven.
Tegenwoordig worden weefsels gebruikt voor diverse functies. Er zijn weefsels speciaal voor geneesdoeleinden. Geneeskrachtige stenen of bladeren van planten worden in een doek gerold en vervolgens langs het lichaam gewreven. Daarnaast gebruiken de Yatiri (wijze mannen) een speciale doek voor het ritueel van het lezen van cocablaadjes. Een ander voorbeeld is killpa, een vruchtbaarheidsritueel waarbij de oren van een jonge lama of alpaca worden gemerkt met textiel.
Helaas is de modernisering ook doorgedrongen in de Andes en wordt steeds meer textiel met de machine vervaardigd. Veel indianen dragen nu fabriekskleding. De kennis van de traditionele weefkunst gaat zo helaas verloren. Gelukkig zijn er door het toerisme diverse projecten gestart waarbij vrouwen weer oude weef- en kleurtechnieken gebruiken en waarbij hoogwaardige producten verkocht worden aan de toeristen, zoals bijvoorbeeld in ASUR in Sucre, (www.asur.org.bo) en Inca Pallay, in Sucre en La Paz. (www.incapallay.org).
, Alpacahaar is geliefd voor het maken van truien. Babyalpaca heeft een betere kwaliteit. De allerbeste wol komt van de vicuña. Voorheen droeg alleen de Incaheerser kleding gemaakt van vicuña-wol maar tegenwoordig zijn producten van vicuñawol te koop, weliswaar tegen extreem hoge prijzen. Tegenwoordig wordt schapenwol veel gebruikt. •, Spinnen. De wol wordt met de hand gesponnen. •, Kleuren. De Aymara waren uiterst bedreven in het werken met natuurlijke kleurstoffen, het resultaat van vele jaren van experimenteren. Zij wisten een wijde kleurenreeks te fabriceren en antieke weefsels hebben vandaag de dag nog hun kleur weten te behouden. Voor de kleuren rood en paars werd de cochinilla parasiet gebruikt, die leeft op de tuna cactus en om de kleur blauw te krijgen werd indigo gebruikt. Voor andere kleuren werden mineraalstenen en de takken en bladeren van diverse plantjes toegepast. De kleuren in de textiel hebben een betekenis, afhankelijk van de functie van het weefsel en de streek waar het gemaakt wordt. •, Weven. Dit doet men met een simpel weefgetouw, bevestigd in de grond of aan een boom. Het meeste weven gebeurt tijdens het winterseizoen, na de oogst en vóór het zaaien van het komende seizoen. De vrouw werkt met daglicht en doet ondertussen haar dagelijkse taken. Sommige gecompliceerde stukken kunnen wel maanden duren, zijn van uitstekende kwaliteit en gaan lang mee.
Het weefproces
•, Weefsel.Voor de komst van de Spanjaarden gebruikte men de vezel van de lama, vicuña en alpaca. Lamahaar is grover en steviger dan alpacahaar en wordt daarom veel gebruikt voor het produceren van zakken om goederen in op te slaan of dekens om er op of er onder te slapen., Alpacahaar is geliefd voor het maken van truien. Babyalpaca heeft een betere kwaliteit. De allerbeste wol komt van de vicuña. Voorheen droeg alleen de Incaheerser kleding gemaakt van vicuña-wol maar tegenwoordig zijn producten van vicuñawol te koop, weliswaar tegen extreem hoge prijzen. Tegenwoordig wordt schapenwol veel gebruikt. •, Spinnen. De wol wordt met de hand gesponnen. •, Kleuren. De Aymara waren uiterst bedreven in het werken met natuurlijke kleurstoffen, het resultaat van vele jaren van experimenteren. Zij wisten een wijde kleurenreeks te fabriceren en antieke weefsels hebben vandaag de dag nog hun kleur weten te behouden. Voor de kleuren rood en paars werd de cochinilla parasiet gebruikt, die leeft op de tuna cactus en om de kleur blauw te krijgen werd indigo gebruikt. Voor andere kleuren werden mineraalstenen en de takken en bladeren van diverse plantjes toegepast. De kleuren in de textiel hebben een betekenis, afhankelijk van de functie van het weefsel en de streek waar het gemaakt wordt. •, Weven. Dit doet men met een simpel weefgetouw, bevestigd in de grond of aan een boom. Het meeste weven gebeurt tijdens het winterseizoen, na de oogst en vóór het zaaien van het komende seizoen. De vrouw werkt met daglicht en doet ondertussen haar dagelijkse taken. Sommige gecompliceerde stukken kunnen wel maanden duren, zijn van uitstekende kwaliteit en gaan lang mee.
