Het Departement Lot

Swipe

Het Departement Lot

De grenzen van het departement Lot komen overeen met de grenzen van de vroegere landstreek Quercy, een groot kalksteenplateau waar de rivieren Dordogne, Célé en Lot doorheen slingeren. Op veel plaatsen hebben zij prachtige kloven uitgesleten. Deze rivieren lopen van oost naar west, ruwweg van het Centraal Massief naar de Atlantische kust. In het noordelijk deel van het departement Lot stroomt de Dordogne; in het zuiden bepalen de rivieren Célé en Lot het aangezicht. Er tussen liggen ruige en uitgestrekte kalksteenplateaus, waaronder de hoogvlakte van Gramat. Deze hoogvlaktes van kalksteen zijn gemiddeld 300 m hoog en noemt men causses. Door mensenhanden vervaardigde muurtjes scheiden hier de landerijen, slechts afgewisseld door jeneverstruiken en een verdwaalde eik. Het is een gebied waar weinig mensen wonen en kudden schapen in de meerderheid zijn. Door de hoogvlaktes lopen beken en rivieren die uitmonden in de grote oost-west stromende rivieren.

In het departement Lot maakt u kennis met de lange geschiedenis van de mens, van de prehistorie tot de huidige tijd. Overal zijn stille getuigen van dit lange verleden, waaronder prehistorische rotstekeningen en schilderingen, keltische grafmonumenten (dolmen), Gallische versterkingen, Romeinse kunst, middeleeuwse vestingstadjes (bastides), kloosters en kastelen. Veel van de dorpen en steden stonden in de middeleeuwen, en lange tijd daarna, onder invloed van de drie belangrijkste families van de Quercy: de familie Turenne; de familie Cardaillac; en de familie Castelnau. Zij bezaten niet alleen de belangrijkste kastelen, maar benoemden ook hun familieleden tot bisschoppen (van Cahors) en abten van de voornaamste kloosters. Tijdens de Honderdjarige Oorlog had het gebied veel te lijden van de strijd tussen de Franse en Engelse legers. Veel van de bastides ontstonden in deze periode. Steeds als een van beide partijen een gebied in handen kreeg bouwde men een klein versterkt stadje met een rechtlijnig stratenplan (bastide) om het veroverde gebied te verdedigen.

In dit kalksteengebied zijn allerlei karstverschijnselen (oplossingsverschijnselen in het kalk), zoals Druipsteengrotten, karstpijpen, dolines (kleine terreindepressies), uvula's en polies (langgerekte terreindepressies), droge dalen, grottengalerijen en onderaardse rivieren. Veel van de grotten zijn opengesteld voor het publiek. Het is een gebied waar men pruimen en walnoten teelt, met snuffelende varkens zwarte truffels zoekt, ganzenleverpastei (foie gras) vervaardigd, uitstekend lamsvlees verkoopt (Label rouge), traditioneel vervaardigde geitekaas maakt (Rocamadour) en al 2000 jaar beroemde Cahorswijnen uit de druiven perst.

Het hoofdstuk Lot is in twee delen opgesplitst: het noordelijk deel met de rivier de Dordogne; en het zuidelijk deel met de hoofdstad Cahors en de rivieren de Lot en de Célé. Door al deze gebieden zijn rondritten samengesteld (zie kaart). Wilt u de beschreven dorpen, steden en bezienswaardigheden bezichtigen, dan is het beter om per dag slechts een deel van een rondrit te rijden.

Dit hoofdstuk begint met een beschrijving van het beroemde pelgrimsoord Rocamadour met het beeld van de Zwarte Madonna als centrum van verering. Daarna volgen kennismakingen met het marktstadje Gramat, de Druipsteengrotten van Padirac, het gehucht Autoire, het middeleeuwse dorp Loubressac en de druipsteengrot van Presque. Vervolgens wordt aandacht besteed aan Saint-Céré, het vestingstadje Bretenoux, het kasteel van Castelnau, Carennac, Martel, Souillac en het vestingstadje Gourdon.

De paragraaf betreffende het zuidelijke deel begint met een schets van Cahors, de hoofdstad van het departement Lot. Daarna volgen beschrijvingen van de bezienswaardigheden op de oever van de rivier de Lot, zoals Bouziès, het middeleeuwse stadje Saint-Cirq-Lapopie, het kasteel van Cénevières, het middeleeuwse dorp Larnagol, Calvignac, het vestingstadje Cajarc en Capde-nac-le-Haut. Langs de rivier de Célé liggen de stad Figeac, het vestingstadje Cardaillac, Assier (op het kalksteenplateau ten noordwesten van Figeac), Espagnac-Sainte-Eulalie, Marcilhac-sur-Célé, het openluchtmuseum Cuzals en de druipsteengrot van Pech-Merle met unieke prehistorische rotstekeningen en schilderingen. Het hoofdstuk besluit met beschrijvingen van Puy-L'Eveque en Luzech, beide gelegen op de oever van de Lot ten westen van Cahors.

10 prachtige bestemmingen in Het Departement Lot en Dordogne en Lot