De peso-crisis
Maar de regering van De la Rúa erfde een enorme buitenlandse schuld en een zwaar corrupt ambtenarenapparaat. President De la Rúa kon het tij niet keren, ook al beloofde hij de aanpak van corruptie en een sociaal beleid. Onder de druk van het IMF presenteerde hij een ‘herstelplan’: grote bezuinigingen, de lonen werden bevroren en de belasting ging omhoog. Dit bracht grote protesten teweeg en enorme stakingen die het land maandenlang lam zouden legden. De president werd zelfs gedwongen om de liberale minister Cavallo uit de vorige regering terug te roepen, hij werd benoemd tot superminister! Het hielp allemaal niet, de kapitaalvlucht nam toe en het land raakte steeds meer financieel verlamd door het onvermogen van de regering.
De druk om de peso los te koppelen van de dollar nam steeds mee toe. De regering durfde geen maatregelen te nemen, men was bang met de ontkoppeling dat de hyperinflatie uit de jaren tachtig daardoor weer de kop zou opsteken met nog meer sociale onrust. Argentinië had inmiddels een torenhoge staatsschuld van ruim US$ 140 miljard en kon de rente niet eens meer betalen.
Toen ook nog het IMF daarop besloot om de leningen op te schorten, brak er sociale onrust uit en nam de kapitaalvlucht explosief toe. De regering wilde dit voorkomen door het instellen van beperkingen van het bankverkeer, de zogenaamde ‘corralito’. Gevolg was dat er elke dag lange rijen mensen voor de banken stonden, want men mocht niet meer dan 1000 dollar maximaal per maand van de rekening halen. Voor velen was de maat vol, deze regering had de Argentijnen alleen maar ‘offers’ opgelegd. Het land was nagenoeg failliet!
De druk om de peso los te koppelen van de dollar nam steeds mee toe. De regering durfde geen maatregelen te nemen, men was bang met de ontkoppeling dat de hyperinflatie uit de jaren tachtig daardoor weer de kop zou opsteken met nog meer sociale onrust. Argentinië had inmiddels een torenhoge staatsschuld van ruim US$ 140 miljard en kon de rente niet eens meer betalen.
Toen ook nog het IMF daarop besloot om de leningen op te schorten, brak er sociale onrust uit en nam de kapitaalvlucht explosief toe. De regering wilde dit voorkomen door het instellen van beperkingen van het bankverkeer, de zogenaamde ‘corralito’. Gevolg was dat er elke dag lange rijen mensen voor de banken stonden, want men mocht niet meer dan 1000 dollar maximaal per maand van de rekening halen. Voor velen was de maat vol, deze regering had de Argentijnen alleen maar ‘offers’ opgelegd. Het land was nagenoeg failliet!
De middenklasse trok massaal de straat op en eiste het vertrek van de ‘superminister’, maar het geweld en de prostesten raakten in een spiraal. Plunderingen van supermarkten en winkels volgden en de manifestaties werden steeds gewelddadiger. Vooral de banken moesten het ontgelden, vitrines werden ingegooid, ramen en muren werden beklad met ‘ladrones’ (dieven) en pinautomaten werden opengebroken en geplunderd. De regering stelde een staat van beleg af en alle banktegoeden werden bevroren. De volkwoede breiddde zich over het hele land uit. 18 en 19 december 2001 werden de zwartste dagen van deze crisis. Op Plaza de Mayo hadden zich in die dagen honderdduizenden mensen verzameld om weer te protesteren tegen de regering en er braken rellen uit. De oproerpolitie had de situatie niet meer in de hand en er vielen 5 doden en tientallen gewonden! De trieste balans in het land was 23 doden en president De la Rúa werd gedwongen af te treden en vluchtte per helikopter uit het presidentiële paleis. Ook ‘superminister’ Cavallo moest aftreden, maar het hielp allemaal niets.
Want er volgde een zeer onrustige en onstabiele periode, binnen 12 dagen kreeg Argentinië 3 verschillende presidenten totdat de senaat ingreep. Zij benoemde tijdelijk de peronist Eduart Duhalde (eens de rechterhand van Menem, maar brak met hem definitief na 2 jaar) om de ambstermijn van De la Rúa tot aan 2003 vol te maken. In zijn inauguratierede zei hij boos: ‘het liberale economische beleid heeft alles verwoest, onze industrieën, de middenklasse, het levenswerk van vele Argentijnen’. De Argentijnen verkeerden in een collectieve depressie.
En om het nog erger te maken, Duhalde kondigde de ontkoppeling van de peso met de dollar aan. De run op dollars begon en werd zo groot dat de regering alle spaartegoeden blokkeerde om te voorkomen dat alles in dollars zou worden omgezet. De onvrede groeide nog meer en nu zelfs in de gegoede wijken van Buenos Aires, Córdoba en andere grote steden. Zij schaarden zich ook achter de dagelijkse protesten van de cacerolazos (zo werden deze manifestanten genoemd omdat ze luidruchtig met potten en pannen rammelden). Want de nieuwe regering had besloten om de spaartegoeden in dollars, zouden worden uitgekeerd in pesos!