Enige weefsels uit de hooglanden
•, Aguayo. Kleurrijke doek gemaakt van kunstvezels waar veel inheemse vrouwen over hun schouders persoonlijke spullen of de baby in dragen of de mannen brandhout en andere spullen in vervoeren. •, Awayo heeft dezelfde functie als de aguayo maar is een met de hand geweven wollen doek. •, Ch’ullu (Quechua) of Chulo (Spaans) is een puntige muts met oorflappen en ingewikkelde ontwerpen, gebreid en gedragen door mannen. •, Ch’uspa. Dit is een klein geweven rechthoekig tasje dat wordt gebruikt om cocablaadjes of geld in te dragen of het dient als decoratie bij feesten en ceremonies. •, Faja. Brede geweven riem, met verschillende ontwerpen. •, Fullo. Dikke wollen weefsels die gebruikt worden als dekens of om op te slapen. •, Honda. Geweven en gevlochten katapult van alpacawol, die dient om steentjes mee te schieten naar dieren die weglopen van de kuddes. •, Manta. Vrouwensjaal (in Peru wordt de manta gebruikt voor awayo, draagdoek). •, Pollera. Wijde, geplooide rokken, gedragen door cholas, Aymaravrouwen uit La Paz. •, Poncho. Belangrijk kledingstuk voor mannen, dat bestaat uit een cape die gevormd wordt door twee rechthoekige stukken die aan elkaar genaaid zijn, met een opening voor het hoofd.Weefsels kopen
De aguayo, de (in een fabriek gemaakte) kleurrijke doek, dient uitstekend als tafelkleed, servet of dekmantel en kan in de wasmachine. Deze kan je in elke willekeurige artesanía (souvenirwinkel) kopen of op de markt (goedkoper). Als je handgeweven producten wilt kopen heb je meer tijd nodig en is het belangrijk om wat meer over de achtergronden van het product te weten te komen, bijvoorbeeld of het handgemaakt is of machinaal, van welk soort vezel het gemaakt is, wol of kunstvezel, is het geverfd met natuurlijke of kunstkleurstoffen, wat is de naam van het weefsel (bijvoorbeeld awayo, chúspa, etc), voor welke functie het gemaakt is, uit welke regio komt het, waarom kost het zoveel (altijd onderhandelen, vaak heeft de prijs met de werktijd te maken die aan het weefstuk besteed is). Bovendien is het interessant om te vragen wat de geschiedenis van het weefsel is, wat betekenen de ontwerpen en welke technieken zijn gebruikt. Hoe oud is het, is het voor alledaags gebruik of alleen voor feesten. Het is handig om een betrouwbare gids (via een reisbureau) of Boliviaanse vriend mee te nemen om weefsels te kopen want het is natuurlijk lastig om zoveel in het Spaans te vragen. Het grootste en meest veelzijdige aanbod is in de straten Sagárnaga en Linares, rond Plaza San Francisco in La Paz en op de zondagsmarkt in Tarabuco, bij Sucre. Het minste risico loop je bij coöperatieve winkels die 100% handgemaakte, hoogwaardige weefsels verkopen die rechtstreeks van de weefsters komen. Je betaalt weliswaar meer maar er bestaat geen kans om bedrogen te worden met een weefselstuk dat van een slechte wol is gemaakt of machinaal is gemaakt. Enige winkels zijn het ASUR museum in Sucre, Incapalay in Sucre, Tarabuco en La Paz, Arte Andino in Cochabamba en Arte Campo in Santa Cruz. In Potosí is op Ayacucho 9 een hele goede textielwinkel met producten uit de Calcha en Tinkipaya weversgemeenschappen. Het allerbeste is om de wevers comunidades zelf op te zoeken, bijvoorbeeld met behulp van een reisbureau uit de grote stad.Regio’s in Bolivia waar textiel geweven wordt
•, Calcha, Zuid-Potosí. Deze plaats heeft de reputatie de beste spinsters van Bolivia te hebben. De schitterende poncho’s worden voor diverse functies gebruikt; zo is er de kastanjebruine Panti, die voor dagelijks gebruik bestemd is. De Luto is zwart en wordt gebruikt tijdens periodes van rouw. De poncho Boliviano, gekleurd met felle strepen in de kleuren van de Boliviaanse vlag wordt tijdens feesten gedragen. De manier waarop de poncho gedragen wordt geeft tevens aan of een man getrouwd is. •, Potolo bij Sucre. De weefsels worden gekenmerkt door talrijke afbeeldingen van vogels, dieren, surrealistische wezens in rood en zwart