Mar del Plata
De populairste badplaats van Argentinië is Mar del Plata, ruim 400 km ten zuidoosten van Buenos Aires. Ondanks het feit dat het een soort Scheveningen van Argentinië is geworden en er ’s zomers 5 miljoen badgasten komen (zelf telt de stad 500.000 inwoners), blijft het mijn favoriete badplaats. Je voelt en ziet nog steeds dat deze stad allure heeft gehad, waar de rijke middenklasse van Buenos Aires in de jaren dertig van de vorige eeuw op vakantie ging, maar nu plezier geeft aan iedereen. Gedurende de zomermaanden komen rijk en arm hier tezamen om van de zee, het strand, de zon en het eten te genieten. Het blijft nog steeds een vriendelijke oude deftige dame, zei een Argentijnse vriendin tegen mij. Maar zo is het niet geweest, want Mar del Plata, gesticht in 1874, werd juist eerder een belangrijke handelsstad en groeide daarna langzaam maar zeker in het begin van de 20ste eeuw uit tot dé badplaats van de porteño’s (de bewoners van Buenos Aires). Vooral de bourgeoisie kwam hier op vakantie. Rond 1930 kwam de rijke middenklasse en in de jaren vijftig ‘ontdekte’ de arbeidersklasse de stad.
Als je over de oude Rambla (de strandboulevard) loopt bij Plaza Colón langs het casino en aan de andere kant wat eens Gran Hotel Provincial was, dan kun je nog een beetje van die oude glorie proeven. Deze imposante gebouwen met brede marmeren trappen die afdalen naar het strand, aan beiden kanten geflankeerd door grote gebeeldhouwde zeehonden zijn de laatste herinneringen. En daarom de ‘parel’ onder de badplaatsen werd genoemd. Sinds de pesoscrisis, in 2002, is de middenklasse, die massaal in de jaren negentig naar het mondaine Punta del Este in Uruguay ging, weer terug. Gelukkig, want Mar del Plata is niet alleen vakantiepret, want op cultureel gebied en festiviteiten heeft de stad veel te bieden.
Zo wil ik je graag de rijke geschiedenis van de stad, tijdens de stadswandelingen laten zien. Een leuke tip is om deze routes met een (huur)fiets te volgen, want de afstanden zijn best groot.
Een wandeling door ‘Normandië’?
De wandeling begint bij de bombastische gebouwen, het casino (een van de grootste ter wereld) en aan de andere kant wat eens een enorm hotel was, Gran Hotel Provincial. Zij werden in 1938 gebouwd en ontworpen door de beroemde Argentijnse architect A. Bustillo. Links voor je langs de Rambla, ligt Playa Bristol een van de chicste stranden, waar je verplicht bent om te betalen om er te mogen zonnen. En is het geen prachtig gezicht al die strakgekleurde strandtenthokjes op dit strandgedeelte? Alsof je vijftig jaar teruggaat naar de Zuid-Engelse stranden. Daarom wordt dit strand ook wel Playa de Los Ingleses genoemd. Al in de 19de eeuw was dit het meest deftige gedeelte van de stad.
Een leuk idee is om tussen de middag, zoals veel Argentijnen doen, op deze Rambla op een van de vele terrasjes te genieten van een ‘picado’. Dat is een Argentijnse borrelhap. Maar in werkelijkheid zijn het tientallen kleine bakjes waar olijven, verschillende kaassoorten, allerlei worstjes en vele kleine zeediertjes op liggen, zoals garnalen, zeeslakjes, zee-egels en andere stukjes vis. Of om te luisteren naar de vele optredens rondom de trappen naar het strand. De twee grote stenen zeehonden aan beide kanten van de trap zijn een hommage aan deze dieren. Zij zijn zo’n beetje het symbool van de stad geworden, want als je richting haven gaat zul je ze in groten getale rondom de vissersboten zien.
Als je rechts langs het strand loopt kom je vanzelf bij de volgende rotspunt, waar je een apart gebouw ziet: Torreón del Monje. Een verschrikkelijk kitscherig middeleeuws kasteeltje, gebouwd in 1904 (!) en toentertijd dé confitería van de stad. Het is er nog steeds gezellig op het grote terras boven, en aan het interieur beneden proef je nog de sfeer van vroeger. Om de hoek van deze baai zie je het andere gedeelte van de stad, want immens lange stranden, enorme flats en hotels sieren de kustlijn.
