Aan het einde van de weg gaat u rechtsaf en komt u in het Villnösstal. U gaat nu rechtsaf in de richting Villnöss en Klausen. Bij St.Peter kunt u naar links, richting St.Magdalena. Villnöss, waartoe deze plaatsjes behoren, is de geboorteplaats van de beroemde bergbeklimmer Reinhold Messner. Hij was de eerste mens die alle veertien achtduizenders van de wereld overwon en hij heeft hier een school voor bergbeklimmers gevestigd. U hoeft maar om u heen te kijken om te beseffen waar de man de uitdaging voor onherbergzame gebieden vandaan gehaald heeft. Het spectaculairste uitzicht heeft u als u de moeite neemt de weg naar de op 1350 meter hoogte gelegen St.Johannkapel (‘Ranui Kirchl’) te volgen.

In het Villnösstal liggen diverse dorpjes, ze bieden allemaal pittoreske plaatjes en er zijn tientallen wandelmogelijkheden. De vroegste bewoners van het dal waren heidenen die woonden in de zonnig gelegen boerderijen van St. Peter boven Coll tot achter Munt. Enkele hiervan gelden als de oudste boerderijen en heten tegenwoordig nog “die Heidenhöfe” (de boerderijen van de heidenen): Runggatsch, Pineid en Gonder. Ook de Ganoierhof in St. Peter behoorde tot de boerderijen van de heidenen. De eerste bewoners brachten op de heuvel, waar nu de Magdalenakerk staat, offers aan hun goden. Pas toen de heilige Theobald naar het dal kwam, werden de heidenen langzamerhand bekeerd.

Als u de weg verder volgt dan komt u bij Feldthurns weer op weg 12, ongeveer 15 kilometer ten zuiden van Brixen. Het is misschien een idee om dezelfde weg terug te rijden. Dan ontdekt u dat u weer een heel ander panorama voorgeschoteld krijgt, uitzichten die u op de heenweg niet opgevallen zijn. De bergwereld vanuit een ander gezichtsveld bekeken, ziet er soms totaal anders uit. Probeer het maar! De totale lengte van deze rit bedraagt, inclusief de uitstapjes in de zijdalen, ongeveer 60 kilometer, rijdt u heen en terug dezelfde route dan bent u zonder die uitstapjes ongeveer 90 kilometer onderweg.