La Rioja
Vertrekpunt naar de grootste cañons van het land
La Rioja is een middelgrote stad met ruim 140.000 inwoners en de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Gesticht in 1591, maar helaas grotendeels verwoest door een zware aardbeving in 1894. Gelukkig is het oude centrum vrijwel nagebouwd of gerestaureerd. De stad ligt 450 km ten noorden van San Juan en 1167 km van Buenos Aires aan de voet van de Sierra de Velasco, de voorlopers van het Andesgebergte.
Het centrum is rondom Plaza 25 de Mayo en is het belangrijkste gedeelte. Hier vind je ook de interessantste historische gebouwen. Maar voor de rest valt er niet veel te beleven in deze stad. Behalve dat er maar weinig steden zijn in Argentinië, waar 's avonds nog zoveel mensen op de been zijn in en rondom het hoofdplein. Het is er drukker dan overdag. Dat komt niet alleen door de zwoele avonden, maar ook zijn er regelmatig muziek uitvoeringen; van de plaatselijke muziekkapel tot mooie folkloredansen en muziek.
La Rioja is het vertrekpunt naar het nationale park Talampaya. Dit gebied wordt ook wel de Grand Cañon van Argentinië genoemd.
Een wandeling door het centrum
In La Rioja is nu eens niet Av. San Martín de belangrijkste straat, maar Calle 25 de Mayo, Rivadavia en Av. San Nicolas de Bari.
Ondanks de aardbeving in de 19e eeuw zijn er toch nog interessante historische gebouwen intact gebleven. In een korte wandeling neem ik je mee langs de belangrijkste historische gebouwen.
Wat als eerste meteen opvalt aan de Plaza 25 de Mayo is de basiliek San Nicolás de Bari, gebouwd in 1899 en pas ingewijd in 1912. Deze kerk is genoemd naar de patroonheilige van de provincie, die op een van de fresco’s aan de muur staat afgebeeld. De façade en het interieur doen wat Byzantijns aan en is zeker de moeite waard om naar binnen te gaan. Schuin tegenover de basiliek is Casa de Gobierno geheel in Spaans koloniale stijl gebouwd, maar pas in 1937.
Als je aan de overkant van het plein rechtsaf gaat, Calle Pelagio B. Luna in, dan heb je op de eerste hoek het kerkje Convento de Santo Domingo. Dit is het oudste bestaande kerkje van Argentinië en dateert uit 1623. De Diaguitas-indianen hebben dit kerkje gebouwd onder leiding van de paters dominicanen. Het is nu een nationaal monument. De deur is prachtig bewerkt, geheel uit één stuk hout. Ook het interieur is het bekijken waard. In 1968 is de kerk geheel gerestaureerd.
Als je terugloopt richting het hoofdplein en dan rechts Calle 25 de Mayo ingaat, zie je bij de eerste hoek de Convento de San Francisco. Het kerkje zelf is wat architectuur betreft niet zo interessant, maar van binnen is het werkelijk prachtig, vooral de zij-altaren en het houten plafond. De kerk en het klooster zijn genoemd naar San Francisco Solano, een priester die hier naartoe kwam zo rond 1590 en die de plaatselijke bevolking onderwijs gaf en hun rechten verdedigde. Bij dit kerkje plantte hij aan de achterkant op een binnenplaatsje, of eigenlijk een hofje, een sinaasappelboom, die er nu na ruim 400 jaar nog steeds staat. Naranjo Histórico, zoals de boom wordt genoemd, staat in een glazen omhulsel. Indrukwekkender vind ik de geweldige, uit zijn kluiten gegroeide cactus die ernaast staat.
Terug bij Plaza 25 de Mayo neem je Av. San Nicolás de Bari richting Av. Juan Perón en vlak voor San Martín zie het mooie neokoloniale Colegio Nacional uit 1871. Je loopt nu door naar Rivadavia en die sla je in richting Av. Juan Perón. Voorbij Plaza 9 de Julio op nr. 952, zie je links een soort kasteeltje. Het is een bizarre mengeling van neogotiek en neorenaissance. Het dateert uit 1888 en hier woonde een plaatselijk bekende gouverneur, dichter en minister, Joaquin V. González (zie Samay Huasi op pag. 000). Als de deur open staat zeker even naar binnenlopen.
Bij het volgende kruispunt is Av. Juan Perón, een brede avenida gebouwd eind 19de eeuw door die J. V. González. Hij had als voorbeeld de grote boulevards van Parijs genomen. Trots werd toen ook gezegd ‘un Bulevar Parisino’.
Dat is er nu niet meer aan af te zien. Je kunt terugwandelen over deze avenida, daar neem je rechts Pelagio B. Luna waar op nr. 811 Museo Folklórico is. In dit mooie neokoloniale huis is nog alles ingericht uit de 19de eeuw, maar er zijn ook voorwerpen te zien over de folklore en tradities van de stad, zoals Tinkunako (zie kader).
Open van do. t/m zat. van 9-13 en van 16-20 uur. Zondag van 9-12 uur.
Schuin aan de overkant op de hoek met Catamarca is Mercado Artesanal, waar je mooie handgemaakte regionale voorwerpen van leer of zilver en keramiek kunt kopen. De moeite waard om naar binnen te lopen.
Open van di. t/m vr. van 8-12 en van 16-20 uur. Zaterdag en zondag van 9-12 uur.
Aan de overkant een opvallend gerenoveerd gebouw, Casa Cultural uit 1884. Een groot opgezet cultureel centrum waar o.a. lokale artiesten, kunnen exposeren. Wat mij opviel de laatste jaren is dat er zoveel aan cultuur wordt gedaan in de noordelijke provincies. Gebouwen worden omgebouwd of gerenoveerd tot grote expositieruimtes.
Als je doorloopt kom je weer terug bij Plaza 25 de Mayo. Dit plein wordt eind van de middag gezellig druk, wat ik al eerder vermelde, met rondom cafés en terrasjes. Schuin aan de overkant, in Joaquin V. Gonzáloz, heb je een gerenoveerd oud gebouw, Club Social. Als de voordeuren open staan, moet je even naar binnen kijken. Ze hebben een prachtige zaal, waar de exclusiviteit van de club goed te zien is. Het gebouw dateert uit 1908 maar het restaurant en het café zijn open zijn voor iedereen.
Rondreizen
Rondreizen-Hotel
Familiereizen