Maar ik breng je eerst naar een mooi gedeelte van de stad waar de rijke middenklasse tussen 1900 en 1930 zich had gevestigd.
Je steekt Av. Patricio Peralta Ramos over naar Calle Alvear, al op de eerste hoek met Moreno staat Hotel Frontenac. Gebouwd in Normandische stijl door een Franse architect in 1905 voor de familie Leloir, maar door A. Bustillo in 1920 is herbouwd. In deze buurt staan veel huizen uit het begin van de 20ste eeuw, die in de zgn. Normandische stijl zijn ontworpen wat toen mode was. Want op de volgende hoek met Bolivar heb je Villa Blaquier, dat weer in typische Engelse stijl in 1905 is gebouwd voor dezelfde familie. Dan op de volgende hoek met Av. Colón, het mooiste gebouw van deze wandeling en een goed voorbeeld van deze stijl: Villa Ortiz Basualdo, nu Museo Municipal de Arte. Ontworpen in 1909 door twee Franse architecten voor een rijke dame, señora Ana Elia Ortiz Basualdo. Het is binnen gedecoreerd met veel art nouveau van de Belgische ontwerper Gustave Serrurier-Bovy. Het gebouw is een mengeling van een klein Loire-kasteeltje en een Normandisch herenhuis. Zeker de moeite waard om te bezoeken. Niet alleen voor het interieur maar ook hangt er een permanente expositie van de plaatselijk bekende schilder Carlos Castagnino.
Elke dag open van 17-22 uur.
Aan de overkant op nr. 1114 is El Museo del Mar, een modern gebouw waar een fanatieke schelpenverzamelaar 30.000 exemplaren heeft achtergelaten. In 60 jaar tijd heeft deze man, Benjamin Sisterna, de wereld afgereisd om tot deze unieke verzameling te komen. Er is een groot aquarium met allerlei vissen die voor de kust van Argentinië zwemmen en veel informatie over het leven in de zee. Goed opgezet.
In de zomermaanden elke dag open van 10-22 uur. www.museodelmar.org
Je loopt nu naar de volgende straat, Viamonte, die sla je rechts in, waar op de hoek Villa Normandy staat. De naam zegt het al in welke stijl het gebouwd is. Het dateert uit 1920. Nu is het een Italiaans consulaat. Op de volgende hoek met Almte. Brown is, Capilla Stella Maris, in neogotische stijl (gebouwd in 1910). Van binnen bij het prachtige marmeren altaar staat de patroonheilige van de vissers.
Langzaam maar zeker ben je in deze straat naar een van de hoogste punten van de stad gelopen, want op de volgende hoek met Falucho en Mendoza staat La Torre Tanque. Dit is een 88 m hoge watertoren die eruitziet als een kasteeltoren, waar je bovenop een prachtig uitzicht hebt over de stad en de stranden.
Open van ma. t/m vr. van 10-15 uur.
Als je door deze straat, Calle Falucho, terugloopt richting het centrum kom je nog langs enkele interessante villa’s en mooie huizen. Allereerst tussen Viamonte en Alvear, Villa Perés, een schitterend huis uit 1930 en een goede variatie op de Normandische stijl. Kijk eens naar de versierselen op het leien dak!
Daarna bij Güemes staat op de hoek Chalet Esteban Riglos. Wat verder de straat in zie je weer een prachtig art-nouveauhuis op nr. 2342, Villa Tur uit 1908. Als laatste in Calle Falucho het huis van Baldassarini, een plaatselijk bekende architect, op de hoek met Sarmiento. Het is nu een confitería. Je gaat Sarmiento richting het strand en een blok na Av. Colón kom je bij Av. Patricio Peralta Ramos uit. Daar ga je naar links en een blok verder voor Hotel Hermitage zie je net zoals in Hollywood handafdrukken op de grond van bekende filmsterren (voornamelijk Argentijnen). Een leuke afsluiting van deze wandeling.
