China

Swipe

De Opiumoorlog

De 18e eeuw gaf een opbloei van de internationale handel met China te zien, maar er was één probleem: westerse landen bezaten weinig koopwaar waar het pre-industriële China behoefte aan had. Dit tekort op de handelsbalans frustreerde Britse kooplui, die in een toenemende vraag naar een nieuwe drank moesten voorzien – thee, die in snel tempo populair werd. De oplossing vonden ze in de papavervelden van het koloniale India.

Het roken van opium was in 1729 door de keizerlijke Chinese regering verboden, maar Britse handelaren kochten de plaatselijke functionarissen om om een oogje dicht te knijpen, en begonnen grote hoeveelheden van de drug vanuit Brits-Indië naar de Zuid-Chinese haven te verschepen. Hun bedoeling was een land van verslaafden te creëren, en zo een onbeperkte markt.

In 1788 werden 2330 kisten opium geïmporteerd, maar tegen 1830 was dat aantal toegenomen tot 17.257. Overal in het land schoten de opiumkitten uit de grond. Ambtenaren, die vaak zelf verslaafd waren, konden geen weerstand bieden aan de douceurtjes die hun door de nu rijk geworden Britse bedrijven werden geboden.

In 1839 benoemde de Qing-regering Lin Zexu tot speciaal gevolmachtigde in Guangzhou. Deze liet zich niet omkopen, en binnen twee maanden had hij de handel stilgelegd en meer dan 20.000 kisten van het verdovende middel vernietigd. Hij deed ook een moreel appèl op koningin Victoria, in een brief waarin hij erop wees dat haar regering opium in Groot-Brittannië had verboden, maar het wel naar andere landen bleef uitvoeren.

Toen Chinese jonken in november 1839 Engelse handelsschepen rechtsomkeert deden maken, kreeg China antwoord. De Royal Navy werd erop uitgestuurd. Britse oorlogsschepen voeren langs de kust, vielen forten aan en zetten troepen aan land die de technologisch inferieure Chinezen versloegen. Het werd een complete ramp voor de Qing-regering, die zich in 1842 gedwongen zag het vernederende Verdrag van Nanking (Nanjing) te tekenen.

Vijf havens moesten voor de Britse handel worden opengesteld, er moest een enorme schadevergoeding worden betaald en Hong Kong moest aan het Britse rijk worden afgestaan. Maar uiteindelijk was dit nog niet genoeg, en in 1856 begonnen de Britten samen met de Fransen aan een tweede Opiumoorlog. Nadat ze Beijing hadden bezet en het keizerlijk hof naar Noordoost-China was uitgeweken, dwongen de Europese mogendheden de legalisatie van opium af, evenals de concessie dat christelijke missionarissen in heel China vrij mochten reizen.

Uiteindelijk overtuigden deze conflicten China ervan dat het moest moderniseren wilde het zich tegen westerse landen te weer kunnen stellen. Binnen de Qing-dynastie zou een langdurige machtsstrijd tussen hervormers en de ultra-conservatieven tot de val van de dynastie leiden.

In 1997 werd Hong Kong aan China teruggegeven. Daarmee kwam een einde aan een beschamend tijdperk van Brits imperialisme jegens China dat meer dan 160 jaar geleden was begonnen met het moedwillig geschil over opium.

10 prachtige bestemmingen in China