Excursies rondom Bariloche
Er is veel te zien en te genieten in de omgeving van Bariloche: prachtige meren, enorme bossen, alles omringd door imposante bergen. Op Isla Victoria aan de andere kant van het Nahuel Huapi meer groeit zelfs een zeldzame boomsoort: de arrayanboom. De meeste excursies die ik hieronder beschrijf kun je zelf doen, zonder de hulp van een reisbureau, want de bus- en bootverbindingen zijn goed geregeld. Hieronder geef ik je een uitgebreid overzicht, zodat je makkelijker je plan kunt trekken.
Circuito Chico
Een van de populairste uitstapjes rondom Bariloche is Circuito Chico. Totaal 62 km, grotendeels langs het Nahuel Huapi meer naar hotel Llao Llao. Vandaar terug door het mooie achterland via Colonia Suiza (een klein Zwitsers dorpje) naar Bariloche. Een leuk alternatief voor deze route is met de mountainbike. Heen is asfalt, maar terug door het achterland is grotendeels over grind en verhard zand en soms is het goed klimmen (zie kader op volgende pagina)!
Het vertrekpunt is aan de rand van de stad bij het begin van Av. Bustillo (RN 237), daar heb je aan je linkerhand op nr. 1200, de chocoladefabriek van de familie Fenoglio.
De boulevard waar je nu over rijdt of fietst heeft aan weerskanten alleen maar prachtige chalets en hotels staan, geflankeerd door veel dennenbomen. Na zo’n zes kilometer is rechts langs het meer Cascada Hotel, dat eens een buitenhuis voor een rijke doktersfamilie was en sinds 1959 een hotel is. Hier sliepen vooral in de jaren zestig rijke Arabische vorsten, onder wie de sjah van Perzië, maar ook koning Boudewijn en Fabiola hebben hier gelogeerd. Hoe verder van Bariloche hoe meer deze weg een mediterrane uitstraling krijgt.
Na zo’n 11 km heb je links Cervecería Blest, bekend in de hele omtrek om zijn ambachtelijke bier, waar een leuke confitería is met terras. Dus waarom niet even stoppen? En geniet van zijn heerlijke bier.
Zo’n 7 km voor Hotel Llao Llao is er een afslag naar Cerro Campanario. Daar brengt een stoeltjeslift je op 1050 m hoogte naar een confitería. Hiervandaan kijk je uit over Lago Nahuel Huapi en aan de andere kant Lago Perito Moreno. Het is een van de beste plekken waar je een schitterend uitzicht hebt over de meren!
Het laatste gedeelte rijd je door een mooi, rustiek bosrijk gebied en in de lentemaanden (nov.-dec.) staat de amacaybloem (geel van kleur) in volle bloei. Dan zie je al in de verte trots op de heuvel het HotelLlao Llao (spreek uit: zjao, zjao). Het is ontworpen door de architect Alejandro Bustillo in 1938 om het toerisme te bevorderen. Het is misschien wel een van zijn mooiste werken. De stijl is een combinatie van Canadeze lodges met Normandische dakvormen. Hier logeerden de groten der aarden, de jetset van Zuid-Amerika, maar door allerlei omstandigheden heeft het jaren vrijwel leeggestaan. Pas in 1991 is het weer helemaal opgeknapt en ging vanaf 1993 weer open. Met succes, want de jetset is teruggekeerd en heeft een wonderbaarlijke aantrekkingskracht gekregen. Ga zeker naar binnen en bewonder de enorme hal en de lobby, er is een zeer goed restaurant, er zijn boetiekjes en een terras. Eromheen een prachtige tuin met een (eenvoudige) golfbaan. Hiervandaan heb je een uitzicht als van een ansichtkaart over het meer en de omgeving (voor overnachting zie kader).
Beneden nog voor het hotel is links Capilla San Eduardo. Deze uit geheel van cipressenbomen gemaakte kapel is ook een ontwerp van Bustillo en gebouwd rond 1940. Voor het hotel gaat de weg naar Puerto Pañuelo waar de catamarans liggen voor excursies over het meer van Nahuel Huapi.
Nu kun je via (RN 77) Villa Tacul naar Colonia Suiza. Je rijdt door een mooi bosrijk gebied en in deze schitterende omgeving moet je zeker even bij het riviertje, Arroyo Lopéz, stoppen.Daar staat hotel Alun Huen waar je kunt genieten op het terras van het mooie uitzicht bij het water.