Barrio Los Troncos
Dit is de chique buurt van Mar del Plata met prachtige villa’s, brede stranden, een golfclub en met de beste winkelstraat van de stad. Gelegen tussen de haven en de buurt die ik hier boven heb beschreven. De wandeling begint bij de golfclub, want bij Rotonda del Golf, op de hoek van boulevard Ramos en Martínez de Hoz, heb je een mooi uitzicht over de enorme stranden, de golfclub en de haven. Deze club werd in 1901 opgericht voor het Engelse personeel dat voor de spoorwegen werkte. Van hieruit neem je Calle Almafuerte naar Calle L. N. Alem, ’s avonds dé uitgaansstraat voor jong, hip Mar del Plata, waar je de beste disco’s en pubs vindt, maar ook leuke restaurantjes. Loop erdoor, kijk vooral en geniet, want ‘s avonds is dit de straat waar je gezien moet worden. Overdag is het een gezellige winkelstraat tot aan Gral. Roca (let op, tussen 13-17 uur is alles uitgestorven).
Voordat je bij Primera Junta links afslaat, moet je af en toe een straat links of rechts inslaan, want dan zie je de prachtigste zomerhuizen en villa’s staan. Bij Primera Junta loop je naar Urquiza, daar staat een van de meest opmerkelijke maisonnettes uit deze buurt: Chalet Los Troncos. Het zijn twee grote villa’s, waar het houtwerk afkomstig is van de quebracho- en de lapachobomen uit de provincie Salta. Een rijke Salteño wilde in 1938 wat dichter bij de zee wonen en liet deze prachtige huizen bouwen. Als je door deze buurt wandelt vallen Bloemendaal of Brasschaat in het niet.
Bij Urquiza ga je rechts in tot aan Calle Rodriguez Peña waar je naar links gaat. In deze straat hebben bekende artiesten uit de mediawereld hun zomerverblijven. Je wandelt nu rechtdoor naar Alvear, daar ga je rechtsaf en na twee blokken kom je op een mooi gezellig plein, Plaza del Agua. Vaak zijn er in de namiddag allerlei culturele activiteiten en er heerst een (mede door de fontijnen?) relaxte sfeer.
Hier begint bij Calle Güemes de beste winkelstraat van Mar del Plata. In de namiddag is het alleen maar aanschuiven, want er wordt geflaneerd, gewinkeld, er zijn vollop terrassen, en het is een grote ontmoetingsstraat. Neem de tijd zoals iedereen hier doet, want tot Alberti is het alleen maar genieten. Je vindt er de beste modewinkels, goede boekwinkels, delicatessenzaken (met heerlijke gerechten), grote ijssalons en toffe cafés.
Bij Alberti ga je naar links en ook deze straat is een gezellige winkelstraat. Op nr. 1446 is Casa Cultural Manos, gehuisvest in een zeer fraai neokoloniaal gebouw, totaal anders dan de Normandië stijl. Als je bij Sarmiento rechts afslaat kom je weer uit bij Av. Colón en Av. Patricio Peralta Ramos.
Wandelen door het centrum
Als je door het centrum loopt, krijg je ‘s zomers de indruk alsof Buenos Aires verhuisd is naar deze stad. Je ziet dezelfde restaurants, confitería’s en tangosalons. Vijf miljoen porteño’s komen in de zomermaanden naar Mar del Plata om vakantie te vieren en willen graag hun stukje thuisgevoel hier hebben.
De wandeling begint weer bij de Rambla en Plaza Colón. Deze laatste is een gezellig groot plein, omringd door enorme flats, met verkooppunten voor allerlei excursies en waar een treintje elk uur een city-tour maakt. In het midden staat het standbeeld van Patricio Ramos, de stichter van de stad. Vaak worden er in de zomermaanden ‘s avonds openluchtconcerten gegeven en is er een gezellige sfeer op en rondom dit plein.
Je vervolgt de wandeling door Calle Buenos Aires naar een van de belangrijkste wandelstraten van de stad, de Peatonal San Martín, daar ga je in. Het is een enorme wandelstraat, een soort Florida in Buenos Aires, maar dan drie keer zo groot. Een en al winkels, cafés, heladería’s (ijssalons), terrassen en restaurants. Als je van winkelen houdt is dit jouw straat.
Op de hoek van Santiago del Estero bevindt zich een van de grootste ijssalons van de stad: Gianelli. Je kunt hier kiezen uit meer dan 130 verschillende soorten ijs, maar je zult deze naam overal in de stad terugzien. Op de hoek met Córdoba staat een opvallend gebouw in Moorse stijl: Palacio Arabe. Kijk eens naar de prachtige versieringen aan de gevel (geïnspireerd op de Moorse stijl in Spanje). Een rijke Syriër liet het bouwen in 1945! Bij het volgende blok is Plaza San Martín.
