Keizer Meiji werd opgevolgd door keizer Taisho. Twee jaar later brak de Eerste Wereldoorlog uit; Japan nam samen met Engeland, Frankrijk en Rusland deel aan deze oorlog. De Japanse fabrieken en scheepswerven werkten op volle toeren om aan de vraag bij de geallieerden naar oorlogsmateriaal te kunnen voldoen. Bovendien nam Japan de kans waar om het Duitse koloniale bezit op Chinees grondgebied in te nemen; op deze wijze kwam het Chinese Shandong in Japanse handen. Voorts verhoogde Japan de politieke druk op China om zich 'vrijwillig' ondergeschikt te maken aan het Japanse keizerrijk. In 1919 ondertekende Japan het verdrag van Versailles en een jaar later werd het lid van de Volkenbond. De geestesgesteldheid van keizer Taisho verslechterde in deze periode. In 1921 werd zijn zoon Hirohito regent. In ditzelfde jaar werd premier Hara Takashi (Hara Kei) vermoord. Hara Takashi had namelijk verwoede pogingen ondernomen om de groeiende macht van de militairen en zakenmensen in te dammen. Veel conservatieven, die zich hieraan mateloos ergerden, organiseerden de geslaagde moordaanslag. Deze gebeurtenis was een voorproefje van hetgeen Japan in de eerstvolgende jaren te wachten stond. Politieke moorden zouden zeer gewoon worden. In de herfst van 1923 verwoestte een zeer krachtige aardbeving tweederde van Tokyo en geheel Yokohama. In enkele dagen gingen 400.000 huizen in vlammen op. Twee jaar later werd het algemeen kiesrecht voor mannen van 25 jaar of ouder ingevoerd. Deze stap leek te wijzen in de richting van een meer democratische samenleving. Niets was echter minder waar.