Maanden heerste er chaos, politici werden openlijk op straat bejegend en aangevallen, Palacio de Congreso, waar de volksvertegenwoordiging zetelt, werd maanden omsingeld door woedende demonstranten. ‘Het leek wel of de macht nu op straat lag’, vertelde toentertijd mij iemand.
Het jaar 2002 was voor de Argentijnen ook een rampjaar, 50% van de mensen leefde rond of onder de armoedegrens en de aangrijpende beelden op de televisie van ondervoede kinderen in de provincies schokten velen. De financiële crisis hield nog maanden aan. Maar door deze crisis ontstond er wel een enorme solidariteit en saamhorigheid onder het volk. Er werden in de grote steden ‘solidariteitmarkten’ georganiseerd en kwamen in alle wijken buurtcomités. Men ging failliete fabrieken bezetten om deze te heropenen wat nog lukte ook, er kwamen grote ruilbeurzen, buurtbewoners begonnen gaarkeukens voor de armen en ouderen in de wijk. Huisartsen, juristen, professoren etc. boden hun kennis aan en voor eventueel een tegenruil. Maar het wekelijkse protest van de cacerolazos langs de banken bleef, zo ook van de piqueteros (de kansarmen van het land) die door wegblokkades probeerden de gemeentes onder druk te zetten voor een uitkering of werk. Het waren twee verschillende soorten van protest, de eerste van de clasa media (de middenklasse) die werk had maar geen spaarcenten en de laatste, de werklozen, die werk eisden want spaarcenten hadden ze niet. Duhalde hield het met moeite vol tot aan de presidentsverkiezingen van mei 2003. Deze werden een nek-aan-nekrace tussen Carlos Menem en de onbekende presidentskandidaat uit de zuidelijkste provincie van het land in Patagonië, Néstor Kirchner.
De eerste lag zelfs voor in de eerste ronde met 24%. Nummer twee, Kirchner, had 22%, maar toen schrokken toch de Argentijnen: zou hij het toch weer worden? In een krantenartikel las ik: De oppositie tegen een derde mandaat barstte los en Menem koos eieren voor zijn geld en trok zich terug. Er kwam geen tweede ronde en nummer twee werd gekozen tot president: Néstor Kirchner. Een peronist, populist en sinds jaren een succesvol gouverneur van de provincie Santa Cruz. Een saaie man om te zien, maar voortvarend in zijn besluiten.
Het jaar 2002 was voor de Argentijnen ook een rampjaar, 50% van de mensen leefde rond of onder de armoedegrens en de aangrijpende beelden op de televisie van ondervoede kinderen in de provincies schokten velen. De financiële crisis hield nog maanden aan. Maar door deze crisis ontstond er wel een enorme solidariteit en saamhorigheid onder het volk. Er werden in de grote steden ‘solidariteitmarkten’ georganiseerd en kwamen in alle wijken buurtcomités. Men ging failliete fabrieken bezetten om deze te heropenen wat nog lukte ook, er kwamen grote ruilbeurzen, buurtbewoners begonnen gaarkeukens voor de armen en ouderen in de wijk. Huisartsen, juristen, professoren etc. boden hun kennis aan en voor eventueel een tegenruil. Maar het wekelijkse protest van de cacerolazos langs de banken bleef, zo ook van de piqueteros (de kansarmen van het land) die door wegblokkades probeerden de gemeentes onder druk te zetten voor een uitkering of werk. Het waren twee verschillende soorten van protest, de eerste van de clasa media (de middenklasse) die werk had maar geen spaarcenten en de laatste, de werklozen, die werk eisden want spaarcenten hadden ze niet. Duhalde hield het met moeite vol tot aan de presidentsverkiezingen van mei 2003. Deze werden een nek-aan-nekrace tussen Carlos Menem en de onbekende presidentskandidaat uit de zuidelijkste provincie van het land in Patagonië, Néstor Kirchner.
De eerste lag zelfs voor in de eerste ronde met 24%. Nummer twee, Kirchner, had 22%, maar toen schrokken toch de Argentijnen: zou hij het toch weer worden? In een krantenartikel las ik: De oppositie tegen een derde mandaat barstte los en Menem koos eieren voor zijn geld en trok zich terug. Er kwam geen tweede ronde en nummer twee werd gekozen tot president: Néstor Kirchner. Een peronist, populist en sinds jaren een succesvol gouverneur van de provincie Santa Cruz. Een saaie man om te zien, maar voortvarend in zijn besluiten.
Geschiedenis
Familiereis-Tweepersoonskamer
Dit is een Argentinië & Brazilië familiereis voor gezinnen met kinderen tot 19 jaar. Deze familiereis brengt het beste van Latijns Amerika...
Rondreizen-Hotel
Deze vernieuwde rondreis naar Patagonië laat je alle pracht zien van het zuiden van Argentinië en Chili. Na een bezoek aan het...
Rondreizen-Hotel
Argentinië wordt door steeds meer reizigers ontdekt als een beeldschoon vakantieland. Het merendeel reist af naar het zuiden; hierdoor blijven de cultuur...