Het is een groot gezellig plein met fonteinen en veel bloemen. Er staat ook het standbeeld van generaal San Martín, maar zonder paard! Volgens mij het enige standbeeld in Argentinië, waar deze bevrijder zonder paard te zien is. De kathedraal valt meteen op, in neogotische stijl, maar pas gebouwd in 1904 door dezelfe architect van de kathedraal in La Plata, Pedro Benoit. Bij allebei zie je grote gelijkenissen en de gebrandschilderde ramen doen aan Chartres denken.
Schuin aan de overkant staat de Municipalidad en ernaast Teatro Colón. Het eerste is een ontwerp van de beroemde architect A. Bustillo en een vage imitatie van een Toscaans paleis en het tweede is een prachtig kasteeltje in ‘Moorse’ stijl. Wel iets aparts. Allebei gebouwd rond 1930. Tussen de kathedraal en de Municipalidad loopt de Diagonal Pueyrredón, waar elke dag een grote Feria de los Artesanos (een ambachtsmarkt) is. Als je deze diagonaal doorloopt naar de eerste hoek zie je op Rivadavia weer een gebouw uit de Normandiëstijl met fraaie torentjes en dakramen omringd door veel leien. Schuin aan de overkant bij Belgrano bevindt zich een van de grootste shoppingcentra van het land, Los Gallegos Shopping.
Om terug te gaan kun je via Rivadavia ook een grote winkelstraat of via Av. Pedro Luro. Met deze laatste kom je uit bij het strand en die grote opvallende pier, waar een restaurant met bar en een vissersclub is. Hier vandaan heb je een mooi uitzicht over de stranden, de Rambla en de skyline van de stad.
De stranden
Ruim 40 kilometer strand ligt er langs de stad met meer dan 70 strandpaviljoens (balnearios). De bekendste stranden zijn: allereerst La Perla, rondom Plaza España, ten noorden Punto Iglesias. Aldaar staat een beeld van Alfosina Storni. Deze vrouw was een bekende dichteres en feministe in de jaren dertig van de vorige eeuw. Zij was erg gedeprimeerd toen zij in 1938 een eind aan haar leven maakte door op dit punt de zee in te lopen.
De volgende is Playa Bristol het strandhart van de stad en wat exclusiever met schitterende strandtentjes (fila de carpa) die je kunt huren, paddlebanen en een fitnesscentrum. Hier komen voornamelijk wat ouderen en de gegoede middenklasse. Je vindt het tegenover de Rambla. Dan Playa Grande, daar komen de meeste jonge mensen en is erg in. Je hebt daar gezellige bars, leuke eettentjes en je kunt er surfen. Het ligt ten zuiden van de stad na Parque San Martín en vlak voor de haven. Niet ver hiervandaan is de uitgangsstraat L. N. Alem. Als laatste, maar ver van het centrum, Punta Mogotes, een drie kilometer lang strand dat voorbij de haven en de Reserva Ecológica ligt. Het heeft de meest moderne strandaccommodaties en de beste faciliteiten zoals winkelcentra, supermarkten, surf- en catamaranloodsen, een dolfinarium, tientallen bars en restaurants,
Met de stadsbussen 511, 581 en 717 kun je vanuit het centrum naar dit strand. In het centrum stoppen deze bussen.
Wandelen rond de haven
Heel iets anders is om eens aan het eind van de middag de havensfeer te proeven, als dan de kleurrijke vissersvloot terugkeert en de vis wordt verhandeld. De vaste kleuren van de vissersvloot zijn geel en rood en het is een vrolijk gezicht als je al die honderden vissersbootjes bij elkaar ziet. Met al die kleuren en bedrijvigheid denk je, dat je ergens in een haventje vertoeft aan de Middellandse Zee. Dat klopt ook wel, want de meeste vissers zijn van Italiaanse afkomst!
Het is ook een zeer fotogenieke haven, niet alleen door de felle kleuren van de vissersboten, maar ook omdat er tientallen zeehonden rondom de pier verblijven, in Reserva Lobos Marinos. Er zijn vlak bij de aanlegsteigers leuke pittoreske visrestaurantjes en enkele plezierboten die tochten langs de kust maken. Allemaal te vinden bij de ingang, Centro Comercial del Puerto.Met de stadsbussen 511, 581 en 221 te bereiken.
Mar del Plata en omstreken
Rondreizen
Rondreizen
Rondreis