Na 3 km is de afslag RP 79 naar Colonia Suiza. Dit dorpje is door Franstalige Zwitsers rond 1890 gesticht. In de enige ‘drukke’ straat die er is, Calle Felix Goye, kom je uit op een soort dorpspleintje waar de confitería’s Lo de Nora en Fundo Colonia Suiza zijn. Het is er gezellig vertoeven in alle rust met in de namiddag een aardige Feria de los Artesanos.
Probeer eens de specialiteit uit het dorpje: Curanto. Dit is een warme maaltijd en het is een gerecht dat bestaat uit verschillende soorten vlees, gekookt met groenten, aardappelen, appels en maïskolven, die in een grote pan (eigenlijk in een stenen kuip), bedekt met hele hete stenen, uren op een vuurtje moet sudderen. Het is een oud recept van de Mapuche-indianen uit deze streek. Er wordt elk jaar rond de 12-14 februari een Fiesta Nacional del Curanto georganiseerd.
Terug kun je via de RP 79 naar Bariloche, het is wel een (verharde) zandweg maar de omgeving is een en al bos met aan je linkerhand beneden, Lago Moreno.
Naar Llao Llao gaat vanuit Bariloche elke 20 minuten bus N0 20. Deze stopt ook bij Cerro Campanario. Naar Colonia Suiza gaat er elke twee uur een bus N0 10. Opstappen in Bariloche o.a. bij Calle Moreno tussen Ronaldo en Palacios. Bij reisbureaus in Bariloche kun je deze tocht grotendeels ook maken.
Cerro Otto
Een leuk uitstapje is naar Cerro Otto, zo’n 5 km ten westen van Bariloche aan de Av. de los Pionieros. Met een gondellift (teleférico) word je tot 1405 m hoogte gebracht. Je kunt ook lopend of per mountainbike naar boven gaan. Eenmaal boven, heb je niet alleen een geweldig uitzicht over het meer en de omgeving, maar er is ook het enige draaiende restaurant (Confitería Giratoria) van Argentinië. Dat is pas optimaal genieten van de hele omgeving. Een mooie wandeling van hieruit is door een bos van lengabomen naar Refugio Berghof, een houten huis gebouwd in 1932 door de bergbeklimmer Otto Meiling (o.a. de oprichter van Club Andino Bariloche). Hier woonde hij tot zijn dood (1989) en het is nu een museum.
Vanuit Bariloche vertrekt er een speciale bus naar Cerro Otto. De vertrekpunten zijn op de hoek van Mitre en Villegas en op de hoek van Moreno en Independencia bij Cen-tro Cívico. Bij beide haltes is een ticketbureau (Teleferico Cerro Otto).
Cerro Catedral
’s Winters is deze berg met de omringende toppen hét skioord van Argentinië en ’s zomers heb je het mooiste uitzicht over de gehele omgeving. De berg is 2409 m hoog en ligt 21 km ten zuidwesten van Bariloche. Hij wordt zo genoemd, omdat de toppen van de bergen op een kathedraal lijken. Het is er heerlijk vertoeven op en rondom deze berg.
’s Winters is het hier net Chamonix in de Franse Alpen. Er zijn dan tienduizenden skiliefhebbers en 59 skipistes zijn in gebruik met tientallen skiliften en skicabines. ’s Zomers is het er niet zo druk en dan gaan er maar twee liften naar boven. Eenmaal bij Villa Catedral, het dorpje waar je aankomt, lijkt het alsof je in een of ander Tiroler wintersportdorpje bent. Maar als je dan met de lift naar boven gaat naar de Cerro Piedra del Condor of Refugio Lynch (1922 m), met zijn spectaculaire zicht over het hele gebied, ben je weer helemaal in Argentinië. Dit zijn de enige plekken die je ’s zomers per lift kunt bereiken.
De cable carril (de lift) brengt je naar Punta Nevado op een hoogte van 1700 m. Hier is een grote gezellige confitería met terras en heb je al een prachtig uitzicht over de meren en de omgeving. Maar neem de stoeltjeslift naar boven naar Refugio Lynch, want daar heb je echt een onvergetelijk uitzicht over dezelfde meren en bergen! Er is een prima confitería en een groot terras waar je kunt genieten met een drankje van deze wonderschone natuur.
Van hieruit zijn 3 wandelingen uitgezet: 1. Naar Piedra del Condór, een makkelijke wandeling en vandaar kun je met de lift weer naar beneden. 2. Naar Mirador del Rucaco voor de redelijk geoefende wandelaar. 3. De moeilijkste wandeling naar beneden naar Villa Catedral. Alledrie kun je onder leiding (gratis) van een gids doen, of op eigen gelegenheid.