met meerdere koppen en gevleugelde dieren en zijn zeer gewaardeerd in Bolivia. •, Tarabuco, de bekende marktplaats bij Sucre. In de kostuums is de Spaanse invloed op de inheemse Boliviaanse kleding goed te zien. Zowel mannen als vrouwen dragen harde leren hoeden, monteras, gestileerd naar de helmen van de conquistadores (Spaanse veroveraars). Op hun kleding is vaak een afbeelding van een paard te zien, een dier uit Europa. Bij rouw dragen de bewoners uit Tarabuco zwarte kleding, ze zijn in luto (rouw), een katholiek gebruik. Het kostuum van deze regio is makkelijk te herkennen; de mannen dragen een kleine poncho konga unku, die gedragen wordt rond de schouder over de hoofdponcho en een dee ahuasa uncu, een vierkant kleed gedragen tot over de heup. Bovendien draagt iedere man zijn ch’uspa, tasje voor cocablaadjes en een witte brede broek die net over de knieën valt. •, Sicasica, (La Paz). Deze regio heeft de mooiste geweven en gekleurde weefsels ooit geproduceerd in Bolivia zoals de ponchitos, die uit één stuk bestaan, met bruine of paarse kleur of de grote poncho’s gemaakt uit twee gedeeltes. •, Charazani (La Paz). Textiel speelt een belangrijke sociale en culturele rol in het leven van deze indianen en de decoratieve motieven gebruikt in hun textiel vertegenwoordigen elementen uit hun dagelijkse omgeving. Het symbolisme van hun textiel is gedeeltelijk beïnvloed door de Kallawayas, de beroemde medicijnmannen. Zo is er een afbeelding van een churu (landslak) en die wordt geassocieerd met de magie en kracht van de Kallawayas. •, Calamarca (La Paz). De weefsels kenmerken zich door de zwarte en bruine doeken, met motieven als viscacha’s, apen en buitenaardse wezens. Hier worden ook mooie ceremoniële doeken geweven. •, Macha. In Noord-Potosí wordt nog het meest aan traditionele weverij gedaan en vele producten van hier eindigen op de markten in La Paz. Bekend zijn hier de broekriemen van textiel. Tijdens de rituele gevechten, Tinku genoemd, dragen de mannen soms wel tien riemen, die over hun lichaam lopen en rond hun vuisten gebonden zijn. Deze riemen beelden dieren, mensachtige en geometrische motieven af die typerend zijn voor dat gebied. •, Leque, (Cochabamba). Dit is een van de laatste Aymaragebieden waar nog traditionele kleding gedragen wordt.Overige kledingstukken
•, Sombrero (hoed), is het meest persoonlijke kledingstuk voor de inheemse bevolking en men draagt de hoed altijd of het nu regent of de zon schijnt. De hoed staat verbonden met het meest heilige deel van het lichaam, het hoofd en daarmee de ziel. Hoeden helpen de mensen zich te identificeren. De hoed biedt bovendien bescherming tegen de natuurlijke elementen en het zegt iets over geboortestreek en de status. In Bolivia bestaan meer dan 100 verschillende hoeden. Elke streek heeft zijn eigen hoed. •, Bombín. Bolhoedje van de Aymara-vrouwen. •, Monteros. Hoed in de vorm van een helm, gemaakt van het leer van het schaap of de koe die dagelijks gebruikt worden door zowel de mannen als vrouwen uit de omgeving van Tarabuco. Tijdens feesten komt er extra versiering op. Deze helm wordt ook gebruikt tijdens Tinku-dansen maar is dan gemaakt van het leer van de koe, waar het haar nog op zit. •, Ojotas. Sandalen gemaakt van autobanden die over het algemeen door de inheemse bevolking uit de Andes wordt gedragen. •, Tupu. Decoratieve pin, soms in de vorm van een lepel, die door vrouwen gedragen wordt om de sjaal vast te maken.Kunst en cultuur
Rondreizen-Hotel
Ga met ons mee op deze prachtige nieuwe privé rondreis door twee landen vol hoogtepunten. Peru is natuurlijk bekend vanwege de Inca-citadel...
Rondreizen-Hotel
Ga met ons mee op deze nieuwe rondreis met zowel hoogtepunten als onbekende plekjes van drie indrukwekkende landen! We doen een boeiende...
Rondreizen-Hotel
Gun jezelf deze spectaculaire rondreis en ontdek in 25 dagen tijd letterlijk alle hoogtepunten van Zuid-Amerika! We bezoeken Peru, Bolivia, Argentinië en Brazilië; langs...