Het natuurgebied is bijna volledig bedekt met bomen. De boom die het meest voorkomt is de kalksteenbeuk. In het schitterende gebied zijn diverse zeldzame planten en bloemen te vinden. Cypergras, de Slowaakse anemoon en edelweiss zijn hiervan voorbeelden. Ook vlinders zijn rijk vertegenwoordigd, meer dan vijftienhonderd soorten fladderen 's zomers tussen de bomen. Hoog in de lucht zoeken adelaars, diverse zangvogels en ooievaars hun weg. Wat lager bij de grond leeft een enkele beer of otter.

Volgens de overlevering hield de duivel zich verborgen op de berg Zelená Hora, een strategisch zeer gunstig gelegen deel van het Slowaaks Paradijs. Hij zou zich voornamelijk hebben opgehouden in en rond de burcht, die tot een ruïne vervallen is. Vele namen in het gebied zijn aan deze duivel te danken. Om er enkele te noemen: Certov Jarok (duivelsbeek), Certova Hlava (duivelshoofd) en Certova Jaskyna (duivelsgrot).

In het natuurgebied zijn prachtige wandelingen uitgezet. Wel moet er bij sommige routes over roosters en ladders geklauterd worden. Ook kunt u natte voeten krijgen, als het pad door een beekje loopt.

Aan de noordkant van het Slowaaks Paradijs ligt Kláštorisko, een voormalig klooster van de karthuizer monniken. De ruïnes zijn alleen te voet te bereiken. (O.a. vanaf Podlesok en Letanovce een rode route). Het ligt op een smal plateau, met aan de ene kant het Prielom Hornádu ravijn en aan de andere kant de Kysel' kloof. Op die plek stonden al een fort en een kerk. De karthuizers kregen aan het eind van de 13e eeuw toestemming om aan de westkant van dat fort een klooster te bouwen.