Vanuit Bariloche naar Villa Catedral gaat Empresa CODAO (eenmaal per uur). Het zijn blauwe en groene bussen. Als je met de auto gaat neem je Av. Bustillo richting Llao Llao en na 9 km bij Playa Bonita heb je de afslag naar boven naar Cerro Catedral. Het staat dan aangegeven. Als je een excursie (is een halve dag) neemt, dan krijg je ruim de tijd om van Villa Catedral naar boven te gaan.
Cerro Tronador en de watervallen Los Alerces
Cerro Tronador is de hoogste berg in de regio. Met z’n 3478 m steekt hij ver boven alle andere bergen uit en hij ligt 70 km ten zuiden van Bariloche bij Pampa Linda. Je kunt het met een excursie of op eigen gelegenheid doen (lokale bus of eigen vervoer).
Vanuit Bariloche neem je Av. Onelli die je uitrijdt en vanzelf overgaat in de RN 258 naar El Bolsón. Op een gegeven moment kom je langs Lago Mascardi, een mooi fjordenmeer. Het lijkt nét alsof het water een spiegel is, zo strak en weerspiegelend is het hier. Na zo'n 35 km kom je bij een aardig dorpje aan, Villa Mascardi. Tot zover kun je er wel met het openbaar vervoer komen.
Vanuit het centrum van Bariloche (Busterminal en Calle Moreno) vertrekt 3x p/dag een bus naar Villa Mascardi. Bus Expreso van Club Andino vertrekt om 8.30 uur naar Tronador en om 17.00 uur terug.
Bij Villa Mascardi ga je richting Cerro Tronador. Je rijdt grotendeels langs het meer. Op een gegeven moment is er een afslag naar de Cascada los Alerces en Río Manso. Daar is een goede camping en een leuk hotelletje. Echt een plekje waar je heerlijk kunt genieten van de rust en de natuur, want je bent omgeven door prachtige bossen (voornamelijk coihue- en lengabomen) en hoge bergen. De waterval dondert zo’n tientallen meters lang naar beneden, waarnaast een pad is gemaakt, zodat je het hele spektakel goed kunt waarnemen. De kleur van het water is prachtig blauw, transparant vaak, afgewisseld met regenbogen.
Wat verder bij Puerto Tronador, waar ook de boot aanlegt uit Villa Mascardi, is tevens een confitería/hotel. Het hotel werd in 1929 gebouwd voor de toenmalige Belgische doktersfamilie J. Vereertbrugghen. De eerste dokter trouwens in Bariloche. De weg eindigt zo’n 8 km van de Cerro Tronador, genoemd naar het geluid van zijn lawines (tronar = donderen).
Hotel Tronador (02944- 441-062) is open van 1 november t/m 15 april. Er zijn comfortabele kamers en een goed restaurant. Voor volpension betaal je € 80 per persoon.
Je bent nu niet ver van Pampa Linda (mooie vlakte) en moet je te voet verder naar de voet van de berg. Bij Pampa Linda is een parkwachter en een eenvoudige hostería (ook dit huis werd voor de familie Vereertbrugghen in 1940 gebouwd). Als je ernaartoe wandelt lijkt de berg door de bomen indrukwekkender en mooier dan wanneer je er pal voorstaat. Hij is vrij massief, grijsachtig en log. Doordat er aan beide kanten gletsjers zijn en er sneeuw ligt heeft hij net de vorm van een amfitheater, ook wel Garganta del Diablo (de keel van de duivel) genoemd. Interessanter is als je het rotspad neemt aan de andere kant. Hier is de berg steiler en je ziet tientallen watervalletjes van het sneeuwwater naar beneden stromen. Als je met een excursie bent krijg je genoeg tijd om in de omtrek te wandelen. De mooiste tijd voor een bezoek is wel de herfst, wanneer de flora een goudgele en warme okerkleur krijgt. De bewoners noemen het: ‘Incendian las montañas’ (de bergen staan in vuur).
Voor bergwandelaars (maar ook voor paardrijders) is er een stevige wandeling mogelijk naar Refugio Otto Meiling op 2050 m hoogte. Deze staat aan de voet van de gletsjer aan de westzijde. De refugio is van de club Andino Bariloche. Reken wel op ruim vijf uur wandelen naar boven, want de afstand is 15 km. Maar het is een prachtige tocht grotendeels door een ruig berglandschap met watervallen van de gletsjers.
Je kunt er overnachten en er is een restaurant. Voor een eenvoudige kamer betaal je rond de €15 per persoon met halfpension.
Rondreizen
Rondreizen-Hotel
